Is ‘Participeren in partnerships’ door VWS wel juist?

Datum: 09-08-2018

Is ‘Participeren in partnerships’ door VWS wel juist?

De Nederlandse School voor Openbaar Bestuur (NSOB) heeft de effectiviteit van de vier beleidsprogramma’s van VWS (Sneller Beter, In voor zorg!, Experiment Regelarme instellingen ERAI en Waardigheid en Trots) onderzocht. Het rapport daarover heet ‘Participeren in partnerships, een reflectie op de samenwerking van het ministerie van VWS met het zorgveld en is recent verschenen. Het onderzoek is volgens het rapport ‘gesubsidieerd door VWS’. Dat wekt de indruk dat het NSOB grotendeels zelf de onderzoeksvraag en uitvoering heeft kunnen bepalen.

Er staan waardevolle dingen in het rapport en het onderzoek lijkt gedegen en integer te zijn uitgevoerd. Er staan ook kritische kanttekeningen in, al zijn die nogal eens geformuleerd als een ‘maar’ na een positieve constatering. Merkwaardig is dat wel de baten van de programma’s worden beschreven, maar dat de kosten van de programma’s nergens zijn opgenomen. Om te kunnen beoordelen of een programma nuttig was, lijkt het mij noodzakelijk om de kosten en de opbrengsten van het programma met elkaar te vergelijken. Dat vind ik een belangrijke omissie in het rapport.

Als je vindt dat een overheid op deze wijze met het veld kan samenwerken, dan bevat het rapport lessen voor de toekomst. Die lessen zijn overigens veel nuttiger voor gemeenten in het sociale domein dan voor de Rijksoverheid, die volgens mij dit soort programma’s niet moet gebruiken.

Mijn grote bezwaar tegen het rapport is dan ook dat niet de principiële vraag gesteld wordt of VWS wel op deze wijze in ‘het zorgveld’ mag ingrijpen. Het rapport gaat daar op geen enkele wijze op in. Sterker nog, de onderzoekers lijken dit vanzelfsprekend te vinden. De eerste zin van hoofdstuk 2 is daarvoor onthullend: ‘Hoewel het Nederlandse Zorgstelsel behoorlijk goed presteert, zo bleek begin 2017 weer uit een onderzoek van Health Consumer Powerhouse dat het Nederlandse Zorgstelsel uitriep tot het beste van Europa, leeft bij het ministerie van VWS de wens om de zorg blijvend te verbeteren’. Het NSOB wijdt geen enkele kritische beschouwing aan deze ‘wens van VWS’, maar gaat mee in dit frame van de politiek. Dat is vreemd te meer daar Paul Frissen en Mark van Twist, medeauteurs van dit rapport en de leiding van de NSOB, in hun publicaties altijd -terecht- onverbiddelijk tegenstander zijn van onnodige interventies van De Staat. Het rapport heet ‘reflectie’ maar de reflectie of De Staat wel zo had moeten ingrijpen in een -volgens internationale onderzoeken- goed functionerende sector, ontbreekt geheel.
Dat valt me tegen van het NSOB. De samenleving zou ermee gebaat zijn als Frissen c.s. deze reflectie wel hadden opgenomen. Nu gaat men kritiekloos mee in het frame van de politiek dat De Staat zich met alles in de zorg moet bemoeien. Men maakt daarmee dezelfde denkfout als de commissie Goed Bestuur van Femke Halsema, dat ‘semipubliek’ betekent dat er gehandeld kan worden alsof de betreffende organisaties onderdeel van de overheid zijn. Dat zijn ze niet.

In Nederland hebben we geen National Health Service (NHS) en is de minister niet Chief Medical Officer van de gehele zorg. De minister is ook niet de generaal, die sturing geeft aan ‘het veld’. We hebben in Nederland een privaat georganiseerd zorgsysteem, dat gedeeltelijk publiek wordt gefinancierd (overigens maar 10% uit belastingen en voor het overige uit verzekeringspremies en eigen bijdragen). Bij de invoering van de huidige Zorgverzekeringswet in 2006 is dit bevestigd, door dezelfde Hoogervorst (VVD), die tegelijkertijd met zijn programma Sneller Beter zijn eigen principes overboord gooide.
Het is dan ongepast, onjuist en onbegrijpelijk als De Staat zelf gaat acteren met partnerships in een sector, omdat hij die sector ‘blijvend wil verbeteren’. In andere sectoren kiest men dan voor wet- en regelgeving en beloningen of boetes en is dergelijk Sovjet-ingrijpen ondenkbaar. Ziet u Carola Schouten leiding geven aan een programma ‘Sneller Stront Weg’, waar ze de regie over het mestoverschot naar het ministerie haalt en in een paternalistisch ‘partnershipprogramma’, waarin de landbouwsector volgend is? Ziet u Eric Wiebes de klimaattafels, waarin het ministerie het veld volgt, vervangen door een programma ‘In voor Duurzaam!? Ik niet. De sector zou direct in opstand komen vanwege zoveel bemoeizucht. Maar in de zorg gebeurt het wel en nog wel vier keer. En de sector komt niet in opstand, maar zegt dat de programma’s een succes waren omdat ze de minister en de gezanten mochten ontmoeten en omdat de ambtenaren ‘het veld’ leerden kennen. Alleen al de term ‘zorgveld’ is misleidend voor een van de grotere sectoren in de Nederlandse economie.

Uit het rapport blijkt dat het ministerie de sector ook niet serieus neemt. Drie van de vier programma’s leunen op externe partijen van buiten de sector (gezanten, consultants, buddy’s etc.). De bestaande partijen in de sector worden buiten spel gezet, zoals de verzekeraars, de branche- en beroepsorganisaties, de professionals en de eigen ZBO’s van de overheid. Expertise uit de sector wordt niet gebruikt.
Dergelijk ingrijpen van De Staat is misschien gerechtvaardigd in tijden van oorlog of crisis, maar de problemen in de zorg zijn niet zo dramatisch dat een dergelijk ingrijpen nodig is.

Ik vind het jammer dat NSOB dit fundamentele punt volkomen buiten de reflectie laat. Het lijkt wel of de onderzoekers zo geboeid zijn door het ‘collaborative governance model’ (pagina 20) en door het ‘experiment’ met andere dan de klassieke overheidsinterventies, dat ze zich deze vraag niet gesteld hebben. Wat mij betreft moet De Staat zich niet op deze wijze een sector toe-eigenen en sturen. Als VWS zich zo met de zorg wil bemoeien, dan moeten ze de zorg nationaliseren, wat een heel slecht idee is. Als het huidige stelsel blijft, moet VWS niet langer dit soort paternalistische programma’s opzetten.

Aan het begin gaf ik aan dat het rapport veel waardevols bevat. Daar ga ik in een volgende blog op in.

Laat een reactie achter