Kat en hond
Datum:09-05-2009
Kat en hond
Bij opdrachten in GGZ organisaties en organisaties voor verstandelijk gehandicapten maak je nog eens wat mee. Ik heb al eerder bericht over de zoen van de schildpad. Vorige week had ik weer een ‘dierlijke’ observatie. Bij de GGZ organisatie waar ik op bezoek was, staat een nieuw hoofdgebouw met dubbele schuifdeuren. Tussen beide schuifdeuren staat sinds enige tijd een kattenmand, waarin een rode kater vaak tevreden ligt te slapen. Zijn eten staat bij de receptie, direct achter de tweede schuifdeur. Noch de kat noch de receptie trekt zich iets aan van de bezoeker, die het gebouw betreedt. Dat is al een tijd zo en kennelijk is iedereen er tevreden over. Bij de kat is dat zichtbaar.
Verderop in de gang zaten mijn collega en ik even te wachten voor onze afspraak met de raad van bestuur. Er kwam een vrouw met een hond binnen. De hond zag er keurig verzorgd uit. De vrouw niet. De vrouw maakte met iedereen een praatje. Ze was hier zo te zien kind aan huis. Het zal dus wel een ambulante patiënt zijn, denk je dan.
Toen ze dichterbij kwam, bleek de aard van de gesprekjes. Ze wilde de hond kwijt. Het is me niet duidelijk geworden hoe ze aan de hond gekomen was, maar hij moest in ieder geval weg. ‘Niet omdat hij niet lief is hoor, want dat is hij wel. En hij is goed zindelijk. Maar ik ben nu eenmaal een kattenmens en ik heb niks met honden’. De vrouw schoot iedereen aan die op de gang liep. Een secretaresse met een bundel papieren op weg naar het kopieerapparaat, was er duidelijk verlegen mee. ‘Wil je hem echt niet hebben?’ vroeg de andere vrouw wel drie keer. ‘Of weet je iemand die hem wil hebben’. Zo ging het maar door. De secretaresse keek wanhopig rond of er iemand anders langs kwam, die haar uit de situatie kon redden. Mijn collega en ik waren druk in gesprek. De hond stond er stoïcijns en fier bij, alsof het niet over hem ging. Plotseling draaide de vrouw zich om en begon weg te lopen. “Nou ja, dan hou ik hem maar, want hij is best wel lief. Alleen jammer dat ik dan geen katten kan houden’ De secretaresse stoof opgelucht het kopieerhok in.