Besturen 2.0 in de jeugdzorg
Datum: 17-01-2011
Besturen 2.0 in de jeugdzorg
De jeugdzorg staat aan de vooravond van nieuwe beweging. Dat kan bijna niet anders, want de financiering verandert. Tegelijk wordt er flink bezuinigd en worden er hoge en nieuwe eisen gesteld aan de wijze en aan de kwaliteit waarop de zorg wordt geleverd. Door dit alles gaat het veld bewegen.
De jeugdzorg staat natuurlijk niet op zichzelf. We zijn met zijn allen bezig naoorlogse fundamenten af te breken en daar nieuwe dingen voor in de plaats te maken.
Een groot aantal ontwikkelingen speelt daarbij een rol. Het is bijna een vaste rij beïnvloedende factoren die bij veranderingen in sectoren benoemd kan worden. Denk aan globalisering, individualisering, afstand tussen rijk en arm, technologie, demografische ontwikkelingen, sociologische ontwikkelingen en ga zo maar door. Al deze beïnvloedende factoren brengen effecten met zich mee die in samenhang maar beperkt te voorspellen zijn. Natuurlijk worden er altijd wel voorspellingen gedaan, maar de voorspellende waarde blijkt vaak maar beperkt te zijn.
De politiek wil verantwoordelijkheden terug leggen op het laagste niveau, de burger zelf. Het adagium is: Je bent zelf verantwoordelijk voor wat je doet, voor wat je bent en wat je zult worden. Het gaat uit van een mensbeeld die zijn eigen lot in handen kan nemen. Een beperkt vangnet wordt zoveel mogelijk lokaal georganiseerd.
Wat betekenen de ontwikkelingen als je op dit moment bestuurder in de jeugdzorg bent? Ik denk dat een bestuurder in de jeugdzorg in de eerste plaats moet denken aan de kinderen die zijn toevertrouwd aan zijn eindverantwoordelijkheid. Dat is het huidige belang. Kinderen in de jeugdzorg hebben bescherming en perspectief nodig.
Wat verder naar de toekomst zal de bestuurder leidsman voor zijn organisatie moeten zijn. Hij zal de richting aan moeten geven. Vaak wordt gesproken over de stip op de horizon. Dat is het punt waar de bestuurder zijn organisatie mee naartoe neemt. Die stip is een symbool dat gebruikt kan worden om aan iedereen binnen de organisatie duidelijk te maken waar de activiteiten van de organisatie op gericht zijn.
De stip op de horizon is een werkwoord. Het vraagt gezamenlijke activiteit om dichterbij die stip te komen. Het gaat om enthousiasmeren, verbinden, bijstellen, communiceren. Kortom, de bestuurder 2.0 bezielt de organisatie met zijn activiteiten, stimuleert het gewenste gedrag en is daar zelf het sprekend voorbeeld van. Wat onderscheidt de bestuurder 2.0 nu van eerdere versies?
De bestuurder 2.0 kan beter omgaan met de toenemende dynamiek. Hij is flexibel, krachtig, communicatief en verbindend. Hij is zeker niet gericht op status quo.
Deze bestuurder veroorzaakt sterke stroming in de rivier. Het moeilijkste voor de mensen in de organisatie is om los te laten. Los laten van oude patronen en werkwijzen. Deze mensen hopen dat de bestuurder het bij het rechte eind heeft. Ze kijken uit over de rivier of er herkenningspunten zijn waaraan ze kunnen zien of de bestuurder de waarheid spreekt, of ze hem kunnen vertrouwen. Jazeker, het gaat om visie en om vertrouwen dat als we die visie waar maken, dat we de wereld dan een klein beetje beter gemaakt hebben.