'Het is niet verboden'
Datum: 17-06-2014
'Het is niet verboden'
De top van de NZa is zojuist afgetreden vanwege de publicaties over dienstreizen, betaald door degenen, waarop ze toezicht houden. De bestuurders ‘nemen afstand van deze publicaties’ en de NZa zegt dat ‘het niet verboden was’.
Iets soortgelijks zegt Marcel de Vries tijdens zijn verhoor door de parlementaire enquêtecommissie over de woningcorporaties. Hij vindt dat het niet verboden was en of het onjuist is moeten juristen maar uitmaken. Ook Jurgen van Breukelen, de afgetreden bestuursvoorzitter van KPMG, vond dat hij niets verkeerd had gedaan met het vastgoedproject in Blaricum: ‘Het paste binnen de regels’.
Ik vind die manier van denken onbegrijpelijk en moreel verwerpelijk. Alsof je geen eigen geweten hoeft te hebben en alles mag doen, wat niet verboden is. Als je een belangrijke positie inneemt, hoor je toch moreel besef te hebben van wat wel en niet betamelijk is. Zeker als je anderen de maat moet nemen, zoals accountants (KPMG) en externe toezichthouders (NZa en eerder Kalbfleisch van de NMA, alhoewel deze is vrijgesproken van meineed). Bij de NZa vind ik het extra erg, omdat dit orgaan vorig jaar een groot deel van de zorg van fraude heeft beticht en die beschuldiging niet in de volle breedte waar kon maken.
Naast het gebrek aan moreel besef bij sommige mensen, speelt er nog iets. Sinds de negentiger jaren van de vorige eeuw is Nederland in de ban van het Angelsaksische denken (vooral USA) over ondernemingsbestuur en overheidsbestuur (New Public Management), waarmee het Rijnlandse denken bij het oud vuil is gezet. Daardoor zijn we opgeschoven van ‘principle based’ naar ‘rule based’. In het Rijnlands denken handel je in de geest van een overeenkomst of de wet (principle based) en in het USA denken handel je naar de letter van de wet of overeenkomst. In de USA is alles wat niet expliciet verboden is, toegestaan. Dat leidt tot een hele industrie om gaten in de wet te vinden of de ruimte in een overeenkomst te zoeken.
Deze ‘Amerikaanse ziekte’ is nu zo ver doorgewoekerd dat mensen als Langejan, De Vries en Van Breukelen zich er op beroepen. En zij zijn niet de eersten of de enigen.
De politieke oplossing is meestal om nog meer regels te maken. Dan is er meer verboden. Maar als je morele kompas is dat alles mag wat niet verboden is, dan zullen mensen blijven zoeken naar gaatjes om hun ‘zonden te bedrijven’.