De organisatieadviseur die wil promoveren (1)
Datum: 10-03-2008
De organisatieadviseur die wil promoveren (1)
Laatst vroeg een jongere consultant van een grote consultancy organisatie mij, hoe ik dat nou doe: de combinatie tussen het organisatieadvieswerk en het werken aan (promotie)onderzoek. Op zo’n moment moet ik even goed in mijn gedachten graven welke stappen ik heb gezet. En hoe ik tot de condities ben gekomen om onderzoek te kunnen doen.
Onderzoek doen naast je reguliere werk, betekent vele jaren achtereen een extra belasting. Om dat op te kunnen brengen, moet je lol in je onderzoeksthema hebben. Bij mij is dat ontstaan door een aantal onderzoeken elkaar op te laten volgen. Het ene vraagstuk rolde automatisch voort uit het andere.
Met Deloitte-collega’s ben ik in 2002 begonnen met een onderzoek naar veranderaanpakken. Welke veranderaanpak is het meest passend, als je een bepaald doel in een bepaalde context wilt bereiken? Léon de Caluwé was van in de periode 2002 – 2003 de begeleider vanuit de Vrije Universiteit (Center for Research in Consultancy / Postgraduate Opleiding Management Consultant). Op basis van dat onderzoek naar veranderaanpakken vroeg ik me af wat consultants aan competenties nodig hebben om de aanpakken uit te kunnen voeren. Léon en ik hebben dit onderzoek vervolgens in 2004 – 2006 uitgevoerd.
In het onderzoek naar competenties bemerkten we dat consultants zich heel goed konden inleven in de cases die we ze voorlegden. Ze konden vrij vlot zeggen wat ze zouden gaan doen. En dat leidde naar de volgende vraagstelling: consultants zeggen dat ze iets gaan doen maar wat doen ze nu echt? Het derde onderzoek betreft dan ook het gedrag van adviseurs: wat doen ze nu precies? En welk gedrag ‘doet ertoe’ in een adviessituatie, volgens de klant en volgens de adviseur? Dit onderzoek zit op dit moment van schrijven in de analysefase. Rond de zomer zal de onderzoeksrapportage gereed zijn.
Ieder onderzoek doorloopt een cyclus van (1) voorbereiding theoretisch kader en onderzoeksontwerp, (2) uitvoeren empirisch onderzoek, (3) analyse en (4) rapportage. Vervolgens is er spin-off door de publicatie van artikelen, de uitgave van een boek, het presenteren van de onderzoeksresultaten op congressen et cetera. Een cyclus neemt bij mij een periode van 2 tot 3 jaar in beslag. De promotie zal het sluitstuk worden: een overzicht van de 3 onderzoeken en een beschouwing daarover (gepland in 2009 of 2010).
Dergelijke inspanningen kunnen niet zonder condities. Ik noem die condities ‘mijn supportsysteem’. Waaruit bestaat dat supportsysteem? Daarover in het volgende weblog meer.
