De organisatieadviseur die wil promoveren (2)

Datum: 22-03-2008

De organisatieadviseur die wil promoveren (2)

In mijn vorige weblog schreef ik over hoe bij mij het proces van onderzoeken eruit ziet. Het doen van onderzoek vergt discipline en uithoudingsvermogen van de onderzoeker maar daar kom je er niet mee. Ik heb heel veel aan wat ik ‘mijn supportsysteem’ noem. Het supportsysteem bestaat uit mensen, condities en in regie gezette acties, die mij als het ware gaande houden. Ik zou niet zonder kunnen.

Waaruit bestaat dat supportsysteem:

De werkkring:
Er is een werkkring nodig die enige betrokkenheid toont of minimaal gedoogt dat er ‘ook nog iets anders is dan het uitvoeren van opdrachten’. Bij C3 heb ik daarin fijne collega’s gevonden. Ik geloof niet dat ze altijd precies waar ik mee bezig ben en dat hoeft ook niet. Ze tonen interesse, doen mee waar ze kunnen en willen (straks) zeker kritische geluiden laten horen als ik onderzoeksresultaten presenteer.

Samenwerking met studenten:
Het helpt mij om werkcolleges te geven en studenten te begeleiden bij hun masters-scripties. Ik blijf daardoor op hoogte van wetenschappelijke publicaties en methoden en technieken van onderzoek.
Een aantal studenten werkt(e) ook mee aan het onderzoek: Hester, Martijn, Calijn, Kirsten, Heleen en Christiaan. Ik vind het inspirerend om met deze jonge talenvolle mensen te werken.

Lotgenotencontact:
Sioo (Interuniversitair centrum voor organiseren, veranderen, adviseren en leren) is een prachtige broedplaats voor professionalisering van organisatieadvieswerk maar is ook erg stimulerend voor mensen die willen promoveren. Bij Sioo is een ‘intervisiegroepje’ ontstaan, waarvan Renate, Arienne en Yolande inmiddels zijn gepromoveerd. Isolde zal binnenkort volgen en ik zal de laatste zijn. Maar….ik heb veel van deze dames af kunnen kijken: door welk proces ga je heen? Hoe ga je met je promotor om? Wat zijn lastige fasen? Heel helpend!

Kansen krijgen en pakken:
In een bepaalde fase kon ik enkele financiële bijdragen krijgen uit het Bakkenist Fonds, van de Ooa (Orde van organisatiekundigen en –adviseurs) en van Deloitte, om bijvoorbeeld de uitgave van een boek te bekostigen of een student tijdelijk wat meer werkzaamheden te laten doen. Het is enorm stimulerend als anderen je onderzoeksthema interessant vinden en daar een bijdrage aan willen leveren. Bijvoorbeeld ook door het toestaan dat in de organisatie onderzoek wordt gedaan – de onderzoekssite – zoals bij Twynstra Gudde en Sioo.

Een prettige, constructieve promotor:
Er zijn mensen die me letterlijk zeggen ‘zoals jij het hebt, krijg ik het nooit’. En dan doelen ze op de samenwerking met Léon de Caluwé. Het is inderdaad zo, dat ik de manier waarop we werken als heel stimulerend ervaar. Wellicht komt dat omdat Léon, naast zijn wetenschappelijke werk, ook praktiserend organisatieadviseur is. Het lijkt me echter wel een voorwaarde dat je met je promotor behoorlijk goed door een deur kunt. Je moet iets voor hem/haar over hebben en hij/zij moet jou iets gunnen. Zo werkt het geloof ik wel.

Tenslotte nog een tip: combineer werk, privé en onderzoek
Ik heb perioden geprobeerd om 1 dag per week vrij te maken voor onderzoek – ik heb perioden zelfs mijn arbeidscontract in uren verlaagd. Maar dat werkt voor geen meter. Organisatieadvieswerk laat zich niet ‘reguleren’; het is hollen of stilstaan. In dat ritme moet ik mee en dat heeft repercussies. Dat geldt privé evenzeer. Het is voor een partner of vrienden niet leuk als je de eeuwige afwezige bent. Het is fijn als ze je in drukke tijden steunen maar daar moet tegenover staan dat ik ook tijd voor hen kan maken en maak. Ik heb gemerkt dat ik werk, onderzoek en privé maar beter niet al te rigide kan scheiden. Dat levert veel minder stress op.

De aanleiding voor het maken van deze weblog was een vraag van een consultant: ‘hoe doe jij dat’? Ik heb de consultant in de voorgaande bewoordingen geantwoord.

Zijn laatste vraag was of ik verwachtte al die inspanningen terug te zien in een positie of in geld. Nou, ik heb hem op een briefje gegeven dat al die uren zich niet zullen terugbetalen en dat de wetenschappelijke wereld niet scheutig is in het vergeven van posities. Voor mij is onderzoeken betekenisvol: het bevredigt mijn wil om te weten hoe dingen in elkaar zitten, het brengt me in contact met heel interessante vakgenoten en het geeft me (meestal) energie. Dat is genoeg.  

Laat een reactie achter