Drie tips voor behandelaren om het dagelijks gebruik van ROM te bevorderen
Datum: 16-11-2010
Drie tips voor behandelaren om het dagelijks gebruik van ROM te bevorderen
Vorige week sprak ik een regiodirecteur van een GGZ-instelling. Zij verbaast zich over de behandelaren. De terugkoppeling van de uitkomsten van de ROM-vragenlijsten (routine outcome monitoring) aan de cliënten is geen vanzelfsprekendheid. Een flink aantal behandelaren geven aan, die terugkoppeling niet belangrijk te vinden. De directeur snapt er niets van. Als je in het ziekenhuis bloed af laat nemen, een MRI-scan of een röntgenfoto laat maken, dan wil je toch ook de uitslag weten, is haar redenatie. Hoezo is dat niet van toepassing in de geestelijke gezondheidszorg?
Ik geef deze directeur gelijk. Het is vreemd als je een cliënt verzoekt om een vragenlijst in te vullen en de uitkomsten vervolgens in nevelen hult. De 100 deelnemers aan de twee informatiebijeenkomsten over ROM, die LOC, LPGGZ en GGZ Nederland in juli en oktober voor cliënten(vertegenwoordigers) en ervaringsdeskundigen hebben georganiseerd, vinden allemaal de terugkoppeling van de ROM-uitkomsten van cruciaal belang. Sommigen stellen zelfs: zonder terugkoppeling geen volgende meting. Toch voel ik ook wel met de behandelaren mee, want het is niet altijd eenvoudig om een terugkoppelingsgesprek te voeren. Ik kan dat illustreren aan de hand van mijn huidige vak: het organisatieadvieswerk.
Het organisatieadvieswerk kent methodische gelijkenissen met een behandelproces: een entreefase (korte probleemverkenning), een diagnostische fase (wat is er aan de hand?), de planvorming (de behandeldoelen en het behandelplan), de implementatie (de behandeling) en de afsluitende fase. Een cruciale en vaak ook lastige fase in het advieswerk is het moment van de overgang van de diagnostische naar de planvormingsfase. Je koppelt terug wat er volgens jou aan de hand is en wat daaraan te doen valt. Je komt op dat moment dus uit met je bevindingen en jouw zienswijze. Op voorhand is het nog maar de vraag of jouw visie op de situatie door de klant wordt gedeeld en geaccepteerd. Deze terugkoppeling ervaart menig adviseur als een spannende gebeurtenis, waarbij het regelmatig voorkomt dat hij/zij alle adviesvaardigheden uit de kast moet halen. Ik kan me voorstellen dat behandelaren met gelijkende situaties te maken hebben.
Met ROM wordt de terugkoppelingsfase in de GGZ (nog) belangrijker. Cliënten zullen expliciet om de uitkomsten van hun vragenlijsten of observatielijsten vragen. Als behandelaren kan je je daarop voorbereiden. Bij voorkeur als team. Ik geef 3 tips die helpend kunnen zijn, op basis van wat ik in de afgelopen maanden in het project ROM ggz van GGZ Nederland ben tegen gekomen.
Drie tips:
1. Zorg voor een presentatie van de uitkomsten van ROM die te begrijpen zijn
In de afgelopen maanden heb ik heel inzichtelijke grafieken/profielen gezien en grafieken waar geen pindakaas van te maken is. Dat laatste ligt aan technische onvolkomenheden of aan het onvoldoende stil staan bij het belang van het presentabel maken van de uitkomsten. Als behandelaar zou ik erop aandringen dat een makkelijk toegankelijke grafiek of figuur een voorwaarde is om te kunnen terugkoppelen. Met een bot mes is het immers lastig brood snijden.
2. Train het gebruik van de lijsten èn het terugkoppelen
Gister hoorde ik tijdens de werkconferentie over ROM in Hoevelaken dat het adequaat kunnen gebruiken van de Honos 65+ een training van 2 uur vergt met een herhaling van 1x per jaar. Ik vind dat in een dergelijke training ook de wijze van terugkoppelen aan de cliënt en familie hoort. Die training hoeft niet in de vorm van een rollenspel (dat is vaak zo kunstmatig), maar je kunt wel doorspreken wat bij een instrument de belangrijke aandachtspunten in een terugkoppelgesprek zijn.
3. Geef structuur aan het terugkoppelingsgesprek
Organisatieadviseurs leren in hun opleiding dat het belangrijk is om structuur aan de terugkoppeling te geven. Bijvoorbeeld door het stramien van het oplossingsgerichte gesprek: herkennen, begrijpen, waarderen en handelen. Ook in de GGZ wordt dit stramien gebruikt. Yorneo, een aanbieder van jeugdzorg en -psychiatrie in het noorden van het land, gebruikt het oplossingsgerichte feedback gesprek. In een bijeenkomst van 45 minuten bespreken zij met de ouders en/of kinderen:
– of de cliënten de resultaten van de vragenlijst kunnen plaatsen (herkennen),
– de resultaten kunnen verklaren (begrijpen – wanneer en hoe vindt bepaald gedrag plaats),
– wanneer het goed genoeg is en wat er nog anders kan (waarderen),
– of er verbeteracties ic. behandeldoelen nodig zijn (handelen).
Bij Yorneo wordt het oplossingsgerichte feedbackgesprek door de behandelaren als zeer ondersteunend ervaren om de terugkoppeling adequaat te kunnen uitvoeren.