De maatschappelijke onderneming is overbodig
Datum:19-06-2010
De maatschappelijke onderneming is overbodig
In Skipr 7/8 2010 is in de rubriek Insider van mijn hand (met hulp van collega Marjolein Fermie) een artikel verschenen, waarin ik betoog dat de maatschappelijke onderneming overbodig is omdat die er al is in de vorm van de coöperatieve vereniging. U kunt het artikel lezen op de site van C3 adviseurs en managers en natuurlijk in het blad Skipr.
Tussen het schrijven van het artikel en de publicatie ervan zit altijd enige tijd. In die periode zijn er een aantal dingen gebeurd, die mijn stelling onderschrijven. Een vereniging voor verwanten van verstandelijk gehandicapten (Kans Plus) is tot dezelfde conclusie gekomen dat een coöperatie een goed middel kan zijn om de invloed van verwanten te vergroten. Ze hebben er zelfs een congres over georganiseerd en krijgen van VWS subsidie en van de Rabo bank om de mogelijkheid te onderzoeken. Dat laatste verbaat me een beetje, want er hoeft niets onderzocht te worden. Je kunt zo een stichting voor de zorg voor gehandicapten omzetten in een coöperatieve vereniging. Alleen ligt het initiatief dan bij de raad van bestuur van die stichting en niet bij een landelijke belangenorganisatie. Of die belangenorganisatie er met geld van de overheid in zal slagen om zorgorganisaties te overtuigen van de wenselijkheid van een ombouw is nog maar de vraag. Maar goede de basale gedachte is hetzelfde; in langdurige zorg kan een coöperatie een goed middel zijn om cliënten en hun verwanten beter bij de organisatie te betrekken dan via de cliëntenraad van een stichting. Je moet dan als bewoner of verwant wel betalen voor die extra zeggenschap door je lidmaatschap van de coöperatieve vereniging.
Een tweede voorbeeld in dezelfde gedachte is aan de orde bij zorgorganisatie ZINN (o.a. het Verpleeghuis Coendershof) in Groningen. Daar kunnen bewoners bovenop de basale zorg, die via een zzp wordt vergoed extra zorg kopen. De berichtgeving over dit initiatief is tendentieus: ‘Bewoners moeten voortaan betalen voor ommetje’ en dus wordt het idee verketterd. Maar als het gaat om extra zorg bovenop het pakket waar je via de AWBZ recht hebt, dan is het logisch dat je daarvoor moet betalen. Er zijn al veel organisaties, die deze weg op gaan. Coendershof kiest voor afzonderlijke betaling per dienst. Dat kan ook, maar een alternatief zou zijn om een pakket van extra zorg samen te stellen, waarop je je kunt abonneren door lid te worden van de coöperatie.
De twee voorbeelden omvatten precies de twee elementen uit mijn artikel, waarom ik de coöperatie een beter alternatief vindt dan de maatschappelijke onderneming. Punt 1: als directe stakeholder maak je je recht om mee te praten over de organisatie legitiem omdat je er voor betaalt door lid te worden van de vereniging. Punt 2: als lid van de coöperatie heb je een materieel belang, doordat je voor de contributie extra dienstverlening krijgt.