Governance van DNB; 8 jaar is genoeg

Datum:18-08-2009

Governance van DNB; 8 jaar is genoeg

In mijn weblog van 3 augustus stond ik stil bij de vraag of het goed is dat een leider lang aanblijft of juist kort. Het gedrag van Nout Wellink van De Nederlandse Bank geeft een duidelijk antwoord op die vraag.

Wellink heeft een paar maanden geleden in een interview gezegd dat hij nog wel voor een derde termijn benoemd wil worden. Zijn huidige benoeming loopt tot 2011. Dan heeft hij twee termijnen van zeven jaar achter de rug. Hij is dan dus 14 jaar president van de Nederlandse toezichthouder op de banken. Bij herbenoeming in 2011 zou Wellink 75 jaar oud zijn en 21 jaar DNB geleid hebben als zijn derde termijn afloopt.

Ik vind het merkwaardig dat iemand bijna twee jaar voor zijn termijn afloopt, aankondigt dat hij wil blijven. In het zelfde interview geeft Wellink hoog op over de voortreffelijke wijze waarop DNB (en dus hijzelf) met de kredietcrisis is omgegaan. De combinatie van beide zaken komt nogal zelfingenomen over.

Dat wordt nog erger met de recente ‘Beste Wouter’ brief, die Wellink aan de minster van Financiën stuurde met het verzoek die door te geleiden naar de Tweede Kamer. Je kunt je afvragen waarom Bos die brief doorstuurt naar de Kamer en niet Wellink op het matje roept. Dat zegt iets over de machtsverhoudingen. In de brief verdedigt Wellink zich tegen opmerkingen van de Kamer en van onderzoekers dat DNB in de zaak Icesave niet goed gehandeld zou hebben. Dat mag. Kwalijker is dat Wellink vervolgens zegt dat zijn gezag wordt aangetast door dit soort opmerkingen van de Kamer. Dat kan natuurlijk niet.

Wellink maakt zich daarmee ongeschikt als toezichthouder. Hij vertoont hetzelfde gedrag als de bankiers waarop hij toezicht moet houden. Hij wenst niet gekapitteld te worden over wat hij heeft gedaan. Wat Wellink/de bankiers doen is goed gedaan, anderen hebben daar geen verstand van en kunnen daar niet over oordelen. Wat er mis ging lag niet aan de leiding van de (particuliere of Nederlandse) Bank, maar aan de omstandigheden. ‘Wie met pek omgaat, wordt ermee besmet’ is een oud Nederlands gezegde, dat hier van toepassing is. Je kunt toch geen toezicht houden op bankiers, als je hetzelfde gedrag vertoont. En je kunt al helemaal geen president zijn van een publiek toezichtorgaan, als je vindt dat de Volksvertegenwoordiging geen oordeel mag hebben over je handelen.

De casus Wellink geeft een duidelijk antwoord op de gewenste zittingsduur van publieke toezichthouders. Twee termijnen is genoeg. Bij de NMA is dat wel geregeld. Daar gaat het over twee termijnen van vier jaar. Dus vindt de wetgever een periode van acht jaar genoeg. Bij DNB is dat niet geregeld en zijn de termijnen veel langer. Dus waar Kalbfleisch maximaal acht jaar in functie kan blijven en De Grave al na vier jaar aftrad, mag Wellink niet alleen 14 jaar aan de macht zijn, maar kan hij theoretisch steeds opnieuw benoemd worden. Dat lijkt me geen goede governance. Volgens mij is het verstandig de regelingen rond DNB voor 2011 zo te veranderen dat ook de president van DNB voor maximaal acht jaar benoemd kan worden.

Dat voorkomt machtsconcentratie zoals in de US, waar Greenspan 19 jaar president van de FED was en oppermachtig. Om vervolgens na zijn aftreden zijn excuses te maken omdat hij een aantal dingen verkeerd had gezien. En het voorkomt situaties zoals nu rond Wellink, die in zijn eigen gelijk is gaan geloven.

Laat een reactie achter