Hoe weet de raad van toezicht of de kwaliteit en veiligheid goed zijn?

Datum: 24-10-2011

Hoe weet de raad van toezicht of de kwaliteit en veiligheid goed zijn?

Over de vraag in de titel organiseert C3 workshops voor toezichthouders. De belangstelling is groot. We hebben inmiddels zes workshops vol en voor de zevende zijn nog maar een paar plaatsen. Daarom organiseren we binnenkort de achtste workshop.

De eerste bijeenkomst was een succes. Onze zaal zat behoorlijk vol met toezichthouders van grote en kleine organisaties. Na een korte presentatie van Bart Wijnbergen barste er een levendige discussie los, die zich ook tijdens de maaltijd voortzette. Om acht uur moesten we echt een eind maken aan het debat, dat anders tot diep in de avond zou zijn doorgegaan. In deze blog geef ik een paar impressies uit de avond.

Het antwoord op de vraag hoe de raad van toezicht weet dat kwaliteit en veiligheid goed is bestaat tenminste uit twee elementen:
– Wat is goede kwaliteit en veiligheid?
– Wat is de rol van de toezichthouder?
Het gesprek op 13 oktober bewoog zich steeds tussen deze twee elementen. Er waren veel medici in de groep, die ook toezichthouder zijn. Dat leverde uiteraard veel input op voor de eerste vraag.

In deze blog ga ik in op de tweede vraag, omdat de zoektocht van toezichthouders daar vooral over gaat. Als er ergens iets mis gaat wijzen politiek en pers vaak minstens zo veel naar de raad van toezicht als naar de raad van bestuur. Toezichthouders zijn zich van dit fenomeen bewust, maar realiseren zich ook dat daarmee de rol van de raad van bestuur kan worden uitgehold. De raad van bestuur is en blijft verantwoordelijk voor het besturen van de organisatie. En dus ook voor de kwaliteit en de veiligheid van de zorg, die de organisatie levert. De toezichthouder moet dus weten of de RvB de kwaliteit en veiligheid onder controle heeft en niet zelf willen weten of het wel goed zit. Maar hoe doe je dat? Welke vragen stel je aan de RvB? Volsta je met vragen aan de RvB of ga je zelf op onderzoek uit?
Op de laatste vraag is en blijft het antwoord overtuigend ‘Neen’. Je moet wel zorgen dat de RvT niet alleen van de informatie van de bestuurder afhankelijk is, maar je moet niet zelf informatie gaan verzamelen of gaan onderzoeken. Als je dat doet moet je eerst de bestuurder naar huis sturen, want dan neem je het van hem over. Het is echter bepaald niet gemakkelijk om je daarin als toezichthouder goed te positioneren.

De toezichthouders in de workshop zitten in raden van toezicht, waar een auditcommissie ‘Kwaliteit en Veiligheid’ is en waar een inhoudelijk deskundige in de RvT zit. Dat geeft weer een nieuw probleem. Als de kwaliteit van zorg is belegd bij een deel van de raad, dan is de kans groot dat de rest van de RvT zich niet meer verantwoordelijk voelt. De medici/toezichthouders hebben soms het gevoel dat iedereen op hen leunt als het om kwaliteit gaat. Dat is niet goed want de raad is gezamenlijk en integraal verantwoordelijk. Dus moet iedereen op de hoogte zijn van de kwaliteit en daar ook visie op hebben. Zoals je de jaarrekening niet aan de financiële auditcommissie kunt overlaten, kun je kwaliteit en veiligheid aan één deskundig lid of aan de commissie kwaliteit overlaten. Dat vraagt goede communicatie tussen commissie en hele raad en goede inhoudelijke discussies met de gehele RvT en de RvB over wat kwaliteit is en hoe we weten of die goed is.

Een goede richting is in ieder geval om de RvB te vragen wat de 10 grootste risico’s in de organisatie zijn en hoe de RvB denkt die risico’s te beheersen. Een van de deelnemers is ziekenhuisbestuurder, maar nam deel in zijn rol van toezichthouder bij een VVT organisatie. Een andere deelnemer is toezichthouder in het betreffende ziekenhuis. Dat betekent dat in tenminste twee organisaties in de volgende RvT vergadering de vraag naar de grootste risico’s wordt gesteld. Maar ook de andere toezichthouders zullen die vraag waarschijnlijk aan hun bestuurder gaan stellen.

Er valt nog veel meer te vertellen over de workshop. Dat doe ik in volgende blogs, waarin ook de C3 visie naar voren komt.

De deelnemers waren heel tevreden met de workshop. Een paar uitspraken:
– ‘Ik ga weg met heel andere vragen, dan waar ik mee kwam’
– ‘Ik neem een aantal essentiële dingen mee, die ik me niet eerder had gerealiseerd’
– ‘Still confused but on a higher level’
– ‘Leuke workshop met aardige mensen. Gelukkig zijn we niet de enigen, die met dit vraagstuk worstelen. De onderlinge reflectie en de input van C3 hebben me veel gebracht’
– ‘Hoe kunnen we het meer vanuit het patiëntenperspectief bekijken en niet formaliseren’
– ‘Veel goede tips gehad’

 

Laat een reactie achter