Geen zuivere koffie
Datum: 24-07-2011
Geen zuivere koffie
In de Volkskrant van donderdag 21 juli jl. stond het bericht dat Max Havelaar geen zuivere koffie meer kan leveren. Fair Trade, de moederorganisatie, kan niet voldoende koffie kopen van de boeren in haar coöperaties. Ze koopt daarom op de gewone markt koffie in, waarvan niet bekend is of aan haar kwaliteitseisen voldaan wordt. Dat holt de waarde van het keurmerk uit. Het artikel gaat verder over de oplossingen, die Fair Trade zoekt om aan koffie te komen, zonder haar eigen geloofwaardigheid aan te tasten.
Ik vind de oorzaken van dit probleem minstens zo interessant, omdat daaruit veel te leren is over het functioneren van coöperaties. De boeren, die aan Fair Trade leveren, zijn verenigd in coöperaties. Zo’n coöperatie garandeert de boeren een minimumprijs voor hun koffie. Die prijs wordt drie maanden voor de oogst vastgelegd. Jaren ging dat goed en was die minimumprijs meer dan de prijs, die boeren op de vrije markt kunnen krijgen. De laatste jaren stijgt de koffieprijs van met name Arabica koffie op de wereldmarkt sterk. Daardoor kan een boer met vrije verkoop van zijn koffie nu twee keer zo veel geld per kilo ontvangen dan wanneer hij voor de minimumprijs aan de Fair Trade coöperatie levert. Veel boeren doen dat uiteraard, waardoor Fair Trade te weinig koffie heeft.
Hier is dus iets niet goed geregeld in de coöperatieve gedachte. In de overeenkomst, die een boer sluit met een coöperatie moeten de verplichtingen wederzijds zijn. De boer krijgt een gegarandeerde minimumprijs, maar is ook verplicht daarvoor te leveren. Die verplichting zijn de idealisten van Fair Trade kennelijk vergeten op te nemen in het contract. Kennelijk hebben ze ook geen bepaling opgenomen over het bijstellen van de gegarandeerde prijs als het verschil met de marktprijs te groot wordt (zowel naar boven als naar beneden). Beide omissies brengen Fair Trade nu in de problemen.
Je kunt het natuurlijk dom vinden van Fair Trade dat ze dit niet goed geregeld hebben. Dat is het ook, maar aan de andere kant begrijp ik het wel. Men is begonnen vanuit de situatie dat boeren veel te weinig kregen voor hun koffie. De Fair Trade coöperatie wilde hen helpen en zekerheid bieden. Dan denk je er niet aan dat de prijs ook wel eens kan stijgen. En je kunt je evenmin voorstellen dat die boeren, die je jarenlang ‘geholpen’ hebt niet solidair aan de coöperatie zullen zijn als ze elders meer geld krijgen.
Het voorbeeld levert interessante lessen op voor het werken met een coöperatie:
– Regel altijd dat de rechten en plichten van een lid en van de coöperatie met elkaar in evenwicht zijn. Tegenover de voordelen die je als lid hebt staan verplichtingen, waaraan je moet voldoen. Dat kan verplichte levering zijn of het voldoen aan kwaliteitscriteria. Maar het kan ook gedwongen winkelnering zijn. Als je bij voorbeeld lid bent van een inkoopcoöperatie, dan moet je niet buiten die coöperatie hetzelfde rechtstreeks kunnen inkopen.
– Ga niet uit van één bekende situatie (in dit geval: te lage koffieprijs), maar exerceer ook door hoe bestendig de afspraken zijn als de situatie verandert (in dit geval: veel hogere prijs dan het coöperatieve minimum).
Deze lessen zijn ook voor coöperaties in de zorg van belang, zeker wanneer idealistische en zakelijke doelen gecombineerd worden.