Leiderschap: dat doe je niet in je eentje

Datum: 05-10-2008

Leiderschap: dat doe je niet in je eentje

De vorige weblog heeft de boodschap dat het gedrag van de leider niet direct zijn succes of falen verklaart. Het leiden is een interactieve bezigheid. De leider is afhankelijk van de acties van anderen. Daarmee wordt het beeld van de ‘sterke leider’, die wel eventjes orde op zaken komt stellen, verlaten. Leiderschap is relationeel. En leiderschap zit daarmee ook niet aan één of enkele personen vast.

Tijdens de annual meeting van de Academy of Management, afgelopen augustus in de Verenigde Staten, heeft Warren Bennis een inspirerend betoog gehouden over leiderschap. Bennis heeft een grote staat van dienst op het gebied van verandermanagement. In een overvolle zaal liet hij ons een stukje uit een nieuwsuitzending zien, waarin voor hem een aantal elementen van leiderschap naar voren komen.

De setting is als volgt: een Amerikaanse patrouille gaat in één van de oorlogsgebieden proberen contact te leggen met de lokale bevolking en hun stamhoofden. Je ziet de soldaten door de straten lopen, om zich heen kijkend, hun geweren losjes vasthoudend. De lokale bevolking kijkt toe. In eerste instantie is er weinig aan de hand maar vervolgens slaat de stemming om. De soldaten worden als het ware omsingeld; de sfeer wordt grimmiger en grimmiger.

Wat doe je op zo’n moment als leider van de groep? Als de paniek onder de manschappen toeslaat. Als de dreiging groot is. Geweren in de aanslag? Je groot maken en domineren? Deze leider deed dat niet. Hij verzocht zijn manschappen te knielen. Knielen en glimlachen – dat was de opdracht. En deze actie had een deëscalerend effect. De sfeer normaliseerde en de manschappen konden zich terugtrekken.

Later is aan de betreffende militair gevraagd waarom hij zijn manschappen had laten knielen en glimlachen. De man wist er geen antwoord op. Hij had het niet tevoren bedacht. Het kwam in hem op. Hij vond het passend. Hij merkte aan zijn manschappen dat het kon. Ze deden mee, wellicht gehoorzaamden ze en ze hielden zich in de hand.

Zo liet Bennis aan de hand van tal van voorbeelden zien, dat leiderschap voor hem met een aantal aspecten te maken heeft:

  • Het aanvoelen van de situatie en kunnen duiden wat er gaande is.
  • Het aanvoelen van betekenisvolle alternatieven om te handelen.
  • Een respectvolle houding ten aanzien van verschillen.
  • De moed om te kiezen tussen handelingsalternatieven.
  • Inspiratiekracht en het vertrouwen in en van ondergeschikten om beslissingen ten uitvoer te brengen.

Een leider heeft er baat bij als hij of zij bepaalde eigenschappen en competenties heeft die bovengenoemd gedrag bevorderen. Maar de proof of the pudding is, wat er tijdens de interactie met ondergeschikten en stakeholders gebeurt. Of zoals Bennis het verwoordt: leiderschap is altijd relationeel tot veel anderen. Dáár gebeurt het en daar ontstaat succes of falen en alles wat ertussen in zit. Leiderschap doe je dus niet in je eentje.

Voor inspiratie uit de Academy of Management 2008 van Jaap Boonstra, Léon de Caluwé en ondergetekende: zie Management en Consulting nummer 5, 2008.

 

Laat een reactie achter