De markt mag niet werken van Ross
Datum: 17-01-2007
De markt mag niet werken van Ross
Tussen Clemence Ross en Agnes Kant woedt al een tijdje een strijd over de extra zorg die thuiszorgorganisaties in 2006 hebben geleverd. Vlak voor kerst slikte de staatsecretaris een motie van kamerlid Kant om thuiszorgorganisaties te betalen voor hun diensten. Dat was een eenmalig pardon zei de staatssecretaris, want thuiszorgorganisaties mogen niet zelf bepalen hoeveel zorg ze leveren. Gisteren bleek dat de betaling wordt uitgesteld en dat er eerst onderzoek moet komen. Kant vindt dat Ross de motie niet naar wens uitvoert.
Wat een onzinnige discussie. We zijn bezig marktwerking in de zorg in te voeren. De huidige bewindslieden zijn daarvan een warm voorstander. Mevrouw Kant voelt er minder voor.
Nu werkt de markt optimaal en nu gaat Ross remmen en Kant stimuleren. Dat is boeiend.
Zorgelijk vind ik dat hier door de bewindsvrouw onjuist geremd wordt en dat de verkeerde partij wordt aangepakt. Het probleem zit bij de zorgkantoren en niet bij de thuiszorgorganisaties. De zorgkantoren remmen de markt.
Ga maar na:
1 Er is vraag naar de dienstverlening van thuiszorgorganisaties. Die vraag neemt fors toe. Er is ‘onafhankelijk’ getoetst of die vraag maatschappelijke terecht is. Dat is zo, want het gaat om door het CIZ geïndiceerde zorg. Er is dus sprake van een rechtmatige vraag.
2 Er is koopkracht, want de AWBZ gelden voor deze marktvraag is volgens de staatsecretaris ruimschoots beschikbaar. Dat signaal heeft ze het hele jaar door al afgegeven.
3 Er zijn dienstverlenende organisaties, die aan de aan de koopkrachtige vraag kunnen voldoen en ook daadwerkelijk voldoen.
Zonder interventie van de zorgkantoren was er dus sprake van een rechtmatige koopkrachtige vraag, die binnen de overheidsregulering beantwoord kan worden. Dat is toch wat we met gereguleerde marktwerking willen?
Het systeem loopt vast, omdat de zorgkantoren te weinig zorg gecontracteerd hebben. Zij hebben de koopkrachtige vraag te laag ingeschat en kennelijk hun prognoses en de omvang van hun inkoop niet bijgesteld. Of ze hebben de verkeerde partijen gecontracteerd, namelijk organisaties, die niet hebben kunnen leveren, ook al was die koopkrachtige vraag er.
Het ‘eenmalig pardon’ voor zorgaanbieders die te veel geleverd hebben is dus onzinnig. Wie kan leveren en levert, als er vraag is, moet betaald worden. Wie niet kan leveren, krijgt geen geld.
Ross richt haar kritiek dus op de verkeerde partij. Zij moet thuiszorgorganisaties, die de vraag beantwoord hebben prijzen en de slechte presteerders laken. Zij moet de zorgkantoren er op wijzen dat ze verkeerd hebben ingekocht en hen opdragen (het zijn toch uitvoeringsinstanties) om voor 2006 te corrigeren en het voor 2007 beter te doen.
Dat instellingen en zorgkantoren nu moeten zoeken of er geld is in de regio en of dat herverdeeld kan worden, slaat nergens op. Ross moet de zorgkantoren op hun verantwoordelijkheid aanspreken. Zij moeten betalen voor geleverde zorg en geld terughalen als er geen zorg geleverd is.
Mijn advies aan de staatssecretaris: Bemoei u niet met de markt tussen cliënt en zorgaanbieder. Geïndiceerde zorg hoort geleverd te worden. Organisaties die dat doen horen betaald te worden.
Neem maatregelen om de belemmeringen voor dat proces weg te nemen. Misschien moet u de zorgkantoren maar versneld opheffen.