Controleren is contra leren

Datum: 15-10-2010

Controleren is contra leren

Vandaag hadden we het op onze C3-ontmoeting (wij spreken elkaar iedere vrijdag over het vak, de zorg, de markt en onze opdrachten) over het dilemma dat kennis die bedoeld is om te leren vaak verwordt tot een instrument om te controleren. Bart merkt dat in zijn opdracht als projectleider van het VMS systeem en Elsbeth in haar opdracht voor implementatie van de ROM in de GGZ.  (Het VMS is het veiligheidsmanagement systeem voor ziekenhuizen, dat de patiëntveiligheid moet vergroten. ROM betekent ‘routine outcome monitoring’ en is een instrument om de resultaten van psychiatrische behandelingen te meten.) Ook bij allerlei vormen van benchmark doet zich dat voor.

Het beeld is vaak hetzelfde. Zorgverleners en/of zorgorganisaties ontwikkelen methoden om te weten wat ze doen en wat de resultaten daarvan zijn. Om dat goed te kunnen beoordelen, willen ze die kunnen vergelijken met anderen. Zo kun je leren van wat je zelf doet en wat anderen doen. Daardoor kun je je werk steeds verbeteren. Als je dat goed wilt doen, moet je landelijk samenwerken en dezelfde methoden en dezelfde meeteenheden gebruiken.
En dan ontstaan er risico’s. Want wie verzamelt de gegevens en van wie zijn die gegevens eigenlijk? En wat doet die dataverzamelaar ermee? Maakt hij neutrale vergelijkingen en koppelt hij die terug naar de zorgverleners, die daar zelf hun leerervaringen uithalen? Gaat hij een stap verder en geeft hij die vergelijkingen terug met een oordeel of advies daarbij. Of gaat hij ‘monitoren’ en sturen. Of nog verder: gaat hij op grond van de gegevens een oordeel vellen over de zorgverleners en dat oordeel melden aan een ander, bij voorbeeld de IGZ.

Dit soort processen beginnen bij voorkeur bij de zorgverleners zelf, gericht op leren en verbeteren. Maar het risico is groot dat het proces wordt geïnstitutionaliseerd en dat het ‘instituut’ zich een machtspositie toe-eigent en van dienstverlener tot controleur wordt. Dat risico is zeker groot als de politiek of een toezichthouder zich ermee gaat bemoeien en de gegevens gaat gebruiken voor iets, waar ze niet voor bedoeld waren namelijk controleren en straffen. We hebben dat jaren geleden gezien bij de benchmark in de thuiszorg. De thuiszorgorganisaties hadden die opgezet om onderling te vergelijken of ze hun efficiency konden verbeteren. Maar hij werd uiteindelijk door de overheid gebruikt om de prijs voor thuiszorg te drukken, door de laagste cijfers uit de benchmark te gebruiken voor het bedingen van lagere uurtarieven (nog voor die door de WMO verder onder druk kwamen).
Dit risico dreigt steeds bij goede initiatieven om kwaliteit, veiligheid of efficiency meetbaar en vergelijkbaar te maken. Dan wordt ‘leren’ ‘controleren’ en dat is toch echt iets heel anders.

Een vergelijkbaar voorbeeld hoorde ik gisteren over machinisten. De vakbond van machinisten, de NS en Prorail willen dat geleerd wordt van fouten, in dit geval machinisten, die door rood licht rijden. Dat gebeurt weinig (150 keer per jaar) en is voor een groot deel niet of niet alleen aan het handelen van de machinist te wijten. Alle drie de partijen vinden het een ernstig probleem, wat je moet zien te voorkomen. Daarom moet je ieder incident melden en ervan leren. Dat vraagt een veilige omgeving.  De machinisten en hun werkgever ervaren de situatie echter als onveilig, omdat door rood rijden strafbaar is en het OM altijd strafvervolging kan inzetten. De vakbond en de NS willen nu dat die vanzelfsprekendheid van vervolging uit de Spoorwet gaat en dat het OM alleen tot vervolging overgaat als er sprake is van verwijtbaar handelen. Want zoals het nu is kunnen NS, Prorail en de machinisten niet goed leren van de fouten.
Dezelfde discussie speelt al jaren bij het melden van euthanasie.

Leren van wat je doet, van je fouten en van vergelijking met anderen is één va de sterkste veranderingsbewegingen voor mensen en organisaties. Maar je leert niet als je voortdurend gecontroleerd wordt (of dat zo voelt). Leren ligt bij jezelf en is persoonlijk. Controleren ligt buiten jezelf, want het is een ander die over je oordeelt en eventueel ingrijpt. Beide woorden eindigen op dezelfde vier letters, maar met ‘contro’ ervoor wordt het heel wat anders. Dat speelt bij de opvoeding van kinderen net zo goed als bij het werk van zorgverleners of machinisten.
Controleren lijkt echter makkelijker dan leren en past in de toenemende repressie in de maatschappij.
Daarom moeten we er voortdurend op letten dat wat bedoeld is om te leren niet ontaardt in iets om te controleren. Bij VMS en ROM is men zich daarvan bewust en wordt erover gesproken.
Dat is echter niet altijd het geval en er is altijd risico dat buitenstaanders aan de haal gaan met het leerinstrument om het tot een controleerinstrument te maken.

Kort samengevat:
Leren en controleren zijn niet te combineren. Een systeem kan niet voor beide tegenstrijdige doelen tegelijk gebruikt worden.

Of nog scherper ‘Controleren is contra leren.’

Laat een reactie achter