Bang maken of zorgvraag creëren?
Datum: 22-03-2008
Bang maken of zorgvraag creëren?
Op de radio wordt voortdurend door ‘goede doelen’ geadverteerd met allerlei ziektes, die je zou kunnen hebben. Op hun website kun je dan een test doen of je echt die kwaal wel of niet hebt. Deze week kun je wat doen aan een overactieve blaas. Vorige week kon je de negen signalen van kanker testen. De week daarvoor moest je aandacht aan je nieren geven, want dat is het enige orgaan dat in het spraakgebruik volgens de Nierstichting te weinig aandacht krijgt (de uitdrukking ‘elkaars nieren proeven’ wordt daarbij niet toevallig vergeten) Eerder kon je al je nieren laten checken. Je moet op je cholesterol en je hart letten, want anders krijg je een hersenbloeding. Er zijn dus ook dramatische commercials, waarin een volwassene als een kleuter wordt aangesproken, omdat hij aan het revalideren is.
Ik erger me aan die spotjes. Ze maken mensen bang. Je kunt bijna niet meer gezond zijn en gewoon leven. Er is iets mis met je als je niks mankeert. Sterker nog jij mankeert ook iets, maar je hebt nog niet gevonden wat. Zoek dus op onze site tot je gevonden hebt welke kwaal bij jou past.
De spotjes maken mensen niet alleen bang, ze scheppen ook onnodige vraag naar zorg. Nadat je eerst bang gemaakt bent en uitgenodigd op de site te checken of je echt doodziek bent, wordt je uitgenodigd om vooral naar je huisarts te gaan. Die kan je dan geruststellen of je voor verder onderzoek doorsturen naar het ziekenhuis. Dus eerst zit de wachtkamer van de huisarts vol met gezonde maar bange mensen. Die laten zich niet geruststellen want ‘dokter je weet maar nooit en met de zus van de vriendin van mijn achternicht is het ook slecht afgelopen’, zodat zelfs de strengste huisarts een aantal patiënten door zal zenden voor diagnostiek in het ziekenhuis. Daar loopt de vraag naar zorg dus op tot verrassing en ergernis van Klink en de zijnen.
Reclames zijn niet goedkoop. De stichtingen die de reclame maken worden gefinancierd uit collectes, giften en bijdragen uit loterijen. Maar vaak ook met subsidie van VWS voor onderzoek, hoewel Hoogervorst daar flink het mes in gezet heeft. Geld van burgers en collectieve middelen worden door private stichtingen dus gebruikt om onnodige zorgvraag te scheppen, die vervolgens weer uit -door diezelfde burgers op te brengen- zorgpremies betaald moeten worden.
Ik heb in mijn weblog van 22 mei 2007 al gepleit voor een code voor goede doelen om onethisch gedrag tegen te gaan. Ik zie graag dat daarin deze bangmakerij en het creëren van onnodige vraag naar zorg ook als ongewenst wordt verklaard. Maar misschien kan de minister voor die tijd al eens een signaal afgeven dat hij deze werkwijze ongepast acht. Dit kabinet wil immers een gezamenlijke verantwoorde samenleving. Daar past deze werkwijze van ‘goede doelen’ niet in.