De invloed van de patiënt op de kosten van de zorg

Datum: 11-09-2012

De invloed van de patiënt op de kosten van de zorg

Hoe lang kijkt u het aan voordat u met keelpijn naar uw huisarts gaat? Als de huisarts of medisch specialist een medicijn gaat voorschrijven, stelt u dan de vraag of dat per se nodig is? Als u uitgebreid de onderzoeksmolen in gaat, maakt u dan de keuze ‘dit wel en dat niet’? Hoe zou u reageren op uitgebreide behandelvoorstellen van uw dokter, wetend dat uw levenseinde in zicht is? Deze vragen laten zien dat u invloed op de besluitvorming in het behandelproces kunt hebben. En daarmee hebt u ook invloed op de kosten die in de zorg worden gemaakt.

Het televisieprogramma Debat op 2 heeft samen met de ouderenbonden onderzoek gedaan onder 55-plussers. Een belangrijk onderzoeksthema betreft de kosten van de zorg. En daarmee samenhangend de vraag of ‘dure zorg’ onder alle omstandigheden moet worden ingezet. Van de aan het onderzoek deelnemende 55-plussers vindt 61% dat al het mogelijke op medisch gebied moet worden gedaan. Maar bij het naderende levenseinde vindt 39% dat de ‘zeer dure zorg’ moet worden beperkt.

De vraag naar wanneer wel en wanneer geen zorg verstrekken, laat zich lastig beantwoorden. Je komt snel in een ethische discussie terecht, waarbij in crisistijd de dimensie ‘financiën’ een dominante rol speelt. Diverse dokters vinden in het televisieprogramma ‘Kijken in de ziel’ (van de arts) dat de politiek uitspraken moet doen over wat niet en wat wel. Politici vinden tijdens verkiezingsdebatten dat dokters moeten beslissen. Door het uitzetten van polls zoals het televisieprogramma Debat op 2 heeft gedaan, lijkt het erop dat de publieke opinie de doorslag moet geven. Zo moet het niet gaan, vind ik. Er liggen ingewikkelder principes onder het besluitvormingsproces van de behandeling dan de grootste gemene deler uit de poll.

Een paar weken geleden schreef Marian Verkerk, hoogleraar zorgethiek, in de Volkskrant over haar ervaringen met haar cardioloog. Geruststelling over haar klachten (druk op de borst) was voor haar voldoende. De CT-scan en de bètablokkers konden wat haar betreft achterwege blijven. Haar opmerking daarover werd door de dokter niet geapprecieerd. De ervaring van Verkerk laat zien dat in het proces van klinische besluitvorming, de stem en opvattingen van de patiënt lang niet altijd meetellen.

 

 

 

 

In het klinische besluitvormingsproces zijn er drie dominante (ideaaltypische) varianten te onderscheiden: (1) de dokter beslist; (2) een beslissing komt tot stand in een multi- of interdisciplinair team en (3) de patiënt is betrokken in het besluitvormingsproces. In de derde vorm heeft de patiënt dus nadrukkelijk een stem. Vanaf de tweede helft van de jaren negentig komt deze vorm van klinische besluitvorming steeds meer op.

Maar die patiëntgerichte besluitvorming is een relatief moeilijke manier van besluitvorming. Er is een mate van gelijkheid tussen dokter en patiënt in de spreek- en behandelkamer nodig. Marian Verkerk wijst op het belang van het bevorderen van gezondheidsvaardigheden van de patiënt (health literacy). Die vaardigheden gaan over het verkrijgen van informatie over gezondheid en ziekte, het begrijpen ervan en vervolgens het toepassen van deze informatie. Gezondheidsvaardigheden zijn nodig om tot gezamenlijke besluitvorming in de zorg te komen.

Ik verwacht dat meer nadruk op gezamenlijke besluitvorming – dus door medicus/zorgverlener èn patiënt – de discussie over het wel of niet inzetten van (dure) zorg een andere wending geeft. Er hoeft geen poll meer gehouden te worden en politici en dokters hoeven elkaar ook niet meer de hete aardappel door te geven. Van patiënten en hun familieleden wordt verwacht dat zij een actieve rol in het klinische besluitvormingsproces spelen. Als meest riskante factor zie ik de factor ‘tijd’. Tijd die patiënten bij hun ziekte(proces) nodig hebben om te kunnen overzien en verwoorden wat ze vinden en zouden willen inbrengen. En tijd die dokters en andere zorgverleners nodig hebben om dit besluitvormingsproces-nieuwe-stijl zich eigen te maken en organisatorisch te regelen. De Raad voor Volksgezondheid & zorg bereidt op dit moment een advies voor over gezamenlijke besluitvorming. Ik ben benieuwd welke accenten de Raad gaat leggen.

Laat een reactie achter