De avonturen van Gover en Nance (6) Rijnland is terug

Datum:03-02-2009

De avonturen van Gover en Nance (6) Rijnland is terug

De winkel van Gover en Nance beleeft gouden tijden. Allerlei producten waar nauwelijks vraag meer naar was, vliegen nu de winkel uit. Niemand koopt meer iets met ‘aandeelhouderswaarde’ in de titel. Maar producten gericht op alle belanghebbenden –‘stakeholders’ in het jargon- vinden grif aftrek. Dat geldt ook voor producten gericht op de overheid en op publieke governance. In de krant stond vorige week dat het weer ‘hot’ is om voor de overheid te werken. Niet alleen vanwege de economische zekerheden. Maar vooral omdat ambtenaren de nieuwe helden zijn. Kijk maar eens hoe het team op het ministerie van Financiën, dat de aankoop van de banken regelde en gaat over de steunmaatregelen, wordt opgehemeld.

Het Rijnlandse model komt weer terug. Er wordt gezocht naar evenwicht tussen staat en markt. Winstmaximalisatie en hoge beloningen worden steeds minder maatschappelijk aanvaardbaar. Andere belangen dan die van de aandeelhouders worden weer meegenomen. ‘De onzichtbare hand van de markt’ is uit. ‘De zichtbare hand van de overheid’ is in. Al schiet dat volgens Gover en Nance door in de richting van een staatseconomie en dat moet je ook niet hebben.

Aan de andere kant vindt Nance dat er nog te veel kenmerken van de Angelsaksische cultuur overeind blijven. Zowel Bos als Jiskoot (ex ABNAmro bankier) hebben met grote stelligheid beweerd dat banken beter af zijn met het one-tier model, waarbij toezichthouders en bestuurders in één gezamenlijke board zitten. Wat een onzin vindt Nance. Fortis had een one-tier board met de heren Lippens en Votron aan het hoofd en dat heeft alleen maar bijgedragen aan de ondergang van het bedrijf. Meneer Jiskoot was bij ABNAmro zowel voor de raad van bestuur als voor de raad van commissarissen ongrijpbaar (lees er De Prooi maar op na). Op zo’n man krijg je in een one-tier board nog minder grip. Nog los van het principiële uitgangspunt dat uitvoering en toezicht gescheiden moeten zijn om voldoende checks and balances te hebben.

Wat Nance echter nog zorgelijker vindt is dat normen en waarden nog steeds in de bestuurskamer zo’n kleine rol spelen. Ze ergert zich aan al die bankiers die jaren successen aan zichzelf hebben toegerekend en nu in de Tweede Kamer de oorzaken van de crisis bij anderen leggen. Ze schrikt van het verhaal van Kerviel dat hij met allerlei mensen om zich heen zijn gang kon gaan zonder dat iemand hem vroeg wat hij aan het doen is. Dat los je met meer toezicht van bovenaf – de mode van dit moment-  niet op. Integendeel, te veel controle leidt tot morele luiheid. Als er te veel toezicht is, wordt je niet op je eigen normen en waarden aangesproken maar ga je je richten op de controlerende instantie.

Dat geldt ook voor contracteren. De Europese manier is om een contract met bedoelingen en globale uitvoeringsafspraken te maken. ‘Principle based’ heet dat. Die gekke Amerikanen denken dat ze in vuistdikke contracten alles kunnen dichttimmeren. ‘Rule based’ heet dat. Als je alles wilt regelen besteden mensen al hun tijd aan het zoeken van de mazen in het net. Als je handelt in de geest van de overeenkomst, moet je samen met je partner een oplossing zoeken. Hier ziet Nance ook nog wel een paradox. Die zelfde overheid die normen en waarden wil terugbrengen en het Rijnlandse model in ere wil herstellen, wantrouwt haar burgers fundamenteel en wil alles regelen en controleren. Aanbestedingsprocedures, het kinddossier en de indicatiestelling in de zorg zijn allemaal ‘rulebased’;  de overheid wil alles regelen en dichttimmeren en denkt dat het dan goed gaat. ‘Dat gaat niet werken’ volgens Nance. Vanuit een heel andere kijk op de mens is Gover het van harte met haar eens.

Laat een reactie achter