EPD: open brief aan minister Klink

Datum: 02-11-2008

EPD: open brief aan minister Klink

Aan de minister van Volksgezondheid Welzijn en Sport
Dr. A. Klink
Excellentie,

Net als alle andere burgers van dit land ontving ik afgelopen zaterdag uw brief met kenmerk MEVA/ICT-2877885 over het elektronisch patiëntendossier (EPD).
Ik ben een beetje geschrokken van deze brief. In de brief en in de bijgaande folder schrijft u driemaal over fouten in de zorg. Dat wekt de indruk dat het dramatisch slecht gesteld is met de kwaliteit van de gezondheidszorg. Is dat zo? Betekent invoering van het EPD dat de kwaliteit van de gezondheidszorg in Nederland van een 3 naar een 4? Of neemt de kwaliteit van de zorg toe van een 7 tot een 7,5 door gebruik van het EPD. Volgens mij is het laatste het geval, maar ik lees in uw brief dat het van heel slecht naar een beetje minder slecht gaat. Mij staat bij dat Nederland in internationale vergelijkingen steeds in de top 20 staat van landen als het gaat om de kwaliteit van zorg. Dus zo dramatisch kan het niet zijn. Toch is dat iedere keer het beeld dat door het ministerie, de IGZ en de Tweede Kamer naar voren gebracht wordt. Dat is jammer, want daarmee maakt u burgers onnodig bang en onzeker.

In dat licht maak ik me zorgen over de eerste twee zinnen van uw brief ‘Een goede gezondheidszorg in Nederland gaat ons allemaal aan. Dat betekent dat er zo min mogelijk fouten worden gemaakt’. Dat is een wel erg smalle definitie van goede gezondheidszorg. Goede gezondheidszorg is toch als de zorg voor iedereen toegankelijk en betaalbaar is en de kwaliteit van zorg goed is. Dat zijn de publieke doelstellingen, waar u als minister voor verantwoordelijk bent. Die kwaliteit is veel breder dan ‘zo min mogelijk fouten maken’. Het gaat om professioneel handelen volgens de meest moderne inzichten (state of the art) en zo mogelijk gebaseerd op wetenschappelijk onderzoek (evidence based). Om goede communicatie tussen professional en patiënt. Om transparantie over de individuele behandeling. Om het meetbaar en vergelijkbaar maken van uitkomsten van zorg. Om goede aansluiting van verschillende vormen van zorg op elkaar. Om uitwisseling van gegevens tussen professionals. Om inzicht van de patiënt in zijn eigen gegevens. Om goede bejegening. Om acceptabele wacht- en doorlooptijd. En om nog veel meer.

Het EPD draagt onder andere bij aan goede informatie-uitwisseling tussen professionals, aan afstemming van zorg in tijd en inhoud, aan op elkaar afgestemde behandelingen. Het ontlast de patiënt van de noodzaak om zelf alles te onthouden over zijn ziekte en pillen. Het EPD draagt dus op veel manieren bij aan verbetering van de kwaliteit van de gezondheidszorg. Natuurlijk worden daardoor minder fouten gemaakt, maar dat is het gevolg van betere kwaliteit en geen doel op zich.

Het is jammer als we ‘kwaliteit van zorg’ zouden verengen tot ‘zo min mogelijk fouten’. Het zou schadelijk zijn als dat de definitie wordt van de publieke verantwoordelijkheid van de overheid voor de Volksgezondheid. In een recente dialoog tussen de IGZ en vertegenwoordigers van het veld werd er ook voor gewaarschuwd dat we niet die kant op moeten (nog los van het risico dat de overheid de verantwoordelijkheid voor kwaliteit overneemt van professionals en zorginstellingen).

Het is jammer als burgers van Nederland uit uw brief van 1 november 2008 over het EPD de indruk zouden krijgen dat het alleen gaat om het voorkomen van fouten en niet om de totale kwaliteit van zorg. Het zou te betreuren zijn als de zorgaanbieders uw brief lezen als een negatief oordeel over de hoeveelheid fouten die ze maken. Dat schept niet de goede voedingsbodem om het EPD snel in te voeren.
Met de meeste hoogachting,

Dr. ir. Hans Hoek

Laat een reactie achter