Met onze relaties werken we aan een serie Toekomst Verkenningen voor Zorg en Welzijn. Die zijn vastgelegd in essays en interviews, waarvan we er de komende maanden wekelijks een of twee publiceren.

Thema’s van dit essay: maatschappelijke ontwikkelingen, volksgezondheid of gezondheidszorg, emancipatie van de burger, morele en ethische vraagstukken.

Gezondheid en Welzijn als symptomen van de samenleving

Ben van Gent

 

Inleiding

Het zeer complete werkboek 2021 van C3 brengt de cascade aan veranderingen in beeld. Om ervan te kunnen leren rijst bij mij de vraag wat de maatschappelijke bewegingen waren, waar deze interventies uit voort kwamen. Dit essay zal stapsgewijs de grote lijn van de maatschappelijke ontwikkeling volgen, de verandering in die bewegingen plaatsen en aan het eind kijken of hier kaders voor toekomstige interventies op te baseren zijn.

 

  1. Maatschappelijke bewegingen

In een steeds sneller tempo zien we maatschappelijke veranderingen in Nederland optreden. Vanaf 1880 wordt er in Europa afscheid genomen van het eeuwen overheersende feodale systeem en is de progressieve liberale beweging vanuit de invloedrijke burgers in opkomst. Daarbij staan de principes van vrijheid, zelfbeschikking en eigen verantwoordelijkheid van de burger voorop. Eigen gezondheid en welzijn zijn de verantwoordelijkheid van elke burger en niet van de staat. De overheid is wel verantwoordelijk voor de volksgezondheid, dus het overkoepelende systeem om condities voor goede gezondheid mogelijk te maken. Door de toenemende industrialisatie en toenemende schrijnende verschillen in arm en rijk, vooral in de steden, komen daarna twee bewegingen tegelijkertijd op; de charitatieve christelijke bemoeienis met de zwakkere en de arbeidersbeweging gericht op zelfontplooiing en bescherming van de werkenden. Het feodale systeem roept de liberale tegenkracht op, het liberale systeem zorgt weer voor de christelijke en sociale tegenkracht. Steeds weer zijn de bronnen voor de beweging te vinden in de haarvaten van de maatschappij, kleinschalig en in derde orde verandering; er is herkenbare parallelle ontwikkeling op veel plaatsen en daarna een olievlek effect bij succes.

Na de tweede wereldoorlog (crisis) worden alle private, verzuilde en succesvolle initiatieven zoals ziekenfondsen en zorg- en welzijnsinstellingen steeds meer verstatelijkt en stijgen uitkomsten van welzijn en gezondheid jaarlijks. Om vervolgens door te schieten naar de Verzorgingsstaat, waar van de wieg tot aan het graf alles voor de burger geregeld wordt. Decennia later zijn dat ook de verwachtingen van de burger geworden. Eigenaarschap bij de burger voor de gezondheid en het welzijn van hemzelf en zijn naasten was daarmee verdwenen.

Het christelijk-sociale systeem heeft tot 1973 (oliecrisis) de overhand gehad. Dan komt plots een financiële kink in de kabel, de economische groei blijft achter, de eerste gezondheidsbedreigende gevolgen van de industrie komen in beeld (Club van Rome, 1972) en de solidariteit komt onder druk. Vanaf 1973 is er een kentering naar meer neoliberale interventies op basis van een overwegend sociale en solidaire maatschappij. Hoewel economie een middel zou moeten zijn om het doel van gezondheid en welzijn te bereiken, is het vanaf dien tot doel verheven. De uitkomsten op het vlak van gezondheid en welzijn zijn ondergeschikt en afhankelijk van de financiële ruimte, we interveniëren alleen nog bij extreme missers.

De val van het Oostblok en de Duitse eenwording laten het neoliberalisme verder groeien, alleen verstoord door de  wereldwijde terroristische aanvallen. De reactie daarop is niet meer solidariteit, maar het omgekeerde; angstcultuur en polarisatie zijn het effect. Sociale Media blijken ook een kanaal om zonder enige sociale controle non-solidariteit of individualisme aan te wakkeren.  De sociale en christelijke beweging worden politiek dood verklaard. Brexit, de spanningen binnen Oost EU en West EU, de opkomst van Trump en Bolsenaro zijn allen symptomen van de huidige maatschappelijke ontwikkeling in de Westerse wereld.

Het verloop van de Covid pandemie in Nederland is een verdere duidelijke symptoomdrager. De neoliberale doet in de pandemie een steeds herhaalde oproep om vooral eigen verantwoordelijkheid te nemen en solidair te zijn. Als dat niet blijkt te werken slaan hij en de CDA minister van VWS door in de klassieke regelreflex en worden geboden en verboden ineens de norm. Het te snel opheffen van de lockdown terwijl de volgende variant van het virus nog welig tiert, past weer binnen het denken en handelen van neoliberalen.

Wat leren we hieruit?

Maatschappelijke bewegingen, uitgelokt door onacceptabele verschillen in de maatschappij, ontstaan in de haarvaten van die maatschappij. Politiek is daarop volgend. Een overheersende macht vraagt om een tegenkracht. Een standaard fout is het omgooien van een systeem op basis van de excessen. Beter is het een gulden middenweg te zoeken, de goede dingen te behouden en de excessen in te perken. De gulden middenweg stuurt op het resultaat voor 95% van de bevolking en accepteert het misbruik van  5% als onvermijdelijk. We moeten misbruik bestrijden, maar weigeren een succesvol systeem daarvoor te wijzigen.

 

  1. Heftige systeemveranderingen

Beleid voor Gezondheid en Welzijn is lastig en traag aan te passen. Je ziet maatschappelijke gevolgen van crises minimaal pas twee jaar later doordruppelen in deze sectoren. Als de conjunctuur groeit, dan is er twee jaar later een effect Is de conjunctuur negatief, dan duurt het ook minstens twee jaar voordat er veranderingen komen. Bijvoorbeeld het beleid vanaf 2013 (twee jaar na de bankencrisis) en de jaren daarna. Zowel zorg als welzijn werden ongekend gekort. Er moest heftig worden bezuinigd door een staatssecretaris van sociaal democratische huize met een neoliberale agenda. Met afleidende manoeuvres als de ‘participatiemaatschappij’ en het fijn ‘langer thuis wonen voor ouderen zijn grote delen van zorg naar het gemeentefonds verschoven met een krapper budget. Verzorgingshuizen werden gesloten, zorgpersoneel stroomde uit de branche naar andere sectoren, welzijn ging vaak ter ziele, de participatie graad nam af, wachtlijsten ‘namen toe De jeugdzorg werd chaotisch en de kwaliteit van de verpleeghuiszorg kwam onder een acceptabel niveau. Er werden miljarden bezuinigd.

Nu zijn we 9 jaar verder en hebben we door populistische beïnvloeding op basis van de verminderde kwaliteit in de intramurale verpleeghuiszorg weer 2,1 miljard Euro erbij en is de kwaliteit weer op peil. Alleen het personeel is verdwenen en er is een tekort aan alternatieve woonvormen voor ouderen. De hele stelselwijziging heeft economisch niets opgeleverd, wel heeft een enorme kapitaalsvernietiging plaatsgevonden.

Wat leren we hieruit?

Van verzorgingsstaat naar participatiemaatschappij (ieder voor zich) is een te grote slingerbeweging, die niets oplevert en veel kost.

 

  1. Wat komt er op ons af?

De brede heersende opinie is nu neoliberaal. Maar wat gebeurt er in de haarvaten van de maatschappij? Op tal van terreinen zitten burgers in de klem. Er zijn bijvoorbeeld onvoldoende huizen, de sociaal zwakkeren worden steeds ongezonder, de polarisatie neemt toe, de jeugdzorg is onvoldoende en functioneert niet, de natuur wordt meer afgebroken. De gezondheidsrisico’s door omgevingsfactoren nemen fors toe, niet in het minst door de opwarming van de aarde en het neoliberale beleid om vervuilende industrie (KLM, Tata) geen strobreed in de weg te leggen.

De macht in de wereld ligt bij de internationale groot-industriëlen, Sociale Media bedrijven incluis en die macht schiet door en laat bovenstaande punten in snel tempo escaleren.

Maar er zijn tegenbewegingen zichtbaar en die groeien. Oplossingen komen uit de haarvaten van de maatschappij; wat ik zie is een groeiende hang naar kleinschaligheid, lokale circulaire economie op basis van circulaire energie. Economie is voor een gedeelte van de bevolking niet meer doel, maar middel op weg naar meer levensgeluk. Het besef, dat een zinvol leven meer brengt dan een volle portemonnee, groeit. De opinie van de burger krijgt voorzichtig een twist van populistisch neoliberaal naar kleinschalig sociaal. Voorzichtig is een eufemisme, wanneer we de recente uitwerking van de Green Deal van de EU doornemen, die moet leiden tot grote en ingrijpende veranderingen.

De vraag is wanneer er voldoende momentum in die gezamenlijke beweging komt, waardoor de slingerbeweging weer in gang gezet wordt, hopelijk zonder crisis, maar daar durf ik mijn handen niet voor in het vuur te steken.

 

  1. Kaders voor verandering

We staan weer aan de vooravond van een slingerbeweging, die we halverwege willen laten stoppen met de benefits van het oude systeem en de benefits van het nieuwe. Dat vraagt om de volgende toetsingskaders voor interventies:

Kader 1: geen stelselwijziging maar wijziging van opinie en gedrag

Het zoeken naar de gulden middenweg vraagt een traject van decennia en is altijd een lange termijn doel en nooit een korte interventie. Daarbij zijn interventies gericht op gedragsverandering van de burgerij een goed middel.

Kader 2: Combinatie van benefits

We moeten een combinatie zoeken van de benefits van verschillende denkrichtingen. Bijvoorbeeld van het liberale systeem (gevoeld eigenaarschap voor eigen gezondheid en welzijn) en het solidaire systeem (gevoelde verantwoordelijkheid voor de kwetsbaren in de samenleving).

Kader 3: Wegblijven uit controlekramp

Interventies richten zich op 95% van de burgers, 5% gaat niet passen, dat accepteren we en beperken de schade. De neoliberale gedachte dat bedrijven de ruimte krijgen en dat (arme) burgers niet te vertrouwen zijn, moet losgelaten worden.

Over de auteur

Ben van Gent was huisarts, manager bij een zorgverzekeraar, adviseur en bestuurder in de gezondheidszorg. Als adviseur en interim-bestuurder is hij aan C3 verbonden geweest. Na C3 heeft hij verschillende VVT organisaties bestuurd. Ben is bestuurslid van de Federatie voor Gezondheid.

Laat een reactie achter