De Hoofdzonden als denkraam: de Imtech casus
Datum: 12-08-2014
De Hoofdzonden als denkraam: de Imtech casus
Het zou van Hoogmoed getuigen als ik zou denken dat de redacteuren van het FD zich laten inspireren door mijn ingezonden artikel over governance en de zeven hoofdzonden. Toch is het leuk om in de krant van zaterdag te lezen dat Pieter Couwenbergh en Siem Eikelenboom het beeld van de zeven hoofdzonden gebruiken om de neergang van Imtech te beschrijven. Volgens beide redacteuren zijn zes van de zeven hoofdzonden van toepassing. Alleen ‘Afgunst’ zien ze niet terug in deze casus. Ze zien veel parallellen met de situatie bij Ahold in 2003. Zeer de moeite waard om het artikel te lezen.
Het sterkt mij in de gedachte dat we af en toe heel anders naar governance moeten kijken dan de formalistische, op regels en straffen gerichte, denktrant die nu maatschappelijk en vooral politiek overheerst. Er is bijna een vast patroon te zien in situaties, waarin het uiteindelijk misgaat. Dat patroon doet zich in alle sectoren voor. Heel vaak is de held van gisteren de gevallen engel van vandaag.
Het begint mis te gaan als we het succes van een organisatie, van een land of van een beweging toe gaan schrijven aan één persoon. Die persoon wordt dan zelf hoogmoedig. Zijn hele omgeving wordt voor banen en privileges afhankelijk van hem (hebzucht). Er is niemand meer die hem tegen durft te spreken enerzijds vanwege de afhankelijkheid, maar anderzijds omdat de persoon in woede ontsteekt als hij tegenspraak krijgt. Dus lopen de managers, de medezeggenschapsorganen, de accountant, de toezichthouders en de externe partijen aan de leiband van de held. Vaak wordt hij ook door politiek, analisten en pers als voorbeeld gesteld. Dat was zo bij Cees van der Hoeven, maar ook bij Erik Staal van Vestia en Aysel Erbudak van het Slotervaart.
De toezichthouders zijn zwak en adoreren de held ook. Daarom worden ze of bang of gemakzuchtig in hun toezicht. Als ze het dan ook niet meer begrijpen, zoals bij Vestia, dan is er van feitelijk toezicht geen sprake.
De gemakzucht van de toezichthouders blijkt ook uit het continueren van het dienstverband van de ‘held’, ver over de houdbaarheidsdatum heen. Henny Ruiter, president-commissaris van Ahold, had een jaar eerder Van der Hoeven opnieuw gecontracteerd, waarbij hij zei dat Van der Hoeven onmisbaar was en eigenlijk gekloond zou moeten worden. Een jaar later moest hij zijn held ontslaan vanwege grote problemen en malversaties. Ook Van der Bruggen van Imtech heeft er lang gewerkt en is steeds gevraagd om te blijven. De situatie met Möllenkamp bij Rochdale heb ik in een eerdere blog al beschreven. In de zorg zijn Paul Smits van het Maasstad ziekenhuis en Elmer Mulder van het VUMC voorbeelden van een door de raad van toezicht bejubelde held op de ene dag en gevallen engel op de volgende dag. Je kunt je afvragen of onze huidige helden in de zorg, zoals Loek Winter en Jos de Blok op enig moment een dergelijke val te wachten staat. Het interview van Mathieu Weggeman in Lucide (02 zomer 2013) over zijn toezicht bij Buurtzorg laat in ieder geval zien dat de adoratie voor de bestuurder al tot gemakzucht bij deze toezichthouder heeft geleid.
Het artikel in het FD over Imtech toont aan dat de Hoofdzonden een bruikbaar denkraam is om governancesituaties te duiden. Het zou mooi zijn als we dat preventief konden gebruiken in plaats van alleen beschrijvend achteraf. Daar blijf ik over nadenken. Suggesties zijn welkom.