Zorgen voor wordt zorgen dat
Datum: 04-09-2011
Zorgen voor wordt zorgen dat
De rol van de hulpverlening verandert. Dit geldt vooral voor de maatschappelijke dienstverlening en voor de begeleidingsfuncties, die naar de WMO overgaan. Het uitgangspunt is immers dat burgers meer voor zichzelf en voor elkaar gaan zorgen.
Dit betekent dat de taak van de hulpverlener wijzigt. Hulpverleners komen steeds meer in de rol van wegwijzer, begeleider en coach terecht en voeren de dienstverlening steeds minder zelf uit. Hulpverleners gaan bijvoorbeeld op zoek naar iemand, die de moeilijke formulieren in kan vullen, en zullen dit steeds minder zelf doen. Hun sociale functie vervalt en cliënten zijn daarvoor aangewezen op een vrijwilliger of op activiteiten in de buurt. Zorgen voor wordt zorgen dat.
Veel hulpverleners moeten wennen aan deze nieuwe rol. Zij hebben het gevoel dat zij de cliënt niet echt helpen als zij alleen maar informatie meegeven of als zij een vrijwilliger of een mantelzorger inschakelen. Veel organisaties proberen hun medewerkers dan ook bij deze omslag te helpen en te ondersteunen.
Ik realiseer me echter steeds meer dat niet alleen hulpverleners aan de nieuwe manier van dienstverlening moeten wennen, maar ook cliënten en hun omgeving. Cliënten verwachten vaak dat problemen voor hen opgelost worden en dat moeilijke taken van hen worden overgenomen. Daardoor zijn cliënten en hun omgeving vaak teleurgesteld in de hulpverlening, zij krijgen immers niet de hulp die ze verwacht hadden. De veranderende hulpverlening zal dus aan de cliënten, aan hun omgeving en aan de maatschappij moeten worden uitgelegd. Hier ligt een taak voor hulpverleners, maar er ligt ook een taak voor de overheid. Het is belangrijk dat cliënten weten wat ze kunnen verwachten van de hulpverlening, maar ook waar ze niet (meer) op kunnen rekenen.