Veiligheid

Datum: 30-03-2012

Veiligheid

Ik schreef al eerder blogs over de workshops Toezicht op Kwaliteit en Veiligheid (TOKV), waarvan afgelopen donderdag al weer de achtste plaatsvond. De workshops zijn verschillend maar een aantal thema's komen regelmatig terug. Hoe gek het ook moge klinken, een van de terugkerende thema's is de 'veiligheid' binnen de raad van toezicht en tussen raad van toezicht en raad van bestuur. Is het voor toezichthouders en voor bestuurders binnen de raad van toezichtvergadering veilig genoeg om eerlijk en open te zijn? Dat lijkt vanzelfsprekend, maar is het niet.

Er is niet altijd een cultuur van open communicatie, waarin je als toezichthouder moeilijke vragen kunt stellen. Veel toezichthouders worstelen daar mee. Er zijn bestuurders die er niet van houden om kritisch benaderd te worden. Ze zien dat als een aantasting van hun verantwoordelijkheid of 'op hun stoel gaan zitten'. Dan is het lastig om voorgenomen besluiten van de raad van bestuur kritisch te benaderen en al helemaal om te zeggen dat je goedkeuring wilt onthouden aan zo'n voorgenomen besluit.

Maar ook bestuurders voelen zich soms onveilig als de raad van toezicht (te) kritisch is. Ze hebben dan het gevoel dat er geen vertrouwen meer is, terwijl de toezichthouder juist kritisch durf te zijn, omdat het vertrouwen er is. Ze durven niet te vertellen wat er niet goed gaat of waar ze zich zorgen over maken uit angst om erop af gerekend te worden of als zwakke bestuurder gezien te worden. Dat is een gevaarlijke ontwikkeling, want dan komen de risico’s niet echt meer op tafel.

Binnen de raad van toezicht onderling is het eveneens niet altijd veilig genoeg. Met een dominante voorzitter durf je als gewoon lid niet alles te vragen uit angst om voor dom of lastig versleten te worden. Als de auditcommissie met grote stelligheid zegt dat de jaarrekening op orde is, durf je dan als niet financieel deskundige nog iets te vragen over een vaag risico op pagina 13 van de toelichting? Waarschijnlijk niet, zeker niet als je al eens eerder je neus hebt gestoten.

Een aantal keren hebben leden van de commissie 'kwaliteit en veiligheid' tijdens de workshops vertelt hoe moeilijk het soms is om bij de rest van de raad van toezicht gehoor te vinden voor zorginhoudelijke vraagstukken. Zeker als die niet zo goed meetbaar zijn als financiën (lijken te) zijn. Als jij verstand hebt van zorg, dan laten de andere leden van de raad, die meer in geld of vastgoed zijn geïnteresseerd, het graag aan jou over. Dan voel je je als inhoudsdeskundige een roepende in de woestijn. Krijg je dan de andere leden mee in het denken over kwaliteit of kun je er beter op eigen houtje mee aan de slag gaan uit angst dat je door de anderen wordt afgeserveerd. Overigens is dit wel aan het veranderen. Steeds meer raden van toezicht zijn zich bewust van het belang van toezicht op kwaliteit en voelen zich daar verantwoordelijk voor. Er komen daarom ook steeds meer financiële mensen naar onze TOKV workshops.

Terug naar het onderwerp van deze blog, de onveiligheid binnen de 'bestuurskamer'. Dat is niet een probleem dat zich alleen binnen de zorg voordoet. Lees 'De Prooi' er maar op na hoe het toeging binnen de raad van commissarissen van ABNAMRO. Kijk maar naar de berichten over Vestia.

We kunnen nog zoveel governance codes schrijven, wetten maken en 'misstanden' onderzoeken, maar we moeten onderkennen dat het groepsproces in de bestuurskamer een belangrijke belemmering kan zijn voor goed toezicht. De veiligheid binnen de raad van toezicht en tussen raad van toezicht en raad van bestuur is een belangrijke voorwaarde voor goede governance. Ik denk dat we daar meer aandacht voor moeten hebben. Niet pas als het te laat is, maar bij de werving van toezichthouders en bij de jaarlijkse evaluatie van de raad van toezicht.

Hoe is het met de veiligheid binnen uw raad van toezicht gesteld?

Laat een reactie achter