Vijf tips om met zelfreflectie aan de slag te gaan
Datum: 23-05-2011
Vijf tips om met zelfreflectie aan de slag te gaan
In opleidingen voor organisatieadvieswerk en door de brancheorganisatie Ooa wordt reflecterend vermogen een belangrijke vaardigheid gevonden. Kritisch naar jezelf kunnen kijken, is een must. Voor je eigen professionele ontwikkeling als adviseur en voor de kwaliteit van de dienstverlening. Maar hoe doe je dat: zelfreflectie? Wat is het en hoe kan je eraan werken? Vijf tips.
1. Weet waarop of waarmee je kunt reflecteren
Wat zijn de ingrediënten voor (zelf)reflectie? Er zijn er meerdere, zo blijkt.
Adrie van den Berge omschrijft dat iemand bij reflectie de manier onderzoekt waarop hij/zij reageert op een situatie. Daarbij gaat het ondermeer om het verkennen van positieve of negatieve emoties die een rol spelen in de eigen respons en om het verkennen van aannames of onderliggende overtuigingen die het reageren beïnvloeden. Deze omschrijving benadrukt de zelfreflectieve invalshoek van reflecterend vermogen: met jezelf aan de slag gaan.
Brechtje Kessener benadrukt dat reflectie meer is dan het voortdurend nadenken over een voorliggend complex vraagstuk en je eigen handelen daarin. Het doel van reflecteren is dat het een rijker beeld geeft van de situatie en het vraagstuk. En nadenken zonder nieuwe informatie of een nieuw gezichtspunt levert zelden een nieuwe gedachte op. Het inbrengen van nieuwe informatie kan op verschillende wijzen. De zelfreflectieve invalshoek is er één van. Maar zo kan het uiteenrafelen van het vraagstuk ook een invalshoek zijn. En kan een theoretisch model behulpzaam zijn om hoofd- en bijzaken te onderscheiden. Of een methodische reflectie kan de nadruk leggen op de keuzen voor rollen, posities, methoden en interventies. Ook is het eigen handelen af te zetten tegen centrale, professionele waarden van het vak, zoals de beroepscode en de gedragsregels.
Aan de hand van de inzichten van deze twee auteurs kom ik tot vijf ingrediënten die je bij reflectie kunt betrekken: (1) je eigen gedrag en veronderstellingen, (2) de inhoud van een vraagstuk – hoe zit het onderwerp in elkaar, (3) theorie en onderzoeksuitkomsten over het onderwerp, (4) methodische noties, zoals welke interventies zijn mogelijk en (5) professionele waarden, zoals omschreven in de BoKS (body of knowledge and skills, opgesteld door de Ooa).
2. Ga bewust om met het moment van reflecteren
De meeste adviseurs zijn zich niet zo bewust van de momenten waarop ze reflecteren. Het gaat meestal vanzelf (of niet). Toch is het aardig om te kijken wat je voorkeursmomenten voor reflectie zijn. En misschien is het wel mogelijk om je repertoire uit te breiden.
Er zijn drie momenten van reflectie:
- ‘Reflectie vooraf’ of ‘anticiperende reflectie’: een idee over een mogelijk aan te treffen situatie en de eigen, karakteristieke reactie daarop. Het bedenken van een als…dan scenario is een voorbeeld van reflectie vooraf.
- ‘Reflectie in de handelende situatie’, ook wel op basis van het gedachtegoed van Schön ‘reflection in action’ genoemd of ‘actieve reflectie’: je bent aan de slag en tegelijkertijd is er een zekere distantie om je eigen reactie op de situatie te onderzoeken en die te heroverwegen. Het is alsof er een film meeloopt: je zit in de film in tegelijkertijd kijk je naar de film waardoor je het script kunt (proberen te) veranderen.
- ‘Reflectie na afloop’ ook wel ‘reflection on action’ of ‘retrospectieve reflectie’ genoemd. Dit is de meest voorkomende vorm van reflectie: terugkijken op wat er is gebeurd.
3. Koester het leren aan de professionele werkpraktijk
Je kunt ook reflecteren op het reflectieproces zelf en dan gaat het om ‘Reflection on reflection-in-action’. Schön heeft dat uitgebreid beschreven, voortbouwend op de reflection in action (reflectie in het handelen). Reflection in action is reflectie waarbij ons denken zich afspeelt binnen de grens van het hier en nu van een handeling. Een tijdspanne waarin het nog mogelijk is een verschil aan te brengen in de uitkomst van de handeling. Een volgende stap is het reflecteren in het handelen (bewust) aan te leren. Dit leerproces heeft vaak een stilzwijgend karakter (tacit). We zijn dan niet goed in staat om te omschrijven wat we precies doen. Dit impliciete leerproces is expliciet te maken door te reflecteren op het reflecteren in handelen door er een afdoende verbale beschrijving van te geven (reflection on reflection-in-action). Reflecteren op reflecteren-in-handelen heeft volgens Schön 2 functies: (1) de kwaliteit van het voortgaande leerproces onderzoeken, waarbij het doorbreken van routinematig ingesleten, niet-functionele patronen mogelijk wordt en (2) het toegankelijk maken van het leerproces voor anderen, specifiek van toepassing in opleidingssituaties.
4. Hanteer de valkuilen van high of low self-monitoring
In een vorige weblog heb ik geschreven over self-monitoring. Self-monitoring als de mate waarin mensen hun gedrag en aanwezigheid kunnen observeren, bijsturen en controleren. Het lijkt dus op reflection in action.
Nadeel van een high monitoring is dat je in complexe situaties in je eigen gedachten kunt blijven rondzwemmen, zonder dat je tot actie over gaat. Eén van de adviseurs in het aangehaalde onderzoek, omschreef dit fenomeen als volgt: ‘Er speelt zich veel af in mijn hoofd. Soms hoor ik van anderen: waar was je nou?’. Een ander fenomeen is het piekeren over hoe het (nog) beter zou kunnen. Zelfreflectie blijkt dus een kracht èn een valkuil te zijn, waarbij het functioneel is te signaleren wanneer het ‘te’ wordt.
Bij adviseurs met een lage mate van self-monitoring gaat interactie goed zolang de gesprekspartners gelijkgestemd zijn. Als dat niet het geval is, lopen deze adviseurs het risico te lang vast te houden aan hun eigen denkbeelden en principes. Ze worden als drammerig of arrogant ervaren, terwijl ze zelf de beste bedoelingen hebben. Deze adviseurs zijn gebaat bij vormen van coping, waarbij ze bijvoorbeeld een andere adviseur inschakelen die op de sociale interactie let en zo nodig bij stuurt. Hier gaat natuurlijk aan vooraf, dat je door hebt, dat je niet kunt of wilt signaleren en bijsturen ter wille van het sociale proces.
5. Het ik-neem-mezelf-maar-niet-al-te-serieus principe
Reflectie is absoluut behulpzaam in je eigen professionele ontwikkeling. Daar ben ik van overtuigd. Maar het kan ook erg vermoeiend zijn en zwaarwichtig en zwaarmoedig. Als je niet meer om jezelf kunt lachen, gaat het mijns inziens niet goed. Een beetje relativering helpt. Het ik-neem-mezelf-maar-niet-te-serieus principe is een prettig medicijn tegen oververhitting tijdens reflectie.