Beloningscode leidt tot slechter bestuur

Datum: 28-07-2011

Beloningscode leidt tot slechter bestuur

In mijn vorige blog heb ik geschreven over zin en onzin in de discussie over beloningen in de gezondheidszorg. In die discussie ontbreekt geheel het effect van de beloningscode op de kwaliteit van het bestuur. Daar ga ik in deze blog op in.

De beloningscode en de maximering van de vertrekregelingen beïnvloeden de mobiliteit van zorgbestuurders negatief. Een bestuurder met een salaris boven de code, zal dit in zijn bestaande functie houden. Als hij echter overstapt naar een andere bestuurlijke functie, dan zal hij in principe een salaris volgens de beloningscode moeten accepteren. Een zittende bestuurder die van baan verandert, heeft dus twee mogelijkheden. Een: hij gaat er fors op achteruit. Twee: hij bedingt bij zijn nieuwe werkgever behoud van zijn salaris boven de norm uit de code. Dat moet de raad van toezicht van die nieuwe organisatie dan wel willen accepteren en durven uitleggen. Mijn vermoeden is dat bij de 26 nieuwe arbeidsovereenkomsten, die volgens het FD in 2010 boven de norm zijn afgesloten, deze laatste overweging geldt. De raad van toezicht wil die ervaren persoon graag hebben en accepteert een beloning boven de code (Het is jammer dat het FD niet heeft uitgezocht wat de motieven waren om boven de code te honoreren. Ik had graag de motivatie van deze 26 voorzitters van raden van toezicht gehoord).

Mogelijkheid een is niet zo waarschijnlijk. Je moet wel heel graag deze nieuwe functie willen hebben als je daarmee een derde in salaris achteruit gaat. Probeer dat thuis maar eens uit te leggen. De functie moet dan heel interessant zijn of je moet willen vluchten uit je huidige baan, omdat het daar niet goed gaat. Dat laatste inzicht is helaas weinig mensen gegeven.

Dus is de kans groot dat de komende jaren veel bestuurders blijven zitten waar ze zitten. Daarmee zal de gemiddelde zittingsduur van zorgbestuurders, die de Volkskrant zo belangrijk vindt, zeker toenemen. Voor goed functionerende bestuurders in goed lopende organisaties is dat geen probleem, al is altijd de vraag hoe lang het nog goed gaat. Maar in veel gevallen is het goed voor de organisatie en voor de persoon als een bestuurder na een aantal jaren weer eens wat anders gaat doen. De ‘houdbaarheidsdatum’ van bestuurders staat niet voor niets op zeven jaar.
Het risico is groot dat de beloningscode ertoe leidt dat bestuurders wiens THT (tenminste houdbaar tot) datum verstreken is, blijven zitten vanwege hun salaris. Het natuurlijke verloop stokt daar door.

Als een bestuurder niet vertrekt vanwege een baan elders, dan vertrekt hij of door pensioen of doordat de raad van toezicht hem wegstuurt. Dat heet dan altijd ‘in goed overleg’, ‘omdat hij/zij aan een nieuwe uitdaging toe is’ of ‘vanwege verschil van inzicht in het te voeren beleid’. De vertrekregeling is nu gemaximeerd op één jaarsalaris en Minister Schippers wil die terugbrengen tot € 75.000,– Een raad van toezicht, die van een bestuurder af wil, heeft deze dus nog maar weinig te bieden. De bestuurder zal niet snel een regeling accepteren, die hem fors inkomensverlies oplevert, zeker niet als hij zelf nog wel vindt dat hij goed functioneert. Raden van toezicht zullen die discussie dan ook niet zo snel meer aangaan, want dan moeten ze naar de kantonrechter om ontslag wegens disfunctioneren te vragen.

Minder salaris in een nieuwe baan en een lagere vertrekvergoeding zullen ertoe leiden dat bestuurders op hun stoel blijven zitten, terwijl ze beter weg zouden kunnen gaan. Dat leidt tot slechter bestuur van de betreffende instelling, omdat de bestuurder niet meer ‘fit is for the job’. Dat zet de interne verhoudingen onder druk en leidt tot slechter functioneren van deze bestuurder. De komende vijf tot zeven jaar zal een deel van de zorginstellingen dus geleid worden door minder goed functionerende en/of uitgebluste bestuurders, die op hun pensioen zitten te wachten (Dat is immers de enige overgebleven vertrekmogelijkheid).
De doorstroming wordt daardoor belemmerd, waardoor jongere ambitieuze mensen (die wel een salaris volgens de code zullen krijgen) niet aan bod komen en wellicht de sector verlaten.

De beloningscode en de maximering van de vertrekvergoeding leiden dus tot een slechtere kwaliteit van het bestuur in de gezondheidszorg in de komende jaren.
Ik vind niet dat we daarom de beloningscode moeten afschaffen, want het is vanuit governance oogpunt een goede zaak dat de inkomens in de zorg transparant zijn en dat er een referentiekader is. We moeten ons echter wel bewust zijn van dit effect.

Laat een reactie achter