Beloning bestuurders in de zorg

Datum:06-06-2009

Beloning bestuurders in de zorg

NVZD en NVTZ hebben vorige week gezamenlijk een normregeling voor beloning van bestuurders in de zorg uitgegeven. Al eerder had ik hen gecomplimenteerd voor dit gezamenlijke resultaat, al was dat toen wat prematuur.
De reacties op het voorstel zijn stereotiep. Ze doen denken aan de Romeinse senator Cato, die aan het eind van iedere Senaatsvergadering proclameerde: ‘Voorts ben ik van mening dat Carthago verwoest moet worden. Vooral de SP reageert zo: de salarissen zijn te hoog, dus moet er een initiatiefvoorstel komen om die hoge salarissen te verbieden.
Niemand reageert op de norm die NVZD en NVTZ hanteren dat het salaris niet hoger mag zijn dan het salaris dat de commissie Dijkstal redelijk vindt voor de premier (€ 190.000,–). Degene die reageren, zijn verontwaardigd over de uitzondering naar boven, die mogelijk is in complexe situaties met veel marktwerking. Niet verwonderlijk dat het vooral de tegenstanders van marktwerking zijn, die tegen de daarbij voorgestelde salarissen fulmineren.
AbvaKabo maakt het wel heel bont door te stellen dat bestuurders maar onder de CAO moeten vallen. Dat getuigt van weinig historisch besef. De NVZD zelf is jaren bezig geweest om de CAO elementen uit de arbeidsovereenkomst te krijgen. Waarom, omdat bestuurders dan van twee walletjes konden eten. Ze hadden de zware ontslagbescherming uit de CAO en ze kregen een salaris, waarin het risico van ontslag was ingecalculeerd. Dat systeem is een jaar of zes geleden gelukkig – op initiatief van de bestuurders zelf-  afgeschaft. Dat moeten we zeker niet terugkrijgen. De bestuurder is geen gewone werknemer. Niet alleen omdat hij aan de onderhandelingstafel zit bij de CAO. Maar vooral omdat hij verantwoordelijk is voor de totale organisatie. Daar kan hij op aangesproken worden. En als hij faalt, dan moet hij snel en zonder te veel procedures naar huis gestuurd kunnen worden. De regeling is daarop afgestemd. Voorwaarde is wel dat er geen hoge ontslagvergoeding wordt uitgekeerd. Die is gemaximeerd op een jaarsalaris, maar de praktijk is nog anders.
Alle reacties hebben een hoog moralistisch karakter. Niet de vraag hoe zwaar de functie is, welke competenties daarvoor nodig zijn en wat iemand met die competenties waard is, is aan de orde. Neen, de voorstellen worden afgewezen ‘omdat het niet hoort, omdat het niet in de ideologie past of omdat we niet kunnen accepteren dat iemand anders meer verdient dan ik’.
Een weinig vruchtbare discussie. Klink is zo verstandig geweest geen reactie te geven, maar het voorstel eerst te willen bestuderen. Ik hoop dat hij de voorstellen op hun merites beoordeelt en niet in de ideologische kramp schiet. Het is immers nog steeds de eerste salariscode waar de vereniging van toezichthouders en die van bestuurders het over eens zijn. Dat is volgens mij in geen enkele sector vertoond. En de bedragen sluiten aan op de adviezen van de commissie Dijkstal voor het gewenste salaris van publieke gezagsdragers (op die steeds genoemde uitzonderingsmogelijkheid na), terwijl de zorg geen publieke sector is.
Jammer dat er een grote misser in zit. Daar kom ik in een volgende weblog op terug.

Laat een reactie achter