Liever thuis dan klinisch, een kwestie van ruim denken!
Datum: 10-05-2011
Liever thuis dan klinisch, een kwestie van ruim denken!
In gespecialiseerde zorgvormen in de psychiatrie, de LVG zorg en de jeugdzorg treedt vaak verstopping op bij de klinische functies. In een klinische functie speelt behandeling vaak een grote rol om te zorgen dat de problemen van de cliënt kleiner worden.
De kernvraag is volgens mij: Wanneer voegt een klinische opname (nog) toe in vergelijking met lichtere zorg. Dat lijkt evident, maar dat is het niet.
Ik denk dat veel behandeling en begeleiding vanuit de (vervangende) thuissituatie, plaats zou moeten vinden. Mensen voelen zich over het algemeen prettiger in een vertrouwde leefomgeving dan in een gemedicaliseerde setting, bovendien vindt transfer van het geleerde waarschijnlijk beter plaats. Met andere woorden: opname in een gespecialiseerde setting moet gericht zijn op het herstel van de gewone levensfuncties en dus op uitstroom van deze gespecialiseerde setting. Een ander argument is dat je in zo’n setting sneller hospitaliseert.
Logisch zou je denken, maar vaak ligt het niet zo duidelijk. Het is ook voor zorgprofessionals moeilijk om iemand met een hoge zorgconsumptie te begeleiden naar een lagere zorgconsumptie, gewoon omdat dat waarschijnlijk prettiger voor hem is. De zorgprofessional is vaak ingebed in een systeem dat van hem vraagt het uiterste te doen om goed voor iemand te zorgen in die specifieke context. Bovendien hebben de zorgprofessionals van een organisatie of afdeling vaak onvoldoende invloed op de doorstroming waardoor mensen veel langer op afdelingen verblijven dan noodzakelijk. De verbinding tussen de te realiseren doelstellingen voor de cliënten en de wijze waarop het zorgproces georganiseerd is, is vaak matig. Dat levert een risico van pappen en nathouden op. Als dat een bewuste keus is, kan dat prima zijn, maar vaak horen de ambities hoger te zijn.
Wat betekent dit nu voor de praktijk en het realiseren van veranderingen? Het betekent dat er breder en van een grotere afstand gekeken moet worden om deze vraagstukken te benaderen. In het hele systeem van betrokken stakeholders zit veel countervailing power die ervoor zorgt dat het totale systeem in stand blijft. Bij het ontwerp van instroom-, doorstroom- en uitstroomprocessen van cliënten is het noodzakelijk kennis te hebben van het feitelijke zorgprobleem en te begrijpen hoe de dynamiek in de keten rond dit zorgprobleem plaatsvindt. Door dit beter te begrijpen kan in het ontwerp beter rekening gehouden worden met fenomenen als draaideurcliënten.
Ruim denken is in dit geval een voorwaarde om dergelijke processen vorm te geven.