Met onze relaties werken we aan een serie Toekomst Verkenningen voor Zorg en Welzijn. Die zijn vastgelegd in essays en interviews, waarvan we er de komende maanden wekelijks een of twee publiceren.
Thema's van dit essay: Professionals en leken, ratio versus emotie en ideologie, Arbeidsmarkt.
Erkenning van de beroepsgroep verpleegkundigen als primaire noodzaak voor de zorg.
Een taai vraagstuk!
Bart Wijnbergen MSc
Inleiding
Waarom worden verpleegkundigen niet serieus genomen en soms onbedoeld geschoffeerd? Dat heeft tot gevolg dat zij murw geslagen zijn en onvoldoende mogelijkheden zien en benutten om zich te laten horen. Wie voor hen op moet staan om hen erkenning te geven, maar ook om de urgentie te duiden dat deze beroepsgroep primair noodzakelijk is voor de zorg, is al decennia geen makkelijke opgave. Het vraagt een meervoudige kijk en samenspel van diverse partijen.
Het is maart 2020 als de coronacrisis doordringt tot in alle haarvaten van de Nederlandse samenleving. De zorg die geleverd moet worden komt onder hoogspanning te staan en dat besef doet alle alarmbellen rinkelen. De urgentie kan niemand ontgaan, ook de politiek springt in de crisismodus en zet alles opzij om deze pandemie het hoofd te bieden. Er wordt geapplaudisseerd voor de zorgmedewerkers die dag en nacht klaar staan in de overvolle verpleeg- en ziekenhuizen. Zij worden hogelijk gewaardeerd en ontvangen daarvoor een bonusbeloning. Eindelijk lijkt er erkenning te ontstaan. De aanleiding hadden zij liever niet gezien, maar de bewustwording die ontstaan is over de noodzaak van hun beroepsgroep loutert.
Applaus verstomt
Het is oktober 2021 als de crisis in bedwang lijkt, inmiddels weten we beter. Het vaccinatieprogramma werpt z’n vruchten af en de rust keert terug in de zorg. Het is echter een relatieve rust want de druk blijft onverminderd hoog door in te halen reguliere zorg, een hoog ziekteverzuim van zorgmedewerkers en opleving van het virus. Met deze relatieve rust lijkt zorg verlenen weer vanzelfsprekend en raakt de roep om waardering van zorgmedewerkers op de achtergrond. Het applaus is allang verstomd en ook de politiek laat niets meer horen. Wel verschenen er rapporten, werd er gedebatteerd en kwam er nóg een zorgbonus. Een die qua hoogte eerder minachting dan waardering uitspreekt. Hoe komt het dat een beroepsgroep zo aan de kant wordt gezet? Terwijl juist nu het momentum is dat de verpleegkundigen zich als volwaardige beroepsgroep kunnen laten gelden. Dit vraagt een samenspel van meerdere partijen.
Beroepsvertegenwoordigers
De Federatie Medisch Specialisten en de V&VN (Verpleegkundigen en Verzorgenden Nederland) hebben gezamenlijk het Herstelplan voor de zorg opgesteld. Het plan omvat concrete voorstellen en activiteiten ten aanzien van monitoring, mentaal en fysiek herstel van zorgprofessionals, zeggenschap en investeren in de toekomst: alles gericht op herstel van de positie van zorgprofessionals en op duurzame inzetbaarheid van hen in de toekomst. Er zijn lange termijn plannen nodig die leiden tot een beter perspectief voor zorgprofessionals. Investeren in loopbaanperspectief, ontwikkeling, opleidingsmogelijkheden en salaris is hiervoor cruciaal. Het SER-rapport 'Aan de slag voor de zorg' geeft hiervoor de bouwstenen. De opstellers van beide plannen pleiten ervoor om deze zo snel mogelijk in te zetten.
De minister heeft twaalf pagina’s nodig voor zijn aanbiedingsbrief van het SER-Rapport aan de Kamer, waarbij hij ook het Herstelplan noemt. Daarbij gaat hij uitgebreid in op de financiële waardering en zeggenschap en haalt diverse lokale en regionale plannen aan. Bottom line is dat, ondanks een breed aangenomen voorstel door de Kamer, het demissionair kabinet de hete aardappel doorschuift en uitvoering overlaat aan een volgend kabinet. Vermoeid personeel en grote arbeidstekorten maken geen indruk genoeg om als niet-controversieel verklaard te worden. De minister schoffeert de zorgmedewerkers hiermee, de Kamer gaat daar in mee en berust in de plannen van de minister. Zien zij het niet, willen zij het niet zien, denken zij dat het allemaal wel mee zal vallen? Gaan de nieuwe ministers het anders doen? En gaat de Kamer daarin mee?
Verpleegkundigen en het Calimero-effect
Maar goed, laten we ook eens kijken naar de rol van de verpleegkundigen zelf en niet alleen wijzen naar de politiek. Wat is het zelf reflecterend en lerend vermogen van de verpleegkundigen? In hoeverre hebben verpleegkundigen zich nu gemanifesteerd en gebruik gemaakt van hun positie in de zorg en de maatschappij? Als ik kijk naar de afgelopen decennia dan is dat ronduit teleurstellend geweest.
Verpleegkundigen werken vanuit een overtuiging. Zij acteren het liefst op de achtergrond. Zij zijn een kei in hun vakgebied en hebben afgelopen jaren enorm geïnvesteerd in de ontwikkeling van hun professie. Maar de ontwikkeling in autonomie en invloed uitoefenen blijft duidelijk achter. Er zijn nauwelijks vertegenwoordigers die er toe doen, in ieder geval onvoldoende zicht- en hoorbaar. Er zijn geen publicaties en profilering die impact genereren.
Het leiderschap van de Verpleegkunde is nog ver te zoeken. Er is een tiental hoogleraren verplegingswetenschappen, maar het is onduidelijk welke positie zij innemen bij de emancipatie van het vak. Geen van die hoogleraren functioneert als duidelijk boegbeeld in bij voorbeeld talkshows en in commissievergaderingen van de Tweede Kamer. Verpleegkundigen zijn zeer matig georganiseerd en dan ook nog verdeeld over een beroepsvereniging Verzorgenden en Verpleegkundigen (V&VN) en verschillende vakbonden. Waarbij de V&VN geen specifieke beroepsvereniging is voor de verpleegkundigen, omdat de verzorgenden eveneens vertegenwoordigd worden, die andere belangen hebben. En ook voor de vakbonden geldt dat de verpleegkundige meegaat in het belangenspel voor de medewerkers in de zorg.
Die gebrekkige en verdeelde organisatiekracht maakt het al decennia lang lastig de professie verpleegkunde te positioneren. Er is niet echt één partij die alle verpleegkundigen vertegenwoordigt en die zich kan meten met de bijvoorbeeld de invloedrijke KNMG (Koninklijke Nederlandsche Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst). Of neem een voorbeeld aan de AACN, (American Association of Colleges of Nursing), die in het krachtenveld in de USA een bijna net zo machtige positie inneemt als de American Medical Association. Op het gebied van hun eigen vertegenwoordiging zijn verpleegkundigen in Nederland geen professional en (on)bewust onbekwaam. Hun bescheidenheid mondt soms zelfs uit in een Calimero-effect: ‘zij zijn groot en ik ben klein’. Dus het antwoord op de vraag ‘waar zijn onze verpleegkundigen die het voortouw nemen’ is hiermee gegeven. Ze zijn er niet.
Staken dan maar? De beroepsgroep kent ongeveer 190.000 geregistreerde verpleegkundigen. Als ze een dag niet naar hun werk komen, wordt wel een statement gemaakt en mag je spreken van een massaal zorginfarct. Er is weinig verbeeldingskracht nodig wat de maatschappelijke effecten zullen zijn. Maar massaal staken doen verpleegkundigen niet, de beroepsethiek gaat boven eigenbelang. Dat siert de beroepsgroep, maar wordt politiek misbruikt en keert zich tegen de groep zelf. Bovenal belemmert hun behoefte aan het verlenen van hulp de ontwikkeling van hun eigen behoeften. Naast het Calimero-effect is er dus ook nog sprake van het Florence Nightingale syndroom: de redder in nood tegen wil en dank.
Florence Nightingale
Maar Florence Nightingale had ook andere competenties die het verschil kunnen maken. Zij wordt wereldwijd gezien als de grondlegster van het vak van verplegen. Zij toonde niet alleen grenzeloze toewijding en vakkennis, maar had ook grote belangstelling voor organisatie en statistiek. Met door haar verzamelde gegevens toonde zij aan hoe de verzorging van zieken verbeterd kon worden. Ze nam daarbij een leidende en bestuurlijke rol op zich. Zij had invloed op de Britse regering en op de koningshuizen in Duitsland en Nederland. En bracht met al haar werk het vak van verpleegkundige voor het voetlicht. De huidige beroepsgroep heeft node behoefte aan een nieuwe Florence Nightingale. Iemand die in een positie zit om respect af te dwingen. Er wordt volop gepleit voor meer zeggenschap. Dat vraagt dat de verpleegkundige uit de Calimero-rol stapt en de dienende Florence Nightingale houding aanvult met de invloedrijke Florence Nightingale rol. Dat is geen sinecure.
Hulp van buitenaf
Aangenomen dat het is zoals hierboven beschreven, dan pleit dat voor een vergaande transitie in positionering van het vakgebied. Duidelijk is dat het nog onvoldoende lukt om dat vanuit de eigen beroepsgroep voor elkaar te krijgen. Hulp van buitenaf kan bij dit soort vraagstukken oplossend werken. Passanten van buiten de zorg kunnen betekenis geven en adviseren. Zij kijken vanuit de buitenwereld naar binnen en kunnen haarfijn de vinger op de zere plek leggen. Wie kan een werkelijkheid creëren waarin de verpleegkundigen ertoe doen en erkenning krijgen? Niet voor het grote publiek, daar lukt dat wel. Maar voor de grootheden, de politiek en niet te vergeten de verpleegkundigen zelf, kunnen deze passanten van buitenaf helpen en een breekijzer zijn.
Meervoudige oplossing
De erkenning en emancipatie van verpleegkundigen is een taai vraagstuk. Het is wellicht pretentieus om hier de oplossing neer te leggen, toch een poging daartoe. De oplossing is meervoudig, evengoed begint de transitie/kanteling bij:
- Het gegeven dat verpleegkundigen zich echt als één beroepsgroep verenigen. De verschillende sub verenigingen die er zijn kunnen één beroepsfederatie voor de Verpleegkunde vormen. Dat zij zich kunnen meten met de KNMG en in het gezamenlijk belang voor de ontwikkeling van zorg met elkaar kunnen optrekken.
- Dat de verpleegkundige uit de Calimero-rol stapt en de dienende Florence Nightingale houding aanvult met de invloedrijke Florence Nightingale rol.
- Dat de beroepsgroep zich voor deze transitie laat ondersteunen en of adviseren door denkers van buitenaf. Laat je als beroepsgroep confronteren vanuit verschillende perspectieven, paradigma’s en uitgangspunten. De maatschappelijke impact die het beroep heeft en altijd gehad heeft maar door de coronapandemie nu duidelijk zichtbaar wordt, kan als momentum benut worden.
- Een financiële waardering, die zeker van belang is, maar ondergeschikt aan bovenstaande. Door bovenstaande te ontwikkelen komt de financiële waardering vanzelf. En, enige mate cynisch, met de huidige tekorten aan verpleegkundigen zal de vraag toenemen en salariëring stijgen, een economische wetmatigheid. Toch is dat juist wat je als vakspecialist niet moet willen, je wil erkenning en waardering voor het beroep wat je uitoefent.
Het lange termijn effect van deze oplossingsrichtingen moet zijn dat het beroep van verpleegkundige op de maatschappelijke ladder erkend en gewaardeerd wordt. Het zal een samenspel moeten zijn om verpleegkundigen te geven wat zij verdienen, namelijk erkenning van de beroepsgroep als primaire noodzaak voor de zorg. Want als er geen verpleegkundigen meer zijn, is er geen zorg.
Over de auteur
Bart Wijnbergen heeft een achtergrond als intensive care verpleegkundige en heeft een Master degree in Science of Nursing. Geboeid door organiseren koos hij voor managementfuncties en heeft hij verschillende managementfuncties vervuld. Hij stond aan de wieg van de stichting Venti Care die jaarlijks een congres organiseert voor de acute zorg. Vervolgens is hij 14 jaar verbonden geweest aan C3 als adviseur en interim-manager en leerde hij de zorg in de volle breedte kennen.