Mijn raad van toezicht

Datum:20-08-2009

Mijn raad van toezicht

Ik zie de laatste twee tot drie jaar een kentering in de wijze, waarop bestuurders over de raad van toezicht van hun organisatie praten. Zo’n 10 jaar geleden werd er over de raad van toezicht vaak gesproken als een noodzakelijk kwaad. Het was er nu eenmaal, je kon er niet omheen, maar als bestuurder had je er alleen maar last van.

Nu is dat duidelijk anders. Ik hoor bestuurders steeds vaker dingen zeggen als ‘mijn raad van toezicht wil’; ik mag daar van mijn raad van toezicht alleen mee verder als’; ik heb die brief geschreven op verzoek van mijn raad van toezicht’. Of nog sterker ‘ik heb opdracht gekregen van mijn raad van toezicht om’. Daarbij is de raad van toezicht van de organisatie vervangen door ‘mijn raad van toezicht’.

Aan de ene kant is dat een positieve ontwikkeling. Bestuurders zijn zich bewust van hun toezichthouder en nemen deze serieus. Dat is nodig en past in good governance. Aan de andere kant houdt deze ontwikkeling een paar gevaren in. Als een bestuurder zegt dat hij opdracht heeft gekregen van zijn raad van toezicht, dan is dat niet conform de juridische verhoudingen. Het risico is dan groot dat de raad van toezicht op de stoel van de raad van bestuur gaat zitten en dat de raad van bestuur dat toestaat. Dan is voor niemand meer duidelijk wie verantwoordelijk, bevoegd en aansprakelijk is. We zijn dan weer terug bij het zogenaamde raad van beheer model, waarbij zowel de raad van toezicht als de raad van bestuur een beetje bestuurt en je in de statuten moet nalezen, wie over wat gaat. Na de eeuwwisseling kan dat niet meer.

Nog groter vind ik het risico van onprofessioneel gedrag. De keuze voor het RvT model was deels ingegeven door de wens het bestuur te professionaliseren. Als de raad van toezicht weer instructies gaat geven aan de raad van bestuur, zijn we terug bij de situatie dat amateurs bestuurstaken van complexe zorgorganisaties uitvoeren. Dat moeten we niet willen. Bovendien zijn de meeste raden van toezicht daartoe volstrekt niet geëquipeerd.

Het is dus een goede zaak als bestuurders hun raad van toezicht serieus nemen. Maar het is een slechte zaak als de raad van toezicht in de besturing van een organisatie dominant wordt en feitelijk de bestuurstaak overneemt.

Laat een reactie achter