De bron van het geluk is de kennis van de mogelijkheden
Datum: 20-08-2010
De bron van het geluk is de kennis van de mogelijkheden
De uitspraak lijkt uit een boekje met spreuken te komen. Bronnen van geluk, bronnen van genegenheid etc. Boekjes met veel tegeltjeswijsheid. De uitspraak: ‘de bron van het geluk is de kennis van de mogelijkheden’ is door Arnold Cornelis gedaan tijdens zijn college over de Logica van het Gevoel tijdens de Beroepsopleiding Management Consultancy in 1998. Cornelis is helaas veel te jong overleden. Zijn gedachtegoed heeft hij achtergelaten in een meer dan 700 pagina’s tellende ‘dikke pil’.
Ik zal nu niet op de Logica van het Gevoel ingaan. Mij trof tijdens zijn betoog de zinsnede ‘de bron van het geluk is de kennis van de mogelijkheden’. Op dat moment realiseerde ik me dat, als ik in mijn eerste baan werkzaam was gebleven, ik zoveel variëteit aan kennis en ervaring gemist zou hebben. Ik had de fysiotherapie in de gehandicaptensector niet willen missen. Ook de leergang fysiotherapie in de zwakzinnigenzorg en de NDT-opleiding niet. Maar als ik geen switch naar de (organisatie)sociologie had gemaakt en de werkervaring bij de beroepsorganisatie KNGF had opgedaan, dan was ik niet in de consultancy terecht gekomen.
Sommige mensen hebben het in nature in zich om te switchen en zich in ‘nieuwigheden’ te storten. Ze verlaten makkelijk het oude pad om wat nieuws op te zetten waar ze mogelijkheden in zien. Echte ondernemers. Zo zit het bij mij niet, denk ik. Ik volg meer de vraagstukken die zich op mijn pad voordoen. Waarom heeft een financiële directeur meer in de melk te brokkelen dan de zorginhoudelijke directeur in onze organisatie? Dit type vraagstukken hebben mijn aandacht naar het ‘organiseren’ en de begrippen ‘macht en gezag’ getrokken. Van het één komt het ander als je de vraagstukken volgt die je zelf opwerpt.
Ik ervaar in verandertrajecten in organisaties met regelmaat dat de betrokkenen opzien tegen het nieuwe, het onbekende. Als je niet kunt overzien waar je terecht komt, kan dat blokkerend werken. Een mooi voorbeeld van een dergelijke situatie wordt beschreven in ‘Who moved my cheese?’ van Spencer Johnson. (In de Nederlandse uitgave: Wie heeft mijn kaas gepikt?). Twee muizen en twee little people (mensen zo groot als een muis) houden van kaas. Ze zijn in een doolhof en hebben een flinke berg kaas voorhanden.
Op een dag is de kaas weg. De muizen hebben dat zien aankomen – de kaas werd oud. Zij gaan snel op zoek naar nieuwe kaas – elders in het doolhof. De little people zijn gemakzuchtig geworden door de vele kaas. Zij zijn volkomen overvallen door het feit dat er geen kaas meer is. De één is kwaad dat hem onrecht wordt aangedaan: de kaas moet terugkomen. De ander kiest na enige aarzeling en vrees eieren voor zijn geld: hij gaat nieuwe kaas zoeken. Hij moet zijn angsten overwinnen – hij kan naar zichzelf gaan kijken en om zichzelf lachen – hij krijgt lol in zijn zoektocht en uiteindelijk vindt hij de kaas.
Het aardige van deze parabel is dat je ziet hoe verschillend je op veranderprocessen kunt reageren. De één gaat erin mee, de ander zet zich af en een derde gaat na enige aarzeling toch op pad. Ik denk dat ik zelf lang niet altijd een voorloper ben in veranderprocessen. In essentie gaat het mij om de vraagstukken die ik kan formuleren en de kennis en de ervaring die ik met het veranderproces op kan doen. Daarom sprak mij zo aan: ‘de bron van het geluk is de kennis van de mogelijkheden’.