De winst van preventie; wie durft te investeren?
Datum: 02-02-2021
De winst van preventie; wie durft te investeren?
In mijn blog van januari schreef ik over de winst van innovatie. Graag wil ik nu stilstaan bij preventie: een onderwerp zonder tegenstanders. Ik kan mij namelijk niemand indenken die tegen preventie zou zijn.
De balans tussen preventie en behandelen
In de zorg hebben we grofweg twee sectoren de ‘cure’ sector gericht op geneeskundige zorg en andere behandelingen, en de ‘care’ sector die meer gericht is op (langdurige) verpleging en verzorging. De sectoren hebben een gescheiden wettelijke grondslag, verschillende financieringen, en behoren technisch tot verschillende compartimenten. Een grappig weetje is dat het oorspronkelijke onderscheid was op verzekerbare versus niet-verzekerbare zorg.
Hoe dan ook, is heden ten dage de zorg veelal gericht op behandeling, dan wel verzorgende handelingen. Allemaal als er al iets aan de hand is met de gezondheidstoestand. Het voorkómen van verslechteringen in de gezondheidstoestand zit in beide compartimenten verweven. Het belang van preventie is voor iedereen duidelijk, de gezondheidswinsten die met preventie behaald kunnen worden, overstijgen altijd die van behandelen. Naast dat dit logisch klinkt, is het voor een veelheid aan preventieve maatregelen wetenschappelijk bewezen.
Investeren als maatschappij: de Deltawerken als voorbeeld
Soms investeren we als maatschappij in preventieve maatregelen als reactie op een crisis.
Bij de watersnoodramp van 1953 vielen 1836 slachtoffers. Door de Deltawerken is de kans op een dergelijke ramp afgenomen van eens in de 500 jaar naar eens in de 4000 jaar. De kosten ervan bedroegen € 4,5 miljard. De kosteneffectiviteit komt neer op € 70 miljoen per vermeden slachtoffer. Er zijn ook economische baten, met name de ontwikkeling van de haven bij Vlissingen. Als deze baten worden verrekend, is de kosteneffectiviteit € 10,9 miljoen per vermeden slachtoffer. Dit betekent dat de kosteneffectiviteit rond € 2 miljoen resp. € 300.000 per QALY (zonder resp. met economische baten) ligt. [bron: RVS (destijds RVZ); Zinnige en duurzame zorg 2006]
Een investering van 11 dan wel 70 miljoen euro per vermeden slachtoffer spreekt niet heel erg tot de verbeelding, € 300.000 per QALY evenmin. In de zorg is in Nederland de ‘willingness to pay’ € 80.000 per QALY voor ernstige aandoeningen (50K/QALY voor een middencategorie en 20K/QALY voor een lagere ziektelast). Zonder hier alle kanten van deze discussie te kunnen belichten, wil ik het punt maken dat preventie in de zorg zeer kosteneffectief kan zijn, en zal zijn.
Investeren in preventie: wie durft?
In de rijksbegroting is voor 2021 voor de cure sector 48,3 miljard begroot. Voor de care sector 27,6 mld. En voor volksgezondheid iets minder dan 1,9 miljard. Dit omvat gezondheidsbevorderend beleid, voedselveiligheid, bevolkingsonderzoeken, vaccinatieprogramma’s, maar ook allerlei subsidies aan partijen in de cure en care sector.
De verhouding lijkt zo scheef. Waar menig politicus de mond vol heeft van preventie, blijft in de begroting de hand op de knip. Dat mag best een miljardje meer zijn, om het zo maar te zeggen. Nu nog de minister vinden die de investering aandurft waarvan de winsten buiten zijn/haar ambtstermijn liggen.