De adviseur als medisch specialist

Datum: 06-06-2011

De adviseur als medisch specialist

In de medische wereld is er een fundamenteel verschil in manier van kijken van de huisarts en van de medisch specialist. De huisarts gaat ervan uit dat je gezond bent, tenzij het tegendeel is bewezen. De specialist gaat ervan uit dat je ziek bent, totdat het tegendeel is bewezen. Bewijzen dat de patiënt niet ziek is, is veel lastiger. Dus blijft de specialist zoeken naar een kwaal tot hij er een gevonden heeft. Dat leidt tot meer diagnostiek, maar vooral tot de levenshouding dat je blijft zoeken tot je iets negatiefs hebt gevonden. Zo wordt de specialist opgeleid en dat is ook wat de patiënt van de specialist verwacht.

Soms denk ik weleens dat wij als organisatieadviseur ons meer de levenshouding van de specialist aanmeten, dan die van de huisarts. Als de organisatieadviseur gevraagd wordt om te kijken hoe een organisatie ervoor staat of hoe een probleem kan worden opgelost, dan kijkt hij vooral naar wat er niet goed gaat. Daar zitten immers de verbetermogelijkheden. Het zal dus niet zo snel voorkomen dat de adviseur tegen de raad van bestuur zegt: ‘Uw organisatie is hartstikke gezond en functioneert uitstekend. Wij hebben geen enkele afwijking kunnen vinden. Gaat u vooral zo door’ of ‘Dacht dat u een probleem had, maar dat is niet zo’. Dat hoor je een huisarts wel zeggen en een specialist niet. Ik hoor het ook een adviseur niet zo snel tegen een klant zeggen. Hoewel ik in mijn eigen praktijk toch een aantal opdrachten heb geweigerd of na een korte analyse afgesloten, omdat ik vond dat de opdrachtgever een probleem maakte, dat er niet was.

Dat is altijd moeilijk. De patiënt wil niet van de huisarts wil geloven dat hij niet ziek is en vraagt daarom doorverwijzing naar de specialist. Evenzo zal een opdrachtgever meestal niet graag horen dat hij geen probleem heeft, terwijl hij dat zelf wel vindt. Dan gaat hij op zoek naar een adviseur, die net als de specialist net zo lang zoekt tot hij iets gevonden heeft. Die adviseur zal ook -net als de medisch specialist- onverwijld een behandeling voorschrijven. Een behandeling, een plan van aanpak, dat door hemzelf (liefst met ondersteuning van de nodige junioradviseurs) wordt uitgevoerd.

Er kunnen dus drie redenen zijn, waarom de organisatieadviseur zich net zo gedraagt als de medisch specialist:
– Adviseurs zijn opgevoed met de levenshouding dat er altijd wel iets mis is of beter kan in een organisatie.
– De opdrachtgever wil niet horen dat hij geen probleem heeft, want anders had hij de adviseur toch niet gebeld.
– Als er een probleem is, moet dat worden opgelost en wie kan dat beter (☺) dan de adviseur zelf en zijn team.

Is het nu erg dat de adviseur zich zo gedraagt? Ja, als de adviseur zich standaard zo gedraagt en altijd direct een ‘behandeling’ voorstelt. Dan is de adviseur niet voldoende kritisch op zichzelf en te veel gedreven door omzetvermeerdering.  Nee, als de adviseur zich bewust is van dit mechanisme en zich voortdurend afvraagt of hij niet een beetje meer huisarts en een beetje minder medisch specialist moet zijn. Of anders gezegd: ook benadrukt wat er wel goed gaat in de organisatie. Het helpt ook als de adviseur zich afvraagt of hij het gesignaleerde probleem moet oplossen, of dat dat beter aan een ander overgelaten kan worden.

Ik wens mij zelf en mijn collega’s veel wijsheid om de valkuil van het ‘zwart kijken’ zo veel mogelijk te vermijden.

Laat een reactie achter