Spelregels tussen adviseurs
Datum: 10-02-2011
Spelregels tussen adviseurs
Vorige week was ik gevraagd door een groepje zorgdirecteuren om iets te vertellen over coöperaties. Kort voor de bijeenkomst kreeg ik een trotse mail van de organisator dat ze erin geslaagd waren ook een andere adviseur, collega X van een ander bureau uit te nodigen. Dat vond ik vast wel leuk. Nou, eigenlijk niet. Het adviesvak is niet evidence based, dus kunnen twee adviseurs over een onderwerp fundamenteel van mening verschillen. Dat kan leiden tot een richtingenstrijd over de hoofden van de toehoorders heen. Ik heb dat al eens meegemaakt en ik word daar niet blij van. Ik schaam me ook als ik zo’n richtingenstrijd niet kan voorkomen.
Maar goed, het was een feit en dan gaan we het beste er maar van maken. De tijd was te kort om nog even contact met die adviseur te zoeken en we kenden elkaar ook niet persoonlijk. Ik heb de avond te voren nog snel wat publicaties van mijn ‘opponent’ gelezen en dat stelde mij gerust. We leggen wel verschillende accenten, maar we denken niet tegenstrijdig. Dat was ook al eens gebleken bij een opdrachtgever waar wij na elkaar adviseerden.
De middag verliep goed. Onze verhalen sloten goed op elkaar aan en we konden in elkaars presentatie interveniëren en het beeld van de ander versterken. Dus werd het voor de directiegroep en ons beiden een plezierige middag.
Na afloop stonden we als adviseurs nog even na te praten, terwijl de directiegroep iets anders ging doen. Daar kwam de gezamenlijke opdrachtgever aan de orde, een samenwerkingsverband dat was vastgelopen en een nieuwe koers zocht. Ik had de problemen geanalyseerd en een oplossing voorgesteld. Over die oplossing konden de samenwerkingspartners het niet eens worden. Dus werd een tijd later een andere adviseur binnengehaald, collega X. Hij had in andere bewoordingen dezelfde richting geadviseerd. Die richting is later ook gevolgd.
Wij hebben indertijd over deze opdrachtgever geen contact met elkaar gehad. Maar het is wel een van de regels (regel 10.2) uit de code van ROA en OOA, dat een nieuwe adviseur (op hetzelfde onderwerp bij dezelfde opdrachtgever) kijkt of hij belangentegenstellingen ziet en dat meldt aan zijn voorganger en aan de opdrachtgever. Collega X had mij dus eigenlijk moeten bellen. Wat overigens alleen kan als de opdrachtgever het goed vindt (staat de opdrachtgever het niet toe, dan moet je eigenlijk de opdracht weigeren). Ik denk overigens dat deze opdrachtgever contact tussen beide adviseurs niet goed had gevonden.
Op de gang na de directiegroep hadden wij het erover of dit nu een zinvolle regel is of niet. In het onderhavige geval had collega X wel mijn rapport gelezen en gaf hij advies in dezelfde richting. Daar had contact met elkaar niet veel aan veranderd. Gezien de verdeeldheid van de opdrachtgever was het misschien wel goed dat wij geen contact hebben gehad. Zo kon er niet gedacht worden dat beide adviseurs onder één hoedje spelen.
In een ander geval wilde de opdrachtgever principieel dat de implementatie van mijn advies door een ander werd gedaan. Daarvoor werd opvolger Y aangetrokken. Die zocht wel contact met mij, maar had fundamenteel andere opvattingen. Opvolger Y vond dat ik een onzinnig advies had uitgebracht. Hij zou de club wel duidelijk maken dat het helemaal anders moest. Meneer Y had er geen boodschap aan dat ik driekwart jaar aan draagvlak voor deze oplossing had gewerkt en dat iedereen erin geloofde. Ze hadden het bij het verkeerde eind en ik had de opdrachtgever op een dwaalspoor gezet. Hij ging het helemaal anders doen. Hij kreeg geen gelijk en riep grote irritatie bij de opdrachtgever op. Hij werd er na korte tijd uitgegooid en ik werd teruggevraagd om de oorspronkelijke oplossing te realiseren. Hier heeft het contact tussen beide adviseurs dus uiteindelijk weinig nut gehad en heeft het de opdrachtgever niet voor een probleem behoedt.
Collega X en ik kwamen er die middag niet uit of deze spelregel nu nuttig is of niet. Wel waren we het erover eens dat je jezelf altijd moet afvragen of het nuttig is om je voorganger te bellen en dat je moet kunnen motiveren waarom je het niet doet. Dus eigenlijk ‘pas toe of leg uit’.
Zo hebben adviseurs soms professionele dilemma’s vergelijkbaar met dokters. Volg je het protocol of wijk je daarvan af? En kun je die afwijking uitleggen? Wij hebben het wel gemakkelijker dan artsen, want bij adviseurs vallen er meestal geen doden als je het verkeerd doet.
Zo werd het alles bij elkaar een interessante middag.