30 seconden
Datum: 22-05-2011
30 seconden
Afgelopen week was er commotie over de spoedtelefoon van de huisartsen. Volgens een norm van de LHV uit 2008 moet iedere huisarts binnen 30 seconden zijn telefoon voor spoednummers opnemen. Uit een onderzoek van de IGZ blijkt dat 25% van de huisartsenpraktijken niet aan deze norm voldoet. Gerrit van der Wal, de inspecteur-generaal, en Edith Schippers spreken er schande van. De praktijken krijgen twee maanden de tijd om aan de norm te voldoen. Doen ze dat niet, dan gaat VWS boetes opleggen. Volgens de IGZ is de patiëntveiligheid ernstig in gevaar doordat niet aan de norm is voldaan.
De LHV vindt het ‘ronduit teleurstellend’, dat niet aan haar norm wordt voldaan. Ook sommige huisartsen vinden volgens een artikel in de Volkskrant dat het hoog tijd wordt om boetes op te leggen. Dat zal de situatie zeker verbeteren.
Aan de andere kant klagen huisartsen op de Skipr-site dat de IGZ zijn werk niet goed heeft gedaan. Bij een praktijk werd niet het spoednummer gedraaid, maar een nummer voor de apotheek. De IGZ heeft volgens deze huisartsenpraktijk niet goed op de website gekeken en haar conclusie niet geverifieerd. De reactie van de woordvoerder van de IGZ is dat er in zo’n onderzoek nu eenmaal fouten zitten. Dat was bij het onderzoek naar IC’s ook. Dat onderzoek moest de IGZ vanwege de vele fouten terugnemen. Is dit onderzoek beter gedaan?
Los van de vraag of het onderzoek goed is gedaan, vind ik het zorgelijk dat een ‘veldnorm’ (zo noemt de IGZ dat) uit 2008 heilig wordt verklaard en een afwijking van de norm als een risico voor patiënten wordt gezien. Kunnen we ons niet beter de vraag stellen of de norm wel goed is?
De norm is dat iedere patiënt, die het spoednummer belt binnen 30 seconden een medisch deskundige aan de lijn heeft. Dus geen assistente, maar de dokter zelf. Hoe zit het als er meer patiënten achter elkaar het spoednummer bellen? Moeten die dan allemaal binnen 30 seconden antwoord hebben? Een gesprek van een huisarts met een patiënt met een spoedvraag zal al gauw enkele minuten duren. Dus voor iedere volgende patiënt moet een volgende dokter gereed staan. Dat is toch een irreële eis. Is er weleens gekeken hoe de frequentie van het bellen naar een spoednummer is en hoe vaak er meer patiënten tegelijk bellen? Want dat bepaalt hoeveel dokters er klaar moeten zitten om de telefoon te beantwoorden.
Een heel andere kwestie is met wat voor soort vragen patiënten naar een spoednummer bellen, hoe vaak die vragen voorkomen en wat de huisarts dan doet. Ik kan geen enkele vraag bedenken. Een val van de trap, een hartaanval, epilepsie, een hypo, een bloeding; allemaal situaties, waarin je veel beter 112 kunt bellen dan de huisarts, die daarna toch de ambulance stuurt. Is de patiënt te vervoeren, dan kun je beter in je auto stappen en naar de dichtstbijzijnde SEH rijden. Ook dan bel je de huisarts niet. Blijft over een ouder, die ongerust is over een ziek kind. Maar is daar een spoednummer voor nodig?
Bovendien lijkt het mij verstandig om naar het hele traject te kijken. Mijn vrouw en ik hebben een uiterst ordelijke huishouding, maar ik denk dat ik toch 3 minuten nodig heb om het spoednummer te vinden. In meer chaotische huishoudens duurt dat dan langer. Bovendien, hoe lang doet de patiënt en zijn omgeving erover om te beslissen dat het spoed is en dat hij de huisarts (en niet 112) wil bellen. Laten we eens aannemen dat het 7 minuten duurt voor de telefoon gepakt wordt. En daarna moet de huisarts binnen 30 seconden klaarstaan.
Mij lijkt de norm dus onzinnig en nutteloos. Daarnaast is de norm kostenverhogend, want in al die huisartspraktijken moeten kosten gemaakt worden om aan de norm te voldoen. En er worden boetes opgelegd als ze dat niet doen. Die boetes is ook geld, dat aan de directe zorg onttrokken wordt. Volgens mij kan de LHV samen met het NHG (die over normen, standaarden en protocollen gaan) beter de norm nog eens tegen het licht houden. En moet de IGZ eens met de minister in overleg of het geen suboptimalisatie is om drie spoedsystemen (112, SEH en huisarts) naast elkaar in de lucht te houden.