Verantwoorden of ter verantwoording geroepen worden?

Datum:04-12-2009

Verantwoorden of ter verantwoording geroepen worden?

Toen ik de verkeersregels leerde, betekende ‘rechts heeft voorrang’ de plicht voor degene die van links kwam om voorrang te verlenen. Degene die van rechts kwam kreeg dus voorrang. Het was dus een kwestie van verlenen en ontvangen. Hoewel de regels niet veranderd zijn, is het gebruik ervan wel veranderd. Tegenwoordig neemt degene die van rechts komt voorrang en dwingt deze af bij degene die van links komt. ‘Geven en ontvangen’ is dus vervangen door ‘nemen en afdwingen’. Dat geeft veel problemen. Het leidt tot stress bij degene die van links komt, agressie, meer botsingen, ruzie tussen bestuurders en schade. Hierdoor nemen de maatschappelijke kosten toe.

Iets soortgelijks zie ik bij verantwoording als onderdeel van governance. De bestuurder moet zich verantwoorden. Dat moet hij om morele, formele, inhoudelijke en zakelijke reden. Een goede bestuurder vindt dat vanzelfsprekend en legt die verantwoording uit zichzelf af. Hij ‘geeft’ net als vroeger degene die van links kwam. Hij krijgt ook de gelegenheid zich te verantwoorden. Degene aan wie verantwoord wordt (bij voorbeeld de raad van toezicht) ‘ontvangt’ die verantwoording, bespreekt die en stelt daar kritische vragen over. Als het goed is zijn gever en ontvanger van verantwoording aan het eind van het proces tevreden. Formeel geeft de ontvanger van de verantwoording dit aan door decharge van het gevoerde beleid te geven.

De praktijk is echter anders. De bestuurder wordt vaak niet vertrouwd en er wordt vanuit gegaan dat hij niet bereid is zich te verantwoorden. Dus wordt een bestuurder ‘ter verantwoording geroepen’, soms al voordat hij zich uit eigener beweging heeft kunnen verantwoorden. In het spel tussen raad van toezicht en raad van bestuur valt dat nog wel mee, maar maatschappelijk is deze spelverruwing standaard geworden. De Tweede Kamer is over alles ‘geschokt’, eist een spoeddebat en roept de minister ter verantwoording. Soms zelfs een week voordat de minister met een aangekondigde brief over het beleid zal komen, zich dus zelf zou verantwoorden. Er wordt ook nooit gevraagd naar hoe het zit. Nee, de toezichthouder (want dat is de Tweede Kamer formeel) lijkt zijn oordeel al klaar te hebben en de minister ter verantwoording te roepen, vanuit de vooringenomenheid dat het wel niet zal deugen. Ook bij pers en publiek is die neiging tot (ver)oordelen steeds sterker aanwezig.

Dat wantrouwen en het ‘ter verantwoording roepen’ in plaats van de gegeven verantwoording te ontvangen, dringt ook steeds verder in de governance spelregels door. Als de regering raden van bestuur en raden van toezicht persoonlijk aansprakelijk wil stellen, dan gaat zij ervan uit dat hij ze niet alleen ter verantwoording kan roepen, maar ze ook nog kan vervolgen. Dat is niet bevorderlijk voor openheid en goede verantwoording. Er dreigt immers dat alles wat je zegt tegen je gebruikt kan worden. Ter verantwoording roepen en aansprakelijk stellen leidt dus tot slechtere in plaats van beter verantwoording. De parallel met het verkeer gaat op. Ook hier krijgen bestuurders steeds meer stress, komen er steeds meer botsingen tussen bestuur en toezicht, neemt de agressie toe, komen er steeds meer botsingen, ontstaat schade aan mensen en organisaties en nemen de maatschappelijke kosten toe. Het effect is ook dat raden van toezicht bang worden en wantrouwig en dat ook binnen de eigen organisatie ‘verantwoording afleggen’ steeds meer vervangen wordt door ‘ter verantwoording roepen’.

Wij zijn dus met een van de kernbegrippen van governance namelijk ‘verantwoording’ op de verkeerde weg. Kunnen we nog terug naar beschaafd gebruik van regels in het governance verkeer? Ik ben er niet optimistisch over.

Laat een reactie achter