De avonturen van Gover en Nance (13) Kwajongens

Datum:02-03-2010

De avonturen van Gover en Nance (13) Kwajongens

‘En nu wil ik het weten’ zegt Gover een paar dagen later als de winkel net gesloten is. ‘Wat wil je weten?’ vraagt Nance. ‘Waarom je bestuurders kwajongens vindt, zoals je zondag zei’.
‘Wel dat is heel duidelijk’ Nance schopt haar schoenen uit en schenkt hen beiden een glaasje wijn in, het vaste ritueel aan het eind van de dag.

‘Er is een Engels gezegde “the difference between the men and the boys is the price of their toys”.  Dat zie je aan het gedrag van veel bestuurders. Een Maserati kopen op kosten van de woningcorporatie, is misschien een extreem voorbeeld, maar veel bestuurders zorgen dat ze over leuke speeltjes beschikken. Net als kwajongens doen ze graag stoer en scheppen ze graag over hun veroveringen op. Daarom zijn overnames van andere bedrijven ook zo populair. Dat is gewoon het ouderwetse landjepik. De flinkste kwajongen wint het gevecht. De verliezer houdt zijn tranen binnen en doet net of hij blij is met de fusie. Is het je overigens weleens opgevallen dat de winnaar spreekt van een overname (waar hij wint) en de verliezer van een fusie (waarin de schijn van gelijkheid blijft). Vooral in de zorg zijn ze er sterk in om overnames een fusie te noemen’. Nance pauzeert even en neemt een slokje wijn. Meestal is ze niet zo lang aan het woord. Ze is ook verbaasd dat Gover zo geduldig luistert. Ook nu zegt hij niets en knikt haar bemoedigend toe.

‘Dat kwajongensgedrag verklaart ook waarom de bonuscultuur maar niet te stoppen is. Bankiers gedragen zich als rotjochies, die niet voor elkaar onder willen doen. En als je weet wat de ander krijgt, dan moet jij meer hebben. Anders ben jij de loser en verlies je je plaats in de pikorde van de ‘streetgang’ (jeugdbende), die de bankwereld eigenlijk is. Ook het gedoe met steeds jongere vrouwen aan de arm van de bestuurder, het zogenaamde ‘trophy wife’ laat zien dat die mannen niet volwassen zijn, maar kwajongen zijn gebleven. Ze zijn steeds stoer en onoverwinnelijk, ook al hebben ze er een puinhoop van gemaakt en zijn ze met pek en veren overladen aan de kant gezet, vanwege wanprestatie. Kijk maar eens naar de arrogantie van Groenink voor de commissie De Wit en het lef waarmee Jiskoot met een paar andere kwajongens een nieuwe zakenbank start, terwijl zo’n zelfde zakenbank met Jiskoot ABNAMRO miljarden heeft gekost. Of kijk naar Victor Müller, die in plaats van Dinky Toys een echte autofabriek koopt met geld van een ander. Want dat vind ik misschien nog wel het kwalijkste aan het machogedrag van die kwajongen-bestuurders. Ze vieren feest met het geld van een ander, of dat nu de klant, de aandeelhouder of allebei is.’

‘Je bent wel erg negatief over bestuurders’ werpt Gover voorzichtig tegen, bang dat hij door zijn zus als kwajongen zal worden beschouwd en ze hem zijn avontuur met de roeiers voor de voeten werpt.  Ik ben niet negatief over bestuurders. Het is een zwaar en moeilijk vak, dat maar weinig mensen goed kunnen uitvoeren. Er is dus veel kaf onder het koren. Wat mij stoort is dat juist dat kaf zich vaak geweldig vindt en de kwajongen uithangt. Er is inmiddels veel onderzoek gedaan dat aantoont dat bedrijven het meest succesvol zijn met een bescheiden leider, die de eer aan zijn mensen gunt en lang verbonden is aan de organisatie. Toch kicken we nog steeds op die kwajongens met de grote bek, die meer kapot maken dan je lief is. Ik begrijp dat niet en ik erger me er aan’. Nance neemt een flinke slok wijn, die ze aandachtig proeft. Hij smaakt een beetje zuur, maar dat kan ook aan haar betoog liggen, dat ze zelf een beetje zuur vindt.

‘Ik ben het met je eens’ zegt Gover tot haar verrassing. ‘Om de een of andere reden willen mensen “sterke leiders’’ en denken ze dat te vinden met dit soort macho’s. In de politiek is het niet anders. En het werkt nooit. De meeste mensen zijn niet zo krachtig. Ze worden machtig door ellebogenwerk en door tegenstanders te elimineren, niet omdat ze echt de beste voor de baan zijn. De mens wil nu eenmaal bedrogen worden. Wat jij de kwajongen-bestuurder noemt bedriegt zijn omgeving met schijnprestaties en hij bedriegt zichzelf door geloof in zijn eigen voortreffelijkheid’.

‘Mooi gezegd, broertje’ onderbreekt Nance hem, want ze wil niet dat Gover het laatste woord heeft. ‘Maar hoe komen we dan wel aan de goede bestuurders?’. ‘Zullen we naar huis gaan en daar een betere fles wijn open maken?. Dan kunnen we daar verder filosoferen’.  Gearmd verlaten broer en zus de winkel.

Laat een reactie achter