Zorgverleners zijn zo loyaal
Datum: 14-09-2008
Zorgverleners zijn zo loyaal
Als je mensen die in de zorg werkzaam zijn, vraagt waarom ze de zorg zijn ingegaan, krijg je per type zorgverlener een behoorlijk consistent beeld. Als voorbeeld twee beroepsgroepen. Dokters hebben fascinaties voor het menselijk lichaam en het brein. Ze noemen ook het iets voor anderen willen betekenen. Bij verpleegkundigen ligt nog meer de nadruk op het iets voor anderen willen betekenen. Het contact met mensen, de interesse in mensen en mensen in staat stellen om zich te ontwikkelen zijn frequent genoemde motieven om voor de zorg te kiezen.
Hoe staat het met de dagelijkse praktijk? Is er een match tussen de motieven en de dagelijkse werkelijkheid? In zijn algemeenheid ervaar ik dat dokters hun fascinaties beter in hun werk kwijt kunnen dan verpleegkundigen. Natuurlijk, er is wel eens wat en er zijn factoren, denk aan administratieve last, die het werk van de dokter belemmeren of minder aantrekkelijk maken. Bij verpleegkundigen ervaar ik echter veel meer ‘machteloosheid’ dan bij dokters. Minder vat op het werk; wegdrijven van de motieven waarom ze de zorg zijn ingegaan.
Als voorzitter van een bezwarencommissie over functiewaarderingsvraagstukken zie ik de effecten daarvan. Als voorbeeld een case. Er is in een organisatie een nieuw zorgconcept ingevoerd, waarbij de cliënt een grotere zelfstandigheid heeft. In kort bestek houdt de verandering in dat je als verpleegkundige met een kleiner aantal cliënten en met minder collega zorgverleners te maken hebt. De collega’s die je hebt, zijn ook minder gekwalificeerd dan jijzelf. En dat is anders werken dan in een team van ‘gelijken’. Je zult dus zowel de cliënten als de collega’s moeten ondersteunen.
Waarom zijn verpleegkundigen bij de bezwarencommissie terecht gekomen? Omdat ze een hogere FWG-indeling willen en meer willen verdienen? Tijdens de behandeling van het bezwaarschrift blijkt al snel dat er een andere reden in het spel is: zich niet gehoord voelen. De invoering van het nieuwe zorgconcept is zoeken naar de juiste vorm; het is wikken en wegen. Wat doen we wel, wat niet? Wat is goed, wat is fout? Dat proces kost energie. Vooral als er weinig support is of een luisterend oor ontbreekt. Zoals één van de commissieleden het verwoordde: ‘onze organisatie kennende, wordt een verandering uitgedacht en vervolgens verwachten de bedenkers dat ieder zich er wel mee kan redden’. Nauwelijks support dus. Of in het ergste geval ‘gewoon over de schutting’: als het bedacht is, is het als vanzelfsprekend ook uitgevoerd. Geen wonder dat medewerkers hun functie als zwaarder ervaren dan voorheen.
De verpleegkundigen die ik in deze bezwarenprocedure ontmoette, tonen een grote loyaliteit naar hun cliënten en hun collega’s. Maar niet meer naar hun leidinggevenden en de ondersteunende (staf-)diensten. In zo’n geval wordt een bezwarencommissie een instrument om een luisterend oor te krijgen. Deze organisatie zou meer gebaat zijn bij een implementatiecommissie. Om op de werkvloer support te geven bij energievretende veranderprocessen. Om de motieven van deze zorgverleners te koesteren en om de loyaliteit van deze medewerkers te behouden.