De Januskop van governance
Datum: 28-02-2011
De Januskop van governance
Definities van governance zijn steeds instrumenteel: ‘Een stelsel van spelregels en omgangsvormen voor goed bestuur, goed toezicht, adequate verantwoording en invloed van belanghebbenden’. Zo’n definitie geeft geen antwoord op de vraag waartoe governance eigenlijk dient. De definitie legt bovendien nadruk op de formele kant van governance, namelijk de regels.
Het is inmiddels volstrekt duidelijk dat het daar niet om gaat en dat het hebben van veel regels niets oplost. Vertrouwen, verantwoordelijkheidsgevoel, zicht op de maatschappelijke opdracht en de manier waarop mensen met elkaar omgaan zijn minstens zo belangrijk als die regels. Ik krijg dan ook steeds meer vragen van bestuurders en toezichthouders over die ‘zachte’ kant van governance. Hoe krijg je voor elkaar dat je organisatie maatschappelijk goed functioneert en dat professionals en andere medewerkers zich bewust zijn van hun maatschappelijke verantwoordelijkheid en daarnaar handelen. In een presentatie voor een opdrachtgever heb ik dat de ‘morele’ kant van governance genoemd. Ik gebruikte daarbij de Januskop als beeld.
Een Januskop is een beeld of schilderij met twee gezichten, die verschillende kanten op kijken. Het is genoemd naar de Romeinse god Janus, die twee gezichten had.
De twee gezichten van governance zijn dan de formele governance en de morele governance.
De formele governance gaat over regels, codes, protocollen, prestatie-indicatoren etc. Dit formele governance gezicht kijkt met de blik die is gebaseerd op geloof in de maakbare samenleving, centralistische sturing door de overheid, wantrouwen in burgers en organisaties, uitoefenen van macht. De rechter Januskop wil alle risico’s uitbannen, denkt dat regels problemen voorkomen en vindt dat iemand ‘de hoogste baas’ moet zijn.
Het andere gezicht kijkt heel anders naar de wereld. Dit morele gezicht van governance gaat uit van normen en waarden, van betrokkenheid van mensen op ieder niveau, van goed werk leveren en inzichtelijk willen maken wat je doet en waarom. Hier leg je vanzelfsprekend verantwoording af aan je cliënt en aan de maatschappij in plaats van ‘ter verantwoording geroepen’ te worden. Hier leer je van je fouten en durf je anderen te corrigeren. Deze kant van de Januskop gaat er vanuit dat iemand je nodig heeft. Hij kijkt met vertrouwen naar mensen, mensen die gelijkwaardig zijn en samen iets willen bereiken. Het morele gezicht van governance weet dat de mens feilbaar is, dat je fouten niet kunt voorkomen maar dat je er wel van kunt leren. En dat je eerlijk je fouten moet kunnen toegeven, zonder direct gestraft te worden.
Het beeld van de twee gezichten van governance leidde tot een levendige discussie over de morele kant: wat kunnen wij doen om onze maatschappelijke opdracht waar te maken, waarom mag onze organisatie er zijn, wat doen we om betere zorg te leveren?
Iemand merkte op dat bij deze weergave van de Januskop, de formele kant in het licht staat en de morele kant in de schaduw valt. Hij vond dat het andersom zou moeten zijn. Daar ben ik het wel mee eens. Maar de praktijk is dat de formele kant in het volle licht staat en dat bij ieder incident de schijnwerpers feller worden en er om nog meer regels en controle gevraagd wordt.
Het wordt tijd om het morele gezicht van governance meer te belichten.