Betere zorg voor minder geld
Betere zorg voor minder geld
Als je als ziekenhuis of als ziekenhuisafdeling wilt vernieuwen, moet je daarin investeren. Dus dan wil je vooraf weten of je vernieuwing zal renderen. Gaan we betere zorg leveren, liefst voor minder geld? Hoe prettig zou het dan zijn als je iemand die vraag kunt voorleggen die én de taal spreekt van de zorg én bedrijfskundig én juridisch onderlegd is. Ulrich Oron is een apotheker met Master of Business Administration en een Bachelor Rechten op zak. Kom daar maar eens om.
“Het moet vooral mijn leergierigheid geweest zijn”, antwoordt Ulrich op de vraag wat hem dreef om drie studies af te ronden, een indrukwekkende staat van dienst op het snijvlak van zorg, financiën en aansprakelijkheid op te bouwen en vervolgens in het adviesvak te belanden. Om te beginnen die studie farmacie : “Ik ben geen apotheker geworden om in een apotheek te gaan staan”, vertelt hij daarover. “De medische wereld trok me aan. Mijn broer is huisarts, maar practicum op een snijzaal trok mij niet zo, dus ik wilde geen geneeskunde gaan studeren. Ik vond het mooi om te leren wat een stof met het lichaam doet en andersom: farmacodynamie en farmacokinetiek. Het grote plaatje interesseerde me, niet zozeer het een-op-een aspect van de zorg.”
Neiging tot bescheidenheid
Zijn gymnasium had hij ‘bijna voor de grap’ gehaald, samen met een vriend. “We hadden allebei een havo-vwo advies. Toen zeiden we tegen elkaar: ‘Zullen we gewoon voor het gym gaan?’ Dat lukte, tot mijn eigen verrassing.” Die houding typeert Ulrich Oron. Hij heeft de neiging om bescheiden te zijn over zijn capaciteiten. Zoals die keer dat hij zich, na het behalen van zijn gymnasiumdiploma, aan het oriënteren was op hbo-opleidingen en zijn vader vroeg: “Waarom ga je niet naar de universiteit?” Dat was nog niet bij hem opgekomen.
Of die keer dat hij tijdens een Meet & Greet kennismaakte met de adviseurs van C3 en wel had gehoopt, maar niet had verwacht dat hij achteraf gebeld werd met de uitnodiging voor een gesprek. “Ze zagen het wel zitten als ik partner werd. Had ik nooit verwacht. Ik dacht: wat moeten zij met mij? Ik heb een afwijkend profiel en niet zo’n immense ervaring als de andere adviseurs.” Dat hij op dat moment, inmiddels zo’n drie jaar geleden, al een indrukwekkend track record had, vergat Ulrich even.
Carrière in stroomversnelling
Na zijn studie farmacie werkte hij kort als ziekenhuisapotheker. Maar al snel trok het bedrijfsleven. Ulrich werkte acht jaar lang voor Boehringer Ingelheim, een bedrijf dat zich bezighoudt met de ontwikkeling van medicijnen. Zijn carrière kwam in een stroomversnelling toen hij een belangrijk medicijn tegen COPD in de markt hielp zetten. In de avonduren haalde hij zijn MBA en hij kreeg een leidinggevende rol in een zelfgecreëerde functie rond gezondheidseconomie. “Kan ik dat ergens anders ook?”, dacht hij na drie jaar. “Dit was mijn eerste baan in de richting die ik echt op wilde”, vertelt hij. “Het idee dat mijn verdere loopbaan zich bij mijn eerste werkgever zou afspelen, begon te knagen.”
Kennis inzetten in de zorg
Na een korte stop bij een bedrijfje dat gezondheids-economische modellen ontwikkelde, kwam hij bij Roche terecht en daarvandaan weer bij een kleiner bedrijf, de uitvinder van botox. Leuk en leerzaam allemaal, maar geleidelijk merkte hij dat hij het best tot zijn recht kwam als hij zijn kennis rechtstreeks kon inzetten in de zorg.
Dat kwartje was gevallen in zijn tijd bij Roche. “In een periode dat er een wijziging was in de financiering van de zorg, kwamen er veel vragen vanuit ziekenhuizen over hoe dat dan allemaal moest. Of ik daarover wilde komen vertellen. Onze directie werd daar wat nerveus van: moeten wij dat wel doen? Wij zijn toch zelf leverancier. Ik zei toen: als je marktleider bent, heb je ook een richtinggevende rol. Ik ben in die tijd zeker dertig keer gevraagd om bij ziekenhuizen onze kennis te komen delen. Daarbij had ik het expliciet niet over producten. Ik vond het ontzettend leuk om te doen.”
Winnende aanpak
Met die periode in het achterhoofd, besloot Ulrich in 2012 zich te vestigen als zelfstandig adviseur, aanvankelijk samen met een compagnon. In de avonduren en de weekends pakte hij een Bachelor studie Rechten op, om zijn kennis en ervaring nog verder te verbreden. In 2015 haalde hij zijn Bachelor. Datzelfde jaar sloot Ulrich zich aan bij C3. “Ik had een aardig netwerk voor opdrachten; ik kwam draaiend binnen, zogezegd.” Hij ziet de samenwerking met zijn C3-collega’s als ‘een winnende aanpak’. “Er is een klik en we vullen elkaar inhoudelijk prachtig aan: zij hebben kennis van - en ervaring met zorginstellingen; ik breng expertise over financiering mee. Mijn collega’s sterken me ook in de overtuiging van mijn eigen kunnen.”
In zijn vrije tijd doet Ulrich aan olieverf-schilderen, dit schilderij maakte hij voor het proefschrift van zijn vrouw.
De taal van de zorg
De afgelopen drie jaar heeft Ulrich ‘nog niet de tijd gehad’ om zich te richten op ziekenhuizen als doelgroep. “De meeste van mijn contacten zitten in de wereld van de leveranciers. Dat blijft boeiend, maar ik zou mijn kennis ook graag weer inzetten in de zorg zelf. Ik heb rekenmodellen ontwikkeld waarmee ik, bijvoorbeeld bij het doorvoeren van vernieuwingen, kan voorrekenen hoe een ziekenhuisafdeling betere zorg kan leveren voor minder geld. Daarvoor moet je de taal spreken van de zorg. Met deze mix van opleidingen lukt dat goed.”
Ulrich geeft een voorbeeld vanuit de interventiecardiologie, een (destijds) nieuwe manier van het plaatsen van hartkleppen: “Bij de technische uitleg van zo’n ingreep weet ik wat er bedoeld wordt en wat de implicaties zijn; medisch, organisatorisch en financieel. Dat de operatiekamerkosten lager worden, dat de benodigde hartkleppen duurder zijn, maar de kans op complicaties lager. Zo kan ik in cijfers vangen wat de gevolgen van een vernieuwing zijn voor de kosten én voor de kwaliteit van de zorg.”
“Ik kom niet vertellen hoe je het meeste winst kunt maken”, onderstreept Ulrich tenslotte. “Als ik constateer dat er om financiële redenen minder goede zorg wordt geleverd, dan is dat voor mij onacceptabel. Dat zal ik dan aankaarten. Het is vaak een dunne lijn tussen enerzijds een incentive die leidt tot minder goede zorg en anderzijds juist het ontbreken van een incentive om iets te veranderen aan een situatie die minder goede zorg oplevert. Goede zorg die passend is, dat help ik te bereiken.”