Is zorginnovatie planbaar? (2)

Datum: 22-05-2008

Is zorginnovatie planbaar? (2)

In het vorige weblog was de vraagstelling, onder welke condities een zorginnovatief concept is in te voeren. ‘Wil’ aan de top van de organisatie blijkt een belangrijke driver te zijn. Maar niet alleen ‘wil’ bij de top. Medewerkers en bewoners (cliënten) hebben een belangrijke stem bij de adaptatie van een zorginnovatief concept. Daarnaast blijkt timing belangrijk: wordt de behoefte aan een zorginhoudelijk referentiekader gevoeld?

In dit weblog sta ik stil bij de wijze van invoering en start bij de mate van planbaarheid. Het concept van Eden kent geen vast ‘stramien’ en het is ook nooit ‘af’. Zo’n concept invoeren is relatief moeilijk planbaar als je het vergelijkt met het invoeren van een nieuw zorgregistratiesysteem. Er is veel situationeel bepaald. De opgave is, of anders uitgedrukt: de uitdaging is, aan te sluiten bij de cliënten. Je wilt hulpeloosheid, verveling en eenzaamheid voorkomen. Maar hoe dan precies? Daar is geen pasklaar antwoord op. Dat is het proces tussen cliënt en medewerker(s).

In de praktijk blijkt bijvoorbeeld het houden van dieren aan te slaan. Vooral het zorgen voor vogels worden door de meeste ouderen op prijs gesteld. Vogels zijn leuk om naar te kijken en om mee te communiceren. Vogels hebben dagelijkse zorg nodig maar ze zijn niet enorm intensief. Ook het verzorgen van planten slaat aan. En het optrekken met kinderen.

Maar de ene mens is de andere niet, dus het blijft zoeken naar betekenisvolle en aangename activiteiten. Daarbij is de kern het zoeken naar mogelijkheden: wat kan de cliënt wel. In plaats van de focus te leggen op wat niet meer kan. Veelal zitten aanknopingspunten voor de mogelijkheden in de historie van cliënten. Zoals de bewoner die vraagt nog een keer te kunnen zwemmen in de Greifensee, iets dat ze vroeger altijd deed. Of een appèl doen op de behulpzaamheid van een bewoner bij het koken en afwassen, net als vroeger.

Eden kent 10 principes, de eerste twee zijn hierboven reeds genoemd.

  • Eenzaamheid, verveling en hulpeloosheid zijn de grootste veroorzakers van het lijden van oudere mensen in zorginstellingen.
  • Een goede zorginstelling creëert normale menselijke gemeenschappen en geeft toegang tot normale zaken als kinderen, planten en dieren.
  • Het creëren van relaties behoort tot het dagelijkse werk. Een liefdevolle omgeving is het medicijn tegen eenzaamheid.
  • Stimuleer mensen elkaar te helpen. Louter zorg krijgen maakt hulpeloos.
  • Geef ruimte tot spontaniteit en verscheidenheid. Onverwachte en onvoorspelbare interacties zijn het tegengif voor verveling.
  • Zinvolle activiteiten stimuleren de gezondheid.
  • Medische behandeling staat in dienst van echte menselijke zorg en niet andersom. Luister naar wat mensen écht willen.
  • Een liefdevolle omgeving geeft mensen de ruimte keuzes te maken en ze samen met zorgverleners een belangrijke stem te geven.
  • Om te leven en te groeien moet je risico’s kunnen nemen.
  • Verstandig en krachtig leiderschap is de basis voor het tegengaan van eenzaamheid, verveling en hulpeloosheid.

De 10 principes zijn richtinggevend. Als je ze goed doordenkt, hebben ze nogal wat implicaties voor hoe we in zorgorganisaties met elkaar omgaan. Willy Dekker, leidinggevende in een Zwitserse zorgorganisatie, en ik hebben op basis van onze ervaringen gezocht naar essentiële aandachtspunten voor het beklijven van een ingezette verandering, in dit geval het Eden-concept:

1. Leidinggevenden benadrukken bij medewerkers dat aansluiten bij de cliënt goed is
Het klinkt misschien voor de hand liggend maar hoe vaak gebeurt het dat leidinggevenden hun medewerkers complimenteren of stimuleren? Het actief op zoek gaan naar mogelijkheden van de cliënt vergt doorzettingsvermogen. Het dagelijks actief blijven speuren naar hoe verveling kan worden voorkomen, kost medewerkers moeite. Zeker als de cliënt niet zo makkelijk bereikbaar is. Die moeite dient door leidinggevenden bij hun medewerkers te worden aangemoedigd en gehonoreerd.

2. Aansluiten bij de cliënt is essentieel maar gooi je eigen professionaliteit niet over boord
Soms wordt aansluiten bij de cliënt verward met ‘alles doen wat de cliënt zegt’. Verpleegkundigen, verzorgenden en dokters kunnen soms de consequenties van bepaalde situaties beter overzien dan de cliënt of zijn familie. Bijvoorbeeld de consequenties van het niet voorkomen van drukplekken. De cliënt vindt het op dit moment niet belangrijk om gedraaid te worden maar doorziet niet dat dat drukplekken op gaat leveren. Zo’n situatie vraagt om intensieve dialoog. Die uiteindelijk kan uitmonden op het feit dat de cliënt niet wordt gedraaid. Maar dan wel met een doorkijk naar de mogelijk negatieve gevolgen.

3. Veel dialoog tussen leidinggevenden en personeel èn tussen personeel (en leidinggevenden) en bewoners
Als je wilt dat medewerkers met cliënten in gesprek gaan en blijven, dan is het belangrijk dat leidinggevenden dat met hun medewerkers doen. Dat betekent veel praten over de dagelijkse activiteiten, de dagelijkse gebeurtenissen, de wijze van wonen en de benodigde zorg. Ook het uitwisselen van ervaringen tussen diverse groepen is belangrijk. Bijvoorbeeld door elke week in een teambijeenkomst of een koffiebijeenkomst aan de orde te stellen wat je beleefd hebt. Daardoor ontstaan ‘Eden’-verhalen.

4. Laat cliënten toetsen of beleidswijziging verstandig is
Cliënten zijn zelf ook actief om de 10 principes te realiseren. Als de principes gaan ‘werken’, komt een punt dat leidinggevenden beleid wijzigen, maar dat dit door cliënten niet op prijs wordt gesteld. Willy gaf als voorbeeld het wijzigen van het ‘Badeplan’ (douche/bad-schema voor cliënten). Het Badeplan zou worden afgeschaft en het tijdstip van het badderen stond vrij. Alle goede bedoelingen ten spijt, een flink aantal cliënten vond dat onprettig. Men wilde weten waar aan ze toe te zijn – dus liever een Badeplan dan een eigen, wisselende keuze.

5.Leidinggevenden hebben ook steun nodig
Het belang van steun voor medewerkers is hierboven al aan de orde gekomen. Maar dat geldt ook voor de leidinggevenden zelf. Zij hebben behoefte aan bekrachtiging. Ze willen gehonoreerd worden in het feit dat ze personeel telkens weer stimuleren om naar mogelijkheden voor cliënten te zoeken. Het invoeren van Eden brengt geen complexe verandering in de bedrijfsvoering met zich mee. De invoering kost nauwelijks geld (buiten het organiseren van trainingen). Maar een niet aflatende betrokkenheid bij het dagelijkse wel en wee van cliënten en medewerkers vereist doorzettingsvermogen die op zijn tijd een pluim verdient.

Dit weblog is het tweede deel uit een drieluik over zorginnovatie. Het laatste deel gaat nog een keer in op de vraagstukken van planbaarheid, invoeren vanuit de top en condities.  

Laat een reactie achter