Pleidooi tegen distantiering

Datum: 27-02-2008

Pleidooi tegen distantiering

In 2004 was ik bij een Paul Cremers lezing in kasteel Herkenbosch nabij Roermond. De Paul Cremers lezing stelt een podium beschikbaar aan sprekers die tegendraads en provocerend, maar met het hart op de goed plaats hun visie op de ontwikkelingen in de zorg willen geven.

In 2004 was het podium voor Prof Andries Baart, met zijn presentie theorie. Hij heeft een boek geschreven over het werk van pastores in achterstandsbuurten. Het onderzoek heeft zich gericht op de wijze waarop deze pastores hun werk doen. De kern van hun werk is aanwezig zijn, present zijn, toegankelijk zijn voor mensen met problemen.  Zijn onderzoek geeft geen analyse van maatschappelijke problemen en een professionele interpretatie van wat er nodig zou zijn. Het gaat meer om de ervaren betekenis van het werk van deze mensen.

Ik werk de presentie theorie niet helemaal uit maar een deel wil ik toch graag onder de aandacht van de lezer brengen. De presentie theorie bevat een omvangrijke en gedetailleerde kritiek, namelijk op distantiering. De kritiek bindt de strijd aan met moderne en subtiele vormen van verwaarlozing en afstandneming. Baart geeft aan dat als we er oog voor hebben, dat het gaat opvallen hoezeer we gewend zijn om afstand te houden tot lijden.

  • Met onze zogeheten professionele blik.
  • Met een verwetenschappelijkte “vertaling” van cliëntenverhalen
  • Met bureaucratische regels en logica.
  • Met instrumenten en middelen die tussen ons en het lijden geplaatst worden.
  • Met de geringschatting van de alledaagsheid en de voorkeur voor het verhevene en sublieme.

Dit alles betekent dat men uiteindelijk afstand houdt tot de lijdende mens, terwijl juist zij erom vragen om naderbij te komen. Nu kan je je afvragen of de pap ook zo heet gegeten wordt. Is dit niet een wat te zwart beeld? Ik denk het niet en ik denk zelfs dat het steeds erger wordt.

Als Z verpleegkundige in de gehandicaptenzorg heb ik jarenlang gewerkt met mensen die probleemgedrag vertonen. Dat heb ik altijd leuk werk gevonden. Als ik terughaal hoe het was, dan ging ik op in mijn werk. Ik werkte vooral op mijn gevoel. Dat wil zeggen dat je aftast wat er met de ander mogelijk is, dat je antennes uitzet om de ander te begrijpen. Dat je bij jezelf signaleert dat de ander je voor het blok zet, dat je het even niet meer weet, maar dat je blijft zoeken naar oplossingen omdat dat nu eenmaal niet anders kan. Hoe ik dat beleefd heb, dat gebeurt vast nog. Er zijn vast nog veel zorgverleners die met passie werken. Toch hoor ik vaak dat zij zich belemmerd voelen.

Toen ik het verhaal over de presentie theorie hoorde, begon ik het wat beter te begrijpen. Het is niet slechts wat extra rapportage dat verpleegkundigen en begeleiders extra moeten doen. Het is onze totale oriëntatie op mensen die afwijken van ons systeem.  Wij proberen dat stuurbaar te maken door diagnoses te stellen, gelden te markeren voor bepaalde doelstellingen en te kijken welke competenties er nodig zijn om de problemen op te lossen. Je zou kunnen zeggen dat dit vooral een bedrijfskundige blik is waarmee je naar de lijdende mens kijkt. Ik wil persoonlijk pleiten voor het zoeken naar alternatieven. Zorgverleners dienen naar mijn smaak meer in de positie gebracht te worden om present te zijn.

Laat een reactie achter