Bezopen
Datum: 30-01-2014
Bezopen
‘Bezopen’ is het woord dat onze minister van Binnenlandse Zaken de heer dr. R. Plasterk in de Telegraaf hanteert op het standpunt van de NVZD over de aanscherping van de Wet Normering Topinkomens (WNT). Dat is dezelfde minister, die in een eerder interview in de Volkskrant vond dat de maatschappij meer eerbied en respect zou moeten hebben voor het ambt van minister.
Dat respect acht de heer Plasterk kennelijk niet nodig als het om het ambt van bestuurder in de gezondheidszorg gaat. Hij bezigt in het Telegraaf artikel allerlei woorden, die zeker niet van respect getuigen. Natuurlijk krijgt hij op de website van de wakkere krant van Nederland gelijk van allerlei reaguurders.
Plasterk gaat echter voorbij aan de inhoud van de kritiek van de NVZD. Die is namelijk van inhoudelijke aard. De WNT is een jaar oud en nog niet geëvalueerd. De wet getuigt van willekeur (onder andere omdat de salarissen van de zorgverzekeraars buiten schot blijven). De wet is juridisch slecht uitgewerkt. De wet maakt geen goed onderscheid tussen semipubliek, publiek en privaat. De wet is onwerkbaar en slecht voor de kwaliteit van het zorgbestuur.
Allemaal rationele overwegingen, die een rationele weerlegging vragen. Dat doet de minister niet (omdat hij dat niet kan?) maar hij gaat op de populistische toer door te zeggen dat grootverdieners weigeren in te leveren.
De minister bewijst ongewild dat hij het onderscheid tussen publiek, semipubliek en privaat niet begrijpt, doordat hij minister Schippers als de topbestuurder van de gezondheidszorg benoemt. Dat is in alle opzichten onjuist.
De WNT grijpt in in de private arbeidsrechtelijke verhouding tussen de zorgstichting en de bestuurders. Als de WNT 2 doorgaat, is dat de tweede ingreep in een privaatrechtelijke overeenkomst binnen twee jaar. Mijns inziens is dat onbehoorlijk bestuur.
Dat te meer, omdat de Raad van State recent zeer negatief heeft geadviseerd over het voornemen van excellentie Dijsselbloem om de bonussen bij banken in te perken. De Raad van State vindt dit ongeoorloofd ingrijpen van de overheid in de privaatrechtelijke arbeidsverhouding tussen bank en werknemer. De Raad van State acht deze ingreep in strijd met de Europese Rechten van de Mens en vindt dat de noodzaak voor een dergelijke ingreep ontbreekt.
Diezelfde redenering geldt volgens mij onverkort voor de voorgenomen wijziging van de WNT.
Als er al iets ‘bezopen’ is, dan is dat de reactie van de heer Plasterk, die uitlatingen doet die het ambt van minister onwaardig zijn.