Gaan zorg, markt en transparantie wel samen?
In het Zaterdag katern van de Volkskrant van 10 februari 2024 staat een uitgebreid artikel over (het gebrek aan) de beschikbaarheid van gegevens over prestaties van ziekenhuizen en medisch specialisten onder de kop: ‘In welk ziekenhuis een patiënt het beste af is, is vaak geheim’. Daarin wordt geklaagd over het gebrek aan transparantie van de prestaties van ziekenhuizen en in het bijzonder medisch specialisten in dat ziekenhuis. Die verschillen zijn groot, maar alleen inzichtelijk voor de betrokken ‘producenten’, koepelorganisaties en onderzoekspartijen. Zo wordt in het ene ziekenhuis 19% van de patiënten, waarbij de prostaat verwijderd is incontinent en in een ander ziekenhuis 84%. Volumenormen voor de behandeling helpen niet, want een ziekenhuis met veel prostaatoperaties bezorgde toch 44% van de patiënten incontinentie. In het artikel staan ook afbeeldingen met verschillen in zorgduur en -kosten. Ook daarin zijn grote verschillen.
Dat is op zich best zorgelijk, maar daar gaat het artikel niet over.
Het artikel gaat erover dat de patiënt niet kan kiezen omdat hij/zij niet weet hoe de verschillende zorgaanbieders presteren. Met name patiëntenorganisaties pleiten voor meer transparantie. Uiteraard pleit Patiëntenfederatie Nederland weer voor hun Zorgkaart Nederland. Dat dit een dure mislukking is (zie het onderzoek van Follow The Money) en daarmee zeker geen ‘zinnige en zuinige zorg’ is, komt in het Volkskrant artikel uiteraard niet aan de orde. Hier gaat het bovendien niet om objectieve informatie, maar om reviews net als bijvoorbeeld bij hotels en restaurants. De waarde daarvan is beperkt.
Volgens het artikel horen marktwerking en transparantie over prestaties samen te gaan en was dit zowel de bedoeling van De Zorgverzekeringswet en de Wet marktordening gezondheidszorg als van het Integraal Zorgakkoord.
Hier zit volgens mij een principiële denkfout in. In geen enkele markt hebben aanbieders er belang bij om inzicht te geven in de kwaliteit van hun producten of diensten, zeker niet in vergelijking met andere aanbieders. Immers, als uit zo’n vergelijking zou blijken dat je niet de beste en/of de goedkoopste bent (liefst beiden en dan ook nog de meest klantvriendelijke) gaat je klant als hij rationeel denkt (wat ook twijfelachtig is) naar die andere aanbieder. Reclames, waarin een aanbieder zich in positieve zin afzet tegen zijn concurrenten, zijn een tijd zelfs verboden geweest. Nu mag het wel, maar zijn die vergelijkingen niet objectief en transparant. Dat is logisch, want je hebt er als aanbieder geen belang bij om eerlijk te zijn over je positie op de kwaliteitsschaal van het aanbod. Ik verbaas me dan ook altijd over aanbieders, die zeggen ‘de beste’ te zijn. O ja, hoe bewijs je dat?
Werking van ‘de markt’ en transparantie over het aanbod verdragen zich mijns inziens dus niet met elkaar. Als een derde partij probeert daarin helderheid te scheppen, wordt die poging of gesaboteerd door de aanbieders of het wordt zodanig complex dat niemand het meer begrijpt en er ruimte is om te sjoemelen. Kijk maar naar de vele kritiek op en de ingewikkeldheid van het nieuwe label ‘Nutri-score’.
Waar transparantie en marktwerking elkaar in een gewone markt al uitsluiten, is dat nog sterker in een markt waar professionals werkzaam zijn. Om hun maatschappelijke acceptatie te behouden (Abbott, 1988 ‘The System Of Professions’), moet een professionele groep laten zien dat hun beroepsbeoefenaars allemaal voldoende kwaliteit hebben en dat de beroepsgroep er voor instaat dat iedere professional die kwaliteit heeft en daarop getoetst wordt. Die toets vertaalt zich vaak in een register van beroepsbeoefenaren. Als je daarin staat, is de cliënt bij jou in goede handen, is de impliciete belofte van zo’n register. Als dan de kwaliteit van de geleverde diensten van iedere professional voor de afnemer volledig transparant is, zal ongetwijfeld blijken dat een aantal professionals onvoldoende kwaliteit leveren, terwijl ze wel het beroep mogen blijven uitoefenen. Denkt u dat advocaten, notarissen, accountants en andere professionele groepen bereid (en in staat zijn) om op transparante wijze aan de potentiële klant te laten zien welke kwaliteit iedere professional levert en voor welke vraag je bij wie moet zijn? Ik denk dat dit een illusie is.
De roep om transparantie van prestaties van de curatieve zorg, zodat de patiënt kan kiezen en ‘met zijn voeten kan stemmen’, is volgens mij om tenminste twee redenen een illusie:
- markt en transparantie zijn met elkaar strijdig
- het werk van professionele beroepsgroepen verdraagt geen transparantie over individuele prestaties.
Misschien zijn we maatschappelijk beter af als we de patiënt of cliënt hulpmiddelen aanreiken om diens keuze te maken. Daar zijn verschillende goede bronnen voor, maar worden die wel voldoende ontsloten. Bijvoorbeeld Thuisarts.nl, biedt veel nuttige informatie (al staat het risico van incontinentie bij prostaatverwijdering niet expliciet vermeld).
Moeten we doorgaan op de (m.i. doodlopende) weg van ‘transparantie’ als datasysteem of moeten we naar andere wegen gaan zoeken?