Gedragspatronen bij het besturen en managen

Datum: 30-04-2013

Gedragspatronen bij het besturen en managen

In het gedragspatronen van individuen liggen vroege ervaringen opgeslagen. Ervaringen die men in de eerste levensjaren opgedaan heeft. Deze vormen het fundament van later handelen. De ontwikkelingspsycholoog Eric Erickson ontwikkelde een model waar in elk stadium een ontwikkelingstaak opgelost moet worden. Problemen bij het goed doorlopen van deze ontwikkelingstaak leiden tot vervormingen en hebben gevolgen voor latere gedragspatronen. Volgens de theorie van Erickson zijn de stadia in zekere zin voorwaardelijk voor het volgende stadium. De interactie van de opvoeder met het jonge kind speelt begrijpelijk een zeer grote rol bij een gezonde ontwikkeling.
Van geboorte tot 18 maanden, vertrouwen versus wantrouwen. Het op tijd krijgen van voeding en een veilige hechting spelen een grote rol in deze fase.

Van 2 tot 3 jaar, autonomie versus schaamte en schuld. Toilettraining speelt in deze fase een grote rol. Aanmoediging en ruimte om te experimenteren leiden tot autonomie. Afwijzing tot schaamte en schuld.
De andere stadia zijn ook te googlelen. Waar het om gaat, is dat de kwaliteit van de interactie met opvoeders vroeg in de ontwikkeling een basis leggen voor de latere gedragspatronen.

In het functioneren als manager en als bestuurder zijn de fundamenten van het eigen gedrag zeer van belang. Het kennen van je eigen ontwikkeling en het onderkennen van gunstige en minder gunstige invloeden kunnen helpen om effectief leiderschapsgedrag te ontwikkelen en te tonen. Let op! Het gaat niet alleen om het zichtbare gedrag. Het gaat vooral ook om de onderliggende patronen die maken dat dit gedrag zich voordoet!

 

 

Laat een reactie achter