Mores
Datum: 14-05-2011
Mores
Er is veel publiciteit over de vastgoedfraude bij het Bouwfonds nu de hoofdverdachte Jan van V. terecht staat. Van V. geeft via interviews ook inzicht in wat hem bewogen heeft. In de Volkskrant van woensdag 11 mei vertelt hij ook hoe het begonnen is. De alinea begint met ‘het sloop er in’. Van V. vertelt over zijn eerste baan bij een bank in Singapore en welke merkwaardige verhoudingen daar golden. Ja, hij vond dat toen nog raar, maar zo moest je kennelijk zaken doen. Daarna heeft hij er nooit meer over nagedacht.
Wat je ook van deze vastgoedzaak vindt en van Jan van V., hij raakt hier wel een algemeen punt. Iedere organisatie heeft bepaalde mores en bepaalde rituelen. Een groep mensen met die mores, probeert altijd om nieuwkomers zich zo snel mogelijk te laten aanpassen aan de bestaande gewoonten en de mores van de groep. Bijna alle initiatieriten zijn daarop gestoeld. Als je bij het studentencorps wilt horen, moet je ontgroend worden. Als je een goede specialist wilt worden, moet je jezelf gedurende je opleiding aanpassen aan de mores van het doktersvak. Als je opgenomen wilt worden in een misdadige gang, dan moet je eerst een moord plegen, voordat je erbij hoort. Als je in de vastgoedwereld mee wilt tellen, moet je kennelijk cadeautjes weggeven, die je later dubbel en dwars terugkrijgt. Dat is de mores van het vak en Jan van V. is er een meester in geworden.
Het overnemen van de mores van de groep heeft goede en slechte kanten. De goede kant zit in normen en waarden ‘zo doen wij dat hier’ en in overnemen van beroepsethiek. Dat element speelt sterk bij de opleiding tot specialist. Door het voor te doen, draagt de oudere dokter tacit knowledge over en de mores van het vak. Als het goed is, gaat zo de eed van Hypocrates echt leven voor de arts in opleiding.
Maar het overnemen van de mores heeft ook slechte kanten, zoals bij de eerste moord en bij het gewoon vinden van fraude. Het verhaal van Jan van V. maakt duidelijk hoe verborgen, maar ook hoe wijdverbreid die mores wordt doorgegeven aan nieuwelingen.
Dat maakt het ook zo moeilijk om er iets tegen te doen. Mensen worden ingezogen in een bepaalde manier van denken en werken. Na een tijdje vinden ze dat vanzelfsprekend en gedragen zich ernaar. Ze zijn ook gecompromitteerd, want als je een keer meegedaan hebt, heb je geen schone handen meer. Het boek ‘De Vastgoedfraude’ van Vasco van der Boom en Gerben van der Marel, maakt duidelijk hoe keurige mensen corrupt kunnen worden zonder het te merken. En hoe ze niet meer terugkunnen, als ze er eenmaal in zitten. Dat gold bijvoorbeeld voor twee nette projectontwikkelaars in Capelle aan den IJssel, die ook aangifte hebben gedaan.
De gebruikelijke maatschappelijke reactie op dergelijke misstanden is om meer regels in te stellen en om meer toezicht uit te oefenen. Maar als je de slechte mores in een bedrijfstak niet van binnenuit aan kunt pakken, dan helpen regels en toezicht niet. Dan wordt iedere nieuweling sluipenderwijs onderdeel van het systeem, tot hij normaal vindt wat buiten de groep als afwijkend of onoorbaar wordt gezien. Kijk naar de vanzelfsprekendheid, waarmee bankmensen rekenen op bonussen. Lees de columns in het FD of het boek van drie anonieme dames, die op de Zuidas proberen te overleven.
Alleen als van binnenuit de mores veranderen, verandert er werkelijk iets. Dat duurt jaren, maar vooral vraagt het om moedige mensen, die in de groep blijven en voldoende gezag en kracht hebben om te laten zien dat het anders moet. Die moedige mensen zijn helaas schaars.