De raad van toezicht stapt op; Wat nu?

Datum: 31-10-2007

De raad van toezicht stapt op; Wat nu?

De laatste weken heb ik een paar vragen gehad van leden van raden van toezicht, die overwogen af te treden. Daarbij was ook aan de orde wat er gebeurt als de raad van toezicht als geheel aftreedt.
Dat komt niet zo vaak voor, maar er kan aanleiding toe zijn. Een bekend voorbeeld in Medisch Centrum De Klokkenberg, waar de raad van toezicht op enig moment de raad van bestuur ontsloeg en vervolgens zelf in zijn geheel aftrad. Bij de Ziekenhuisgroep Twente heeft die situatie zich recent voorgedaan naar aanleiding van de brand op de operatiekamer. Soms treedt in een conflict tussen raad van toezicht en raad van bestuur de raad van toezicht af, hoewel het uiteraard meestal andersom is. De raad van toezicht kan ook aftreden als er grote gebreken naar boven komen in het functioneren van de raad van bestuur, waarop de raad van toezicht had kunnen ingrijpen. Dat komt meestal pas uit als de bestuurder ontslagen is en een interim-bestuurder de omvang van de problemen in kaart brengt.
Er wordt verschillende gedacht over de vraag of een raad van toezicht in zo’n geval moet aftreden of juist moet aanblijven om te helpen de puinhoop op te lossen. Daar is geen algemene regel voor. Ik laat dat in deze weblog in het midden.

Hier is de vraag aan de orde wat er moet gebeuren als de raad van toezicht overweegt in zijn geheel af te treden. Volgens de statuten van de meeste zorgorganisaties benoemt en ontslaat de raad van toezicht zichzelf. Als dus de hele raad van toezicht weg is, is er niemand meer om een nieuwe raad te benoemen. Dat is een situatie die voorkomen moet worden. Daarom moet een raad van toezicht die overweegt om collectief af te treden zich te voren de vraag stellen: hoe komt de stichting aan een nieuwe raad van toezicht?

Er zijn daarvoor verschillende mogelijkheden. De meest dramatische is om het probleem buiten de stichting te leggen. Als de raad van toezicht als geheel aftreedt, dan voorziet artikel 299 van het Burgerlijk Wetboek (BW boek 2) in een oplossing. Iedere belanghebbende of het Openbaar Ministerie kan dan aan de rechtbank verzoeken ‘in de vervulling van de ledige plaats te voorzien’
Het artikel gaat over ‘het bestuur’.  Gegeven de formulering ‘het bestuur (= de raad van bestuur) bestuurt de stichting behoudens beperkingen in de statuten’ is de rol van de raad van toezicht een beperking van de bestuursverantwoordelijkheid en zal de rechtbank dus concluderen dat ‘het bestuur gedeeltelijk ontbreekt en dat daarin niet volgens de statuten is voorzien’ en een voorziening treffen. De raad van bestuur, de ondernemingsraad, de cliëntenraad, het zorgkantoor of een andere belanghebbende kan dus naar de rechtbank om deze te vragen een raad van toezicht te benoemen.

De aftredende raad van toezicht heeft natuurlijk slecht gehandeld als hij het zo ver laat komen. De raad kan er dus beter voor zorgen dat er op een of andere wijze een basis is gelegd voor zijn opvolging. Een gebruikelijke werkwijze is dat alle leden van de raad hun zetel ter beschikking stellen, waarbij de meerderheid direct aftreedt, maar twee of drie leden voorlopig nog aanblijven om een nieuwe raad van toezicht te zoeken. Als er dan een voorzitter en tenminste een of twee nieuwe leden gevonden zijn treden de ‘oude’ leden alsnog af en laten de vorming van de gehele raad van toezicht aan de nieuwelingen over. Dat is een goede werkwijze mits de oude leden ook direct aftreden en niet opnieuw benoemd worden in de nieuwe raad. Dan wordt namelijk aan de geloofwaardigheid van het nemen van de verantwoordelijkheid van de oude raad geweld aan gedaan.

Een andere manier om het probleem op te lossen is om een interim voorzitter van de raad van toezicht te benoemen. Dan is er één persoon die bevoegd is om een nieuwe raad te vormen en nieuwe raadsleden te benoemen. Als die interim-voorzitter is benoemd, kan de oude raad in zijn geheel aftreden. De interim-voorzitter vormt de nieuwe raad, zorgt dat deze is ingewerkt en als team kan opereren en treedt dan af. Uiteraard heeft hij in de samenstelling van de nieuwe raad de volgende permanente voorzitter gezocht.
Waarom een interim-voorzitter? In de eerste plaats omdat het vormen en inwerken van een raad een andere klus is dan het leiden van een stabiele raad. Daar heb je andere kennis en vaardigheden voor nodig. In de tweede plaats omdat het zoeken naar een goede vaste voorzitter veel tijd en zorgvuldigheid kost. Een raad van toezicht die wil aftreden of een rompraad zoals hiervoor genoemd, heeft niet meer de tijd en verkeert niet meer in de positie om dit zoekproces zorgvuldig te doorlopen. Bovendien zou het profiel van de nieuwe voorzitter na de interim-periode er weleens heel anders uit kunnen zien dan vlak na de crisis die noopte tot het aftreden van de raad. Een interim- voorzitter kan de rust nemen om dit profiel goed op te stellen en daarover met raad van bestuur en de medezeggenschapsorganen goed te communiceren.

Het fenomeen van interim-toezicht is in de zorg nog weinig gebruikelijk. Maar de vraag ernaar gaat zeker komen. Ook bij fusieprocessen kan een interim voorzitter van de nieuwe raad van toezicht een grote bijdrage leveren. Er zijn voldoende ervaren bestuurders/toezichthouders, die zo’n interim rol kunnen vervullen. In ieder geval weten wij (C3) ze wel te vinden.

Ter afsluiting ga ik terug naar de kop van dit artikel. De raad van toezicht treedt af en wat nu.
Hoe groot de druk op de raad of in de raad om af te treden ook is, naar mijn mening moet de raad van toezicht altijd een besluit nemen over zijn opvolging. De weg naar de rechter is ongewenst. Als het laatste besluit van een raad van toezicht dus is om in zijn geheel af te treden, dan hoort het voorlaatste besluit dus te zijn wie na het aftreden de kern vormt voor de nieuwe raad. Er moet altijd tenminste één iemand door de oude raad aangewezen te zijn om de nieuwe raad te vormen.

Laat een reactie achter