De toekomst van de behandelaar in de ouderenzorg, een kwestie van waardecreatie

Datum: 20-12-2009

De toekomst van de behandelaar in de ouderenzorg, een kwestie van waardecreatie

De ouderenzorg zal de komende jaren sterk van gedaante veranderen. Kwaliteit en betaalbaarheid zijn daarbij de grote kwesties. Binnenkort zal duidelijk worden wat de twintig taakgroepen die het kabinet ingesteld heeft, bedacht hebben om de enorme financiële gaten die de crisis geslagen heeft het hoofd te bieden. De gevolgen voor de AWBZ zullen naar verwachting ingrijpend zijn. Als je zulke grote kwesties wilt benaderen, dan is visie het toverwoord. Zonder visie wordt het vooral maar erg minder. Het gaat er echter om hoe je het groeiende aantal ouderen, ook in de nabije toekomst, van goede gezondheidszorg kan voorzien.

Van grote afstand bezien is het begrip waardecreatie van belang. In een behandeling wordt er waarde gecreëerd tussen de behandelaar en de cliënt. De cliënt heeft iets waar de behandelaar iets mee doet opdat het daarna beter gaat. Dat beter gaan kun je veel over zeggen, maar dat doe ik hier niet. Tegenover waardecreatie staat altijd een bepaalde prijs in geld, maar ook in immateriële zaken zoals motivatie. In de zorg bestaat waardecreatie vooral uit subjectieve beleving. Dat zal niet elke behandelaar het met mij eens zijn, maar per saldo komt het daar toch op neer. Is mijn welbevinden, mijn kwaliteit van leven toegenomen na bemoeienis van de behandelaar? Als dat niet zo is, is er dan sprake van waardecreatie?
Stel nu dat er per 2011 30% minder geld te besteden is. Hoe gaan de behandelaren de behandeling dan inrichten? Gaan ze vooral minder doen en moeten daarbij pijnlijke keuzen maken of gaan ze het heel anders doen?
Stel nu dat er in 2009 nog 30% waardecreatie te verdienen is. Misschien is dat zo, misschien ook niet, maar stel! Weten we dan hoe we die waardecreatie toe moeten laten nemen? Ik denk dat we dat niet precies weten, maar het antwoord ligt toch wel voor de hand. Als je waardecreatie toe wil laten nemen, dan moet je alle activiteiten die niet tot waardecreatie leiden schrappen. Het percentage aan waardecreatie neemt dan vanzelf toe.
Ik denk dat elke goede vakgroep in tijden dat het met minder moet zelf wel keuzen gaat maken waardoor de waardecreatie toeneemt. Wil dat dan zeggen dat wat overblijft automatisch onder de noemer waardecreatie geschaard kan worden. Dat denk ik niet. De behandelaren zullen hun eigen proces moeten innoveren om waardecreatie te verhogen.

Waar kun je dan aan denken?
De houding tegenover het zorgsysteem. Mensen die om de cliënt heen staan, zijn vaak goed in staat om kennis te absorberen en er iets mee te doen. Het effect van de interventie van de behandelaar kan daarmee veel groter zijn.
De wens van de cliënt ten aanzien van zijn kwaliteit van leven. We bedenken vaak veel voor de cliënt.
De bijkomende effecten van de instituties, verpleeghuis en verzorgingshuis.
Zelfbewustzijn van de behandelaar.
Ondersteuning van automatisering.
De ontwikkeling van de behandelaar.
Snelheid van communicatie en coördinatie van de behandeling.
Hoe moet je dan aan procesinnovatie werken? Innovaties komen vaak van buiten. Het is dus van belang om de voorbeelden en de ideeën niet alleen uit de eigen sector te halen maar elders inspiratie op te doen. De focus dient wel te blijven liggen op waardecreatie voor de cliënt. De vraag is steeds hoe kunnen we H.K.W.? Het lijkt me wel dat dit proces uit de gewone dagelijkse gang getild moet worden.

Meer weten over de visie, diensten, werkwijze of mensen van C3?

C3 adviseurs en managers
Kromme Nieuwegracht 13
3512 HC Utrecht
T: 06-835 83 444
E: c3@c3am.nl