Eigendomsdiscussie stichting is onzinnig

Datum: 11-06-2013

Eigendomsdiscussie stichting is onzinnig

Het is in de mode om er een probleem van te maken dat de stichting geen eigenaren heeft. Of breder, zoals Chris Buiijnk van EZ schreef in het Nieuwjaarsartikel van ESB in januari 2013, dat er een maatschappelijk sturingsgebrek is bij (semi)publieke organisaties, omdat deze geen eigenaren hebben. Dat is onzin en het is de verkeerde discussie.

Het is onzin, omdat geen enkele Nederlandse rechtspersoon eigenaren heeft. Aandeelhouders zijn eigenaren van de aandelen van de vennootschap en niet van de vennootschap zelve. Leden zijn geen eigenaren van de vereniging, maar alleen lid. Dat blijkt duidelijk bij liquidatie van een vennootschap of vereniging. Bij een faillissement worden aandeelhouders of leden niet aangeslagen voor de resterende schulden. En bij een liquidatie met een positief saldo gaat dat saldo niet automatisch naar de leden of de aandeelhouders. De eigenaar van een huis blijft ofwel zitten met een restschuld of hij mag de overwinst in zijn zak steken. Deze vergelijking laat duidelijk zien dat vennootschap en (coöperatieve) vereniging geen eigenaren hebben. Voor de stichting geldt dat net zo. De stichting vormt dus geen ongewenste uitzondering, zoals de huidige mode suggereert, maar is op het gebied van eigendom gelijk aan alle andere rechtspersonen volgens het BW.

De misvatting komt voort uit de kritiekloze adaptatie van Amerikaanse opvattingen. Volgens het Amerikaanse recht zijn aandeelhouders eigenaren van de vennootschap (owners of the firm). Dat lijkt me geen goed voorbeeld, maar dat is een andere discussie. Feit is dat alle Nederlandse rechtspersonen geen eigenaren hebben en dat de stichting daarin geen problematische uitzondering is.

Er is wel een andere uitzondering. De stichting is door de wetgever ooit bedoeld als een rechtspersoon waar anderen zich niet mee mochten bemoeien en waar zij geen geld aan mochten onttrekken. Juristen noemen dat 'de dode hand'. De stichting was bedoeld voor legaten en kunstcollecties en het was niet de bedoeling dat de erfgenamen die te gelde maakten. De stichting mag daarom wel winst maken, maar aan niemand uitkeren.

Dat verbod tot uitkeren van winst heeft geleid tot de misvatting dat de stichting de ideale vorm is voor not for profit organisaties. Daarom is bevorderd dat verenigingen voor scholen, zorg en woningbouw op grote schaal omgezet werden in de 'niet winstgerichte' stichting. Omdat de stichting niet bedoeld is om je ermee te bemoeien, moesten vervolgens allerlei hulpconstructies bedacht worden om gebruikers medezeggenschap over de stichting te geven, zoals de cliëntenraad volgens de WMCZ. Dat kan wel werken, maar het blijft kunstmatig.

Het centrale probleem is dat we voor maatschappelijke ondernemingen de slechts denkbare rechtspersoon gebruiken vanuit de optiek van invloed op het bestuur en het toezicht op de onderneming. Dan moet je niet proberen de stichting te vervormen tot een gedrocht, waar hij niet voor bedoeld is. Dan moeten we het lef hebben om zorgorganisaties, scholen en woningcoöperaties op grote schaal om te zetten naar vennootschappen of verenigingen. Of we moeten ze nationaliseren en omvormen tot publiekrechtelijke onderdelen van de overheid, maar daar is in het verleden weinig goeds uit voortgekomen, dus dat is geen optie.

Het probleem is niet dat de stichting geen eigenaren heeft. Het probleem is dat bij een stichting de Algemene Vergadering ontbreekt. De AV is bij vennootschap en vereniging het 'hoogste' gezag, dat het beleid goedkeurt en de toezichthouders benoemt en ontslaat. Zo'n AV ontbreekt bij de stichting en mag ook eigenlijk wettelijk niet.
Als er al een probleem is, dan is het dat een groot deel van de maatschappelijke organisaties een algemene vergadering ontbeert, die toezicht en bestuur kunnen bijsturen.
Nu moeten we dat ook niet idealiseren, want veelal blijven aandeelhouders weg bij de AVA en zijn er maar weinig leden bij een ALV aanwezig. De opvolgers van Tabaksblat beijveren zich al jaren om grote beleggers bij de AVA te krijgen, tot nu toe met matig succes. En ook bij beursgenoteerde ondernemingen blijken de mogelijkheden om het bestuur te corrigeren gering, behalve door activistische aandeelhouders, die eigen belang voorop stellen.

Als we het dus vanuit governance oogpunt een bezwaar vinden dat de raad van toezicht van maatschappelijke ondernemingen zichzelf benoemt en ontslaat en niet gecorrigeerd wordt, dan moeten we kiezen voor een rechtspersoon met een Algemene Vergadering.
We kunnen het probleem van de zeggenschap dus oplossen door stichtingen om te zetten naar vennootschappen en verenigingen. Dan is er een AV die beleid bijstuurt en de toezichthouders benoemt en ontslaat. Klaar is Kees, daar hebben we geen studies en commissies meer voor nodig.

Dan is echter de volgende vraag, wie er lid mag worden van de algemene vergadering? Bij een vennootschap is dat duidelijk: dat zijn degenen, die aandelen bezitten. Zij kopen (en verkopen) via het aandeel dus het recht zich te bemoeien met de onderneming. Bij een vereniging krijg je het recht om mee te praten door lid te worden van de vereniging.
We hebben dus aandeelhouders of leden nodig om de AV te bemensen. Maar wie? En hoeveel zijn er nodig om een zekere maatschappelijke verankering te hebben? Bij de vroegere Kruisverenigingen was er een soort AV waar vaak de dienst werd uitgemaakt door een klein aantal leden, dat niet representatief was voor de leden en zeker niet voor de maatschappij. Bij de ziekenfondsen was er hetzelfde probleem. Willen we daar naar terug? Er zijn twee ziekenhuizen met aandeelhouders (Slotervaart en MC Lelystad), waarbij in Amsterdam de aandeelhouders met elkaar ruziën en niet duidelijk is wie het voor het zeggen heeft. Is dat het gewenste voorbeeld?

Het probleem is dus niet dat de stichting geen eigenaren heeft, maar dat maatschappelijke ondernemingen geen algemene vergadering hebben en dat we geen goed idee hebben wie er dan in zo'n AV de dienst mag uitmaken.

Laten we die discussie voeren in plaats van alsmaar op grond van een Angelsaksische misvatting te roepen dat 'eigendom van de stichting' het probleem is.

 

Laat een reactie achter