Governance: wanneer draait de wind naar het Oosten??
Datum: 22-01-2008
Governance: wanneer draait de wind naar het Oosten??
Governance is ontstaan in de Angelsaksische wereld. Niet omdat het daar zo goed ging, maar om nog meer schandalen te voorkomen. Sinds het Cadbury rapport uit 1992 waait de wind uit het westen. Wordt het geen tijd voor een andere windrichting nu de USA failliet zijn?
Er is een enorme drang om het Amerikaanse businessmodel toe te passen. Zowel voor de besturing van bedrijven als voor de overheid nemen we steeds de normen en waarden en vooral de regels uit de USA en (in mindere mate) uit het UK over. Bedrijven zijn er voor aandeelhouderswaarde en niks anders. De aandeelhouders zijn de baas. Bestuurders moet je binden met prestatieafhankelijke beloning en aandelen. Internationale ondernemingen zoals Shell, Unilever en ElsevierReed gaan onder druk over op het one-tier model. Onze minister van justitie maakt een wetsvoorstel om het one-tier model toe te staan en een ander wetsvoorstel (over de maatschappelijke onderneming) om non-profit-organisaties op te zadelen met een namaak aandeelhoudersvergadering.
De internationale accountancy standaarden (IFRS) worden gebaseerd op de Amerikaanse regels. Dat is een principiële wijzing van ‘principle based’ naar ‘rule based’ of anders gezegd dat je op hoofdlijnen stuurt en handelt in de geest van de wet (principle) of je precies aan de zeer gedetailleerde regels houdt (rule based). Dat laatste betekent dat alles wat niet vastligt is toegestaan en dus zoeken naar gaten in de wet.
Die rule based benadering heeft enorme consequenties. Het leidt tot vuistdikke contracten vol met details. Het leidt tot enorme administratieve lasten van bedrijven om zich volgens de details te verantwoorden. En het schaadt het vertrouwen omdat iedereen zich calculerend gaat gedragen. Doortrekken van de Amerikaanse gedachtegang schaadt onze economie. Het meest recente voorbeeld is de pensioenfondsen. Nederland heeft een uniek pensioensysteem, met fondsen, die gerund worden door werknemers en werkgevers samen. Tot nu toe zijn die fondsen tamelijk risicoloos gebleken en konden alle pensioenen betaald worden. Toch werden die fondsen een paar jaar geleden door de pensioenkamer verplicht beleggingen te verkopen (op een dieptepunt van de markt) op basis van problemen die bij Amerikaanse fondsen (met een heel andere opbouw) waren ontstaan. Nu komt in de IFRS te staan dat bedrijven de resultaten van het pensioenfonds op hun balans moeten opnemen en de risico’s mee moeten gaan tellen. In de Nederlandse situatie is dat principieel onjuist, omdat de fondsen niet van het bedrijf zijn. Maar het leidt er wel toe dat onze pensioenfondsen op de tocht staan en dat het risico dreigt dat werkgevers zich eruit terugtrekken.
Die hang naar het Amerikaanse businessmodel is eigenlijk heel raar. Als er één land is dat slecht presteert is het de USA. De staatschuld en de schuld van particulieren in de USA is enorm. Als de USA een Derde Wereldland was zou de Wereldbank eerst een forse sanering eisen. De economie in onder andere Europa, China, India en Brazilië draait veel beter dan die van de USA en het UK. De dollar en het Britse pond zijn enorm in waarde gedaald ten opzichte van de euro. Oliesjeiks willen hun olie betaald hebben in euro’s in plaats van dollars. China en India kopen internationale bedrijven op. Ondanks enorme staatssteun doen veel industriële ondernemingen in de USA het slecht en is de landbouw geen vetpot. De USA veroorzaakt met de sub prime hypotheken een internationale kredietcrisis. Het governance-model, waarin de aandeelhouders de onderneming de goede richting op moeten sturen, blijkt niet te werken en leidt alleen maar tot crisissen en kapitaalsvernietiging. En tenslotte is Amerika in tenminste twee niet te winnen oorlogen betrokken en is het imago van haar president gedaald tot dat van een bananenrepubliek.
Wat hebben we dus nog voor redenen om de westenwind te volgen en alle Angelsaksische ‘verworvenheden’ over te nemen? Verworvenheden, waarvan noch wetenschappelijk noch in de praktijk is bewezen dat ze duurzaam succesvol zijn. Als we aan het besturen van bedrijven vergelijkbare normen opleggen als aan het beoefenen van de geneeskunst, dan had de ‘Vereniging tegen Kwakzalverij in het bedrijfsleven’ haar handen vol aan procedures.
Het is dus helemaal niet zo logisch dat de governance wind uit het westen blijft waaien. De kans is groot dat de wind binnen enkele jaren draait naar het Oosten (China, India) of naar het zuiden als Zuid-Amerikaanse en Afrikaanse economieën zich verder ontwikkelen. Daar zijn we niet op voorbereid. Het lijkt me beter dat we nadenken wat de verandering van de windrichting voor corporate en publieke governance betekent, dan dat we klakkeloos de principes van een ineenstortend imperium (de USA) blijven volgen.
De zon gaat immers in het westen onder.