De marktwerking in de zorg is niet ‘doorgeschoten’, maar onvoldoende gereguleerd
Datum: 04-03-2019
De marktwerking in de zorg is niet ‘doorgeschoten’, maar onvoldoende gereguleerd
Minister Hugo de Jonge heeft in een interview in het AD gezegd dat ‘marktwerking in de zorg is doorgeslagen'. Zo’n bericht leidt op Twitter en LinkedIn tot veel commentaar van mensen die ‘het altijd al gezegd hebben’ gevolgd door negatieve connotaties over alle politici. Volgens mij lezen ze dan niet goed wat De Jonge zegt. Hij benoemt haarscherp de zaken, die de politiek had willen regelen om de markt goed te reguleren en die vervolgens op emotie door de Tweede of Eerste Kamer zijn afgeschoten. De marktwerking is dus niet ‘doorgeschoten’, maar onvolledig gereguleerd. Wie wil weten waar het aan mankeert, zou de afscheidsrede van Wynand van der Ven als hoogleraar aan de Erasmus Universiteit in 2015 nog eens moeten lezen. Van der Ven signaleert deels dezelfde systeemfouten als De Jonge, zoals het absolute recht om zelf de zorgverlener te kiezen, ook als deze niet gecontracteerd is en toch voor 80% betaald moet worden. Door de framing van dit onderwerp als ‘vrije artsenkeuze’, deed de Eerste Kamer in 2014 iets heel doms, namelijk niet instemmen met wijziging van artikel 13 van de ZVW. Lees op pagina 38 e.v. van de afscheidsrede van Van der Ven hoe stom hij dat vindt en waarom. Minister De Jonge blijkt het helemaal met hem eens. Van der Ven noemt (pagina 22) nog een paar falende randvoorwaarden, die deels ook bij De Jonge terugkomen:
1. De kans op risicoselectie, waardoor solidariteit onder druk komt te staan;
2. Onvoldoende transparantie van de kwaliteit van de zorg, zodat de burger niet goed kan kiezen;
3. De gebrekkige bekostigingssystemen voor het zorgaanbod;
4. De ineffectieve fusietoets.
Met uitzondering van punt 1 noemt De Jonge ze allemaal in zijn interview: geen zicht op kwaliteit, uurloon is niet de goede bekostiging en er moet meer naar samenwerking dan naar concurrentie worden gekeken. Wouter Bos heeft als bestuursvoorzitter van het VUMC op dat laatste ook al gewezen. VUMC en AMC hadden liever samengewerkt en de taken verdeeld dan te fuseren, maar herverdeling van taken werd door de ACM niet toegestaan, omdat dat ‘verdeling van de markt’ is en dus kartelvorming. Dus nu zitten we met een enorm AU-mc, terwijl het ook anders had gekund. De Jonge en Bruins hebben bij ACM en NZA ook nog wel werk te verrichten om samenwerking i.p.v. concurrentie in de zorg mogelijk te maken.
Over dat verkeerde fusiebeleid zegt ook Marco Varkevisser (februari 2019) veel interessants in zijn oratie ter gelegenheid van zijn benoeming tot hoogleraar Marktordening in de Gezondheidszorg. Hij vindt dat veel te veel fusies van ziekenhuizen onnodig zijn en noemt die ook bij naam. Ook stelt hij vast dat de krampachtigheid (mijn woorden) rond het verbieden van winstuitkering voor zorgaanbieders de markt onnodig complex maakt. Ik heb daar ook al eens een blog over geschreven. Varkevisser noemt eveneens vier redenen, waarom de zorg een onvolkomen markt is, die gereguleerd moet worden:
1. In de gezondheidszorg is geen sprake van homogene producten en diensten, waardoor er grote kwaliteitsverschillen kunnen zijn;
2. Zorgaanbieders hebben door hun marktaandeel de mogelijkheid om hun aanbod en de prijs daarvan deels op te leggen aan de markt;
3. Toe- en uittreden uit de zorgmarkt is niet vrij, er gelden strenge toelatingseisen, waardoor de concurrentiedruk van nieuwkomers op de gevestigde partijen gering is;
4. Zorgmarkten zijn niet transparant, waardoor een goede keuze van de vragende partij niet mogelijk is.
In de rest van zijn oratie werkt Varkevisser dat helder uit.
De combinatie van de afscheidsrede van Van der Ven en de oratie van Varkevisser geven een mooi overzicht van hoe er in Nederland al jaren gezocht wordt naar een goed evenwicht tussen private afstemming van vraag en aanbod in de zorg enerzijds en overheidsregulering anderzijds. Van der Ven schetst hoe de sovjetachtige overheidssturing aan het eind van de vorige eeuw helemaal was vastgelopen en hoe consistent de plannen voor gereguleerde marktwerking in plaats daarvan waren, die in 2006 leidden tot de nieuwe zorgverkeringswet. Waar het daarna mis ging, is dat politici zich geleid door emotie, ideologie, lobby van zorgprofessionals en de daaruit voortvloeiende publieke verontwaardiging lieten verleiden om hun werk niet af te maken. Daardoor zitten we nu met een marktwerking die niet werkt en een regulering, die de verkeerde dingen regelt en andere dingen laat liggen. De Jonge raakt in zijn interview de kern van het verzuim van de overheid om de zorgmarkt goed te regelen. Werk aan de winkel in Den Haag om te voltooien en te vervolmaken wat in 2006 is ingezet. Als u wilt weten hoe, lees dan de redes van Van der Ven en Varkevisser. Mocht minister De Jonge die redes nog niet gelezen hebben, dan moet hij dat zeker doen. Het geeft onderbouwing voor zijn stellingen.