Professional of pecunial?

Datum: 26-05-2016

Professional of pecunial?

De strijd tussen gynaecologen/obstetristen en verloskundigen over de geboortezorg is weer opgelaaid. Al jaren heeft Nederland een van de hoogste babysterften bij en vlak na de geboorte. In 2010 stond Nederland op nummer 5 in Europa bij de zogenaamde perinatale sterfte, na landen als Albanië en Roemenië. Sindsdien schijnt het iets beter te gaan. Over de oorzaken zijn stapels rapporten geschreven, die sterk gekleurd zijn door de opdrachtgever. Volgens onderzoeken in opdracht van gynaecologen ligt het aan de thuisbevalling. Volgens onderzoeken in opdracht van verloskundigen ligt het daar zeker niet aan, maar aan o.a. de slechte bereikbaarheid van gynaecologen als een vrouw tijdens de bevalling naar het ziekenhuis wordt ingezonden. Om aan dit gedoe een eind te maken, heeft minister Schippers in 2011 het College Perinatale Zorg ingesteld onder leiding van Chiel Bos. In april 2016 is de KNOV (Koninklijk Nederlandse Organisatie van Verloskundigen) uit dat college gestapt nadat ze het gezamenlijke protocol van het CPR had afgewezen en de voorzitter de verloskundigen had verweten dat ze niet bereid zijn tot verandering. Sindsdien is er ruzie, Schippers probeert de partijen weer aan een tafel te krijgen.
De Volkskrant berichtte gisteren zelfs op de voorpagina over dit probleem. De ruzie gaat over verdeling van verantwoordelijkheden, risico inschatting (bij de zwangerschap) en over geld. Wie uiteindelijk de vrouw tijdens de bevalling bijstaat, de verloskundige of de gynaecoloog, krijgt het meeste geld. Omdat beide professionals vaak ‘vrijgevestigd’ zijn, is dat inkomen in onderneming en dus niet zonder belang.

De geboortezorg is niet het enige terrein waar geld een grote rol speelt, maar deels verborgen wordt achter professionele argumenten. Voor medisch specialisten is een rare constructie opgetuigd, die Medisch Specialistisch Bedrijf (MSB) heet, alleen om de fiscale voordelen van de schijnondernemingen van vrijgevestigde specialisten overeind te houden en te voorkomen dat de vrijgevestigde specialisten net als andere zzp’ers met één opdrachtgever worden beticht van een fictief dienstverband. De argumenten voor het MSB zijn echter grotendeels van professionele aard.
Veel discussies tussen de Landelijke Huisartsen Vereniging werden gevoerd vanuit het professionele domein van de huisarts, maar gingen feitelijk over geld. De beweging ‘Het roer om’ lijkt daarop een uitzondering.
Vorige week luidden de SEH’s (Spoed Eisende Hulp) van de Noord-Hollandse ziekenhuizen de noodklok, omdat de wachttijden oplopen en er mensen doorgestuurd worden naar andere SEH’s. Ook hier ging het zogenaamd niet over geld. Maar twee jaar geleden vonden de zorgverzekeraars dat er -zeker in Amsterdam- te veel SEH’s waren en stelden een concentratieplan op. Dat is door de ACM (Autoriteit Consument en Markt) afgeschoten omdat het de concurrentiepositie van ziekenhuizen en medisch specialisten zou aantasten en dus in strijd zou zijn met de mededingingswet. Die twee zaken sporen niet met elkaar. Ook hier speelt geld volgens mij een grote rol, omdat de specialisten en het ziekenhuis een flink deel van hun klanten binnen krijgen via de SEH. Toch zijn kwaliteit en professionele standaarden formeel het item waar het om draait.

Ik ben in de loop der jaren een beetje achterdochtig geworden als ik de beroepsverenigingen professionele argumenten hoor hanteren, waardoor iets niet kan. Gaat het dan om de inhoud van het vak of om de onderneming van de professional? Te vaak lopen die zaken door elkaar. Het is dan maatschappelijk onvoldoende duidelijk of het om de professie of om de pecunia gaat of beiden. Ik heb de neiging om in dit soort discussies de vraag te stellen: Spreekt u nu als professional of als pecunial?

Laat een reactie achter